L5 werkboek: Deelneming aan strafbare feiten Flashcards

1
Q

Omschrijf het Containerdiefstal arrest?

A

Containerdiefstal NJ 1983, 84/ 197
Onderwerp: deelneming, medeplegen, lijfelijke aanwezigheid
Kern: De organisator van deze diefstal, die zelf niet lijfelijk aanwezig was toen de mededaders met wie zijn samenwerking volledig en nauw was geweest de container aan de door hem ter beschikking gestelde trekker haakte, werd veroordeeld voor medeplegen van diefstal.

HR 17-11-1981, NJ 1983, 84 Containerdiefstal
Casus
Het gaat om diefstal door twee of meer verenigde personen (art. 311 lid 1 sub 4 Sr.) van verschillende containers, gevuld met onder meer auto-onderdelen en kalkoen. Van de verdachte bleek uit de bewijsmiddelen dat hij bij het wegnemen zelf niet aanwezig was geweest, maar dat hij wel de belangrijkste organisator van de diefstal was geweest. Hij had de middelen verschaft, het plan gemaakt, aanwijzingen gegeven en een ruimte voor het verbergen van de goederen geregeld. Hij leek met andere woorden de grote man achter de schermen. De HR had geen moeite met de bewijsconstructie, �waaraan niet kan afdoen dat de bewijsmiddelen niets behelzen waaruit kan volgen dat de verdachte bij de wegneming lijfelijk aanwezig is geweest�.
Essentie
De Hoge Raad heeft in dit arrest beslist dat van medeplegen mag worden gesproken &oactue;ók in een geval, waarin de verdachte niet lijfelijk aanwezig is geweest op de plaats van het misdrijf. Voor het medeplegen vindt de Hoge Raad een volledige en nauwe samenwerking voldoende.

De lijfelijke afwezigheid wordt �gecompenseerd� door andere omstandigheden. Daardoor werd niet alleen een bewuste, volledige en nauwe samenwerking aannemelijk (ook ten aanzien van het uitvoeren van het delict), maar kon bovendien worden geoordeeld dat de samenwerking z� nauw en volledig was geweest dat de activiteiten achter de schermen als medeplegen konden worden aangemerkt, met andere woorden dat de bijdrage voldoende substantie had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omschrijf Examen arrest?

A

Examen NJ 1950, 287
Onderwerp: deelneming aan deelneming
Kern: In casu werd medeplichtigheid aan uitlokking van (poging tot) oplichting aangenomen door de HR.
HR: ‘dat ( ) niet alleen steeds vaker handelingen niet rechtstreeks doch door meer tussenkomende personen verrichten, doch het ook niet zou aangaan, wanneer de persoon, aan wien iemand op wijze van art. 48 lid 2 Sr. Inlichtingen verschaft tot het volvoeren van een misdrijf, dien medeplichtige zou kunnen onttrekken aan strafbaarheid door het misdrijf vervolgens niet zelf te volvoeren doch het door een derde volvoeren daarvan uit te lokken ( )’

HR 24-01-1950, NJ 1950, 287 Examen
Casus
Tijdens een schriftelijk examen bleek een kandidaat zich voor een ander uit te geven. De valse kandidaat was tot deze poging tot oplichting uitgelokt door degene voor wie hij zich uitgaf omdat deze erg tegen het examen opzag. De uitlokker had hulp gevraagd en gekregen van zijn docent die hem een lijstje met namen van geschikte dubbelgangers had gegeven. Deze docent stond als verdachte centraal in dit arrest.
Rechtsvraag
Is medeplichtigheid tot uitlokking van een misdrijf strafbaar?
Essentie
De HR acht deze vorm van samengestelde deelneming strafbaar, zij stelt dat handelingen steeds vaker �niet rechtstreeks doch door meer tusschenkomende personen� worden verricht en onaanvaardbaar zou zijn dat men straffeloosheid zou kunnen bewerkstelligen door een tussenschakel in te lassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omschrijf Zuringzout arrest

A

Zuringzout NJ 1966, 145
Onderwerp: deelneming, art 46a
Kern:Bij de ander moet een voornemen worden gewekt dat deze daarvoor nog niet had. Dit voornemen moet bij die ander zijn ontstaan, wil men spreken van (poging tot) uitlokking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Omschrijf het arrest Duivenbloed?

A

HR 18 oktober 1960, NJ 1961, 415 (Duivenbloed) Studenten zetten een nep overval met duivenbloed in scene. De studenten worden vervolgd voor medeplegen van het doen plegen van een valse aangifte. De studenten worden veroordeeld voor het medeplegen van het doen plegen van een valse aangifte ae art. 188 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omschrijf Pastoorsarrest?

A

HR 27 juni 1898, W 7146 (Pastoorarrest) Pastoor dreef school met afgekeurde leslokalen. Twee onderwijzeressen in dienst om les te geven. Geen sprake van doen plegen want niet voldaan vereiste van willoos werktuig. Hier sprake van uitlokking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omschrijf Terpen arrest?

A

HR 19 december 1910, W 9122 (Terpen) Iemand laat illegaal een terp afgraven. De gravers weten dat dit onrechtmatig is. Ook sprake van doen plegen als de uitvoerders te kwader trouw zijn en door ontbreken niet strafbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar vind je deelneming aan strafbare feiten in het WvSr?

A

art 47 ev Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn daders ex art 47 lid 1 Sr?

A
  • pleger
  • doen pleger
  • medepleger

Allemaal sub 1

  • uitlokker (sub 2)

De dader heeft de bestanddelen van de delictsomschrijving vervuld, de anderen hoeven dat niet gedaan te hebben maar de wetgever ziet hen in een dusdanige relatie staan tot het begane delict, dat zij volledig strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem een andere vorm van deelneming en waarin onderscheidt zich dat?

A

Art 48

medeplichtigheid tijdens (sub 1)

medplichtigheid voorafgaand (sub 2)

Medeplichtigen zijn geen daders:

– strafvermindering ex art 49 lid 1

– slechts strafbaar bij misdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 vormen van deelneming heeft de wetgever voor ogen gehad?

A
  • Algemeen binnen Sr en andere wetten in materiele zin via art 91 Sr

Specifiek als:

  • strafverzwarende omstandigheid, bv 310 Sr
  • strafbaarheidsbepalende omstandigheid , bv art 141 lid 1 Sr
  • specifieke omschrijving van strafbaar gedrag, bv 140 & 140a deelneming aan een criminele en deelnemening aan een terroristische organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar gaat het bij art 140 Sr om?

A

Om een bijzondere vorm van” plegen met meer personen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zijn er voorbeelden waar uitlokking of medeplichtigheid bij het plegen van een feit zelfstandig strafbaar wordt gesteld en waarbij het grondfeit op zichzelf niet strafbaar is?

A

Ja, bv art 294 Sr het aanzetten of hulp bij zelfmoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor onderscheid bestaat er in de deelnemingsvormen?

A

Voorafgaand of consecutief:

  • uitlokken
  • doen plegen
  • medeplichtigheid tot

Tijdens of simultaan

  • medplegen
  • medeplichtigheid bij

Posterieur(na afloop):

niet in het algemeen, wel specifiek, bv art 189 lid 1 sub 2 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het beginsel van accessoiriteit?

A

Van strafbare deelnemenig is slechts sprake indien het feit, waarop de deelneming betrekking heeft, daadwerkelijk is gepleegd of een strafbare poging/voorbereiding daartoe is ondernomen.

Enige uitzondering: (mislukte) uitlokking van misdrijven (art 46a Sr)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het beginsel van accessoriteit niet in?

A

Dat de deelnemer niet vervolgd kan worden indien de pleger van het (grond)feit op grond van een aanwezige vervolgingsuitsluitingsgrond niet strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden.

Criterium is het werkelijk gepleegde delict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is randvoorwaardelijk voor ‘doen plegen’?

A

De onmiddelijke dader moet niet strafbaar zijn

(Pastoorarrest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

In de huidige rechstspraak is slechts de eis dat de daadwerkelijke uitvoereder van de strafbare gedraging om de een of andere reden niet strafbaar moet zijn.

Zijn er voorwaarden hoe dat moet?

A

Nee, alleen om een of andere reden niet strafbaar:

  • schulduitsluitingsgrond
  • indien de onmiddelijke dader een kwaliteit mist, welke als bestanddeel in de delictomschrijving is opgenomen

–>

Zie Terparrest

Andersom: missen van een kwaliteit bij de aanzetter tot het plegen van een strafbaar feit hoeft NIET in de weg te staan om hem als doen pleger van een kwalietitsdelict te kunnen veroordelen

–>

Zie Reispas arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Als bij de pleger straffeloosheid is agv het ontbreken van opzet of culpa, kan de doen pleger dan wel vervolgd worden?

A

Ja, het blijft noodzakelijk dat de pleger niet strafbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is opzettelojk handelen vereist voor doen plegen?

A

Ja, hoewel niet expliciet vermeld gaat het om de opzet die besloten ligt in ‘doen’.

Oook voorwaardelijke opzet is ok

–>

Duivenbloed arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kan er sprake zijn van doen plegen in een culpoos delict?

A

Het opzet van de doen pleger moet in de eerste plaats gericht zijn op de strafbare gedragingen van de uitvoerder.

Er kan wel sprake zijn van het doen plegen van een culpoos delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Is er een onderscheid tussen opzet voor de pleger en voor de doen pleger bij doleuze delicten?

A

Nee, er gelden dezelfde eisen

–>

Dit houdt in dat het opzet van de doen pleger niet gericht hoeft te zijn geweest op de geobjectiveerde bestanddelen, geobjectiveerde gevolgen en bijkomende voorwaarden voorstrafbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Moet de doen pleger weten dat de uitvoerder straffeloos is?

A

Nee

Er hoeft zelfs geen (persoonlijke) relatie te bestaan tussen de doen pleger en de uitvoerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat betekent het aaccesoire karakter van doen plegen?

A

het strafbare feit waarop het (voorwaardelijk) opzet van de aanzetter gericht is moet daadwerkelijk zijn gepleegd of een poging daartoe zijn gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Voorbeeld van doen plegen

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Moet bij doen plegen de onmiddelijke dader geheel straffeloos zijn?

A

Nee, deze voorwaarde heeft alleen betrekking op het delict waarop het opzet van de doen pleger is gericht

–>

Zo is het mogelijk dat de doen pleger wordt veroordeeld voor een doleus delict en deonmiddelijke dader strafbaar is inzake de culpoze variant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om van doen plegen te kunnen spreken?

A
  • opzet van de doen pleger moet gericht zijn op de strafbare gedraging van de uitvoerder
  • de uitvoerder moet de strafbare gedraging voltooien (of tot een strfabare poging daartoe)
  • maar moet om welke reden dan ook terzake van dat feit niet strafbaar zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk artikel behandelt uitlokken?

Wat zijn de eisen bij uitlokking?

A

art 47 , lid 1 sub 2 Sr

  • uitlokker zet aan
  • gebruik maken van de in de wet opgesomde middelen
  • onmiddelijke dader moet ook strafbaar zijn
  • ESSENTIEEL: opzet tot het plegen van het strafbare feit bij de onmiddelijke dader nog niet aanwezig was maar dat dit wordt opgewekt door de uitlokker

–>Zuringzout arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is:

  • gift
  • belofte

bij uitlokking?

A

Gift: indien de uitlokker voordat het strafbare feit gepleegd wordt de uitgelokte een goed geeft, waarop deze laatste niet uit andere hoofde recht heeft

Belofte: toezegging van geld, goederen, vooruitzicht stellen van diensten of gunsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is misbruik van gezag bij uitlokking?

A

indien de uitlokker ihkv een ondergeschiktheidsrelatie zeggenschap heeft over het gedrag van de uitgelokte en deze gezagspositiegebruikt om een strafbaar feit te laten plegen

–> de maatschappelijk werkelijkheid is naast de wettelijk geregelde gezagsrelatie bepalend of er sprake is van uitlokking dmv misbruik van gezag

30
Q

Moet bij uitlokking bedreiging greicht zijn op fysiek geweld van de uitgelokte?

A

Nee, kan ook niet fysiek geweld ijn, zoals bv dreigen met een faillissement

  • kan ook gaan over bedreiging van familie, kennissen, etc
31
Q

Misbruik van gezag, geweld en bedreiging hebben betrekking op situaties op het grensvalk van uitlokking en doen plegen.
wat betekent dat?

A

Indien de pleger geen weerstand kan bieden –> psychische overmacht –> doen plegen

wel weerstand kunnen of moeten bieden –> uitlokken

32
Q

Wat is misleiding bij uitlokking?

A

Door het geven van een verkeerde voorstelling van zaken de uitgelokte aanzetten tot een strfabaar feit.

33
Q

Wat is het verschil tussen uitlokkking en medeplichtigheid?

A

Uitlokking: initiatief tot het plegen van een strafbaar feit moet komen van de uitlokker

Medeplichtige (tot het plegen van een misdrijf) levert slechts een ondersteunende rol

34
Q

Waar is een uitlokker voor aansprakelijk?

A

1) Voor die strafbare handelingen waarop zijn opzet was gericht
2) en hun gevolgen

Dat betekent bv dat als iemand een ander wil laten inbreken en er verder geen ‘afspraken’ zijn gemaakt, de uitlokker ook voor het gekwalificeerde misdrijf van inbreken ‘s nachts en in vereniging kan worden veroordeeld

Als de uitlokking was gericht op diefstal kan hij echter niet veroordeeld worden voor een eventuele mishandeling

35
Q

Wat is voldoende om opzettelijke uitlokking te kunnen bewijzen?

A

voorwaardelijk opzet van de uitlokker

36
Q

Wat is het effect van de voorwaardelijk opzetconstructie bij uitlokking?

A

Als het daadwerkelijk gepleegde (zwaardere) feit in de sfeer van het door de uitlokker beodelde feit en blijkt niet van een zeer gerichte ‘opdracht’ door deze laatste, dan zal via de voorwaardelijke opzet de uitlokking van dit zwaardere feit bewezen kunnen worden

37
Q

Is culpoze uitlokking strafbaar?

A

Nee, alleen opzettelijke uitlokking

–> de uitlokker moet zich bewust zijn dat hij een ander aanzet tot het plegen van een strafbaar feit

38
Q

Wat betekent dat de opzet van de uitlokker tweeledig moet zijn?

A
  • opzet moet zijn gericht op het met behulp van een van de uitlokkingsmiddelen wekken van het opzet bij de pleger om een strafbaar feit te begaan
  • EN opzet moet gericht zijn geweest op de bestanddelen van het delict dat door de uitgelokte wordt geleegd

–> dat betekent bij een overtreding de opzet van de uitlokker ook moet zijn gericht geweest op de bestanddelen van dat delict, ook al wordt volgens de delictomschrijving geen opzet van de pleger vereist.

(bij doen plegen is dt niet noodzakelijk).

39
Q

Geldt het opzetvereiste bij uitlokking ook ten aanzien van geobjectiveerde bestanddelen, zoals bv ‘werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’?

A

Ja

om als uitlokker van wederspannigheid veroordeeld te worden moest de uitlokker dit weten

MAAR

via voorwaardelijk opzet is dit vaak te omzeilen

40
Q

Kan er sprake zijn van uitlokking van culpoze gevolgsdelicten?

zie voorbeeld p180 werkboek 1

Vragen aan een derde om tegen betaling een auto met soms weigerende remmen naar de garage te brengen en er door deze weigerende remmen door de derde een verkeersongeluk veroorzaakt wordt

A

Volgens de literatuur wel; er is geen jurisprudentie over

reden:

het feit dat de uitlokker door zijn gedraging om een ander een culpoos delict te laten plegen zelf het bestanddeel culpa vervuld heeft en dus zelfstandig als culpoze dader vervolgd kan worden

41
Q

Wat is het gevolg van de erkenning van functioneel daderschap door de HR voor de deelenemingsvormen doen plegen en uitlokken?

A

Functioneel daderschap = er bestaat een functionele relatie tussen de aanzetter en de onmiddellijk dader, dan kan de eerste, als voldaan is aan bepaalde criteria, zonder gebruik te maken van deelneimingsconstructies rechstreeks als pleger veroordeeld worden

–>

Er is alleen nog behoefte aan doen plegen en uitlokken als er geen relatie bestaat

42
Q

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil er sprake zijn van strafbare uitlokking?

A

INVULLEN ANTWOORD 5.4

43
Q

Noem de 4 personen die als dader gestraft kunnen worden?

A
  • pleger
  • uitlokker
  • doen pleger
  • medepleger
44
Q

Wat is kenmerkend voor een medepleger?

A
  • substantiele rol tav de feitelijke uitvoering van de strfabare gedraging
  • krijgt vorm TIJDENS het plegen van het strafbare feit en niet er voor
  • hoeft NIET lijfelijk aanwezig te zijn tijdens het plegen van het delict
45
Q

Noem 3 vormen van medeplegen?

A

1) ieder van de medeplegers vervult de geheledelictsomschrijving –> geen sprake van uitbreiding strafbare gedragingen (een ieder kan voor het geheel immers al veroordeeld worden)
2) ieder van de medeplegers vervult slechts een gedeelte van de delictsomschrijving, maar is aansprakelijk voor het geheel –> doel wetgever van art 47 lid 1 Sr : ieder van de deelnemers kan nu veroordeeld worden voor het ‘zwaardere’ strafbare feit, mits er een afgesproken plan is
3) een van de medeplegers vervult de delictomschrijving, maar de ander is daar zo nauw bij betrokken en vervult een zo belangrijke taak in het geheel, dat hij mede strafrechtelijk aansprakelijk gesteld wordt voor de delictsrealisering

46
Q

Wat is het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid?

A
  • rol die persoon speelt

– ondersteunend = medeplichtigheid

– resultaat van een planning = medpleger

  • aard van het samenwerkingsverband
47
Q

Noem 2 voorwaarden voor medeplegen van een strafbaar feit?

A

-1) bewuste samenwerking

gericht op:

– opzet op de samenwerking &

– het opzet op de resultaat van die samenwerking

Dit kan spontaan ontstaan en hoeft niet gepland te zijn

2) gezamenlijke uitvoering van de strafbare gedraging

– lijfelijke aanwezigheid niet nodig –> Containerdiefstal arrest

48
Q

Is het zich niet distantieren van de situatie genoeg om medeplegen aan te nemen?

A

Nee,

er zouden meer omstandigheden moeten blijken die duiden op medeplegen (HR)

49
Q

Hoe lijkt de HR aan te kijken tegen het medeplegen van diefstal vs diefstal door 2 of meer verenigde personen(=gaat meer dreiging van uit)?

A

De HR lijkt het gelijk te stellen

50
Q

Wat is de eis van de dubbele opzet bij medeplegen?

A

Doel = opzetdelict, dan

  • sprake zijn van opzet gericht op de samenwerking

EN

  • opzet gericht op de strafbare gedraging en/of het gevolg
51
Q

Hoe moet je de eis van het dubbele opzet zien bij medeplegen van culpoze delicten?

A

Naast opzet op de samenwerking, moet ook het opzet op de (culpoze) gedraging vastgesteld dienen te worden.

52
Q

Kan er sprake zijn van medeplegen van kwaliteitsdelicten?

A

Ja, mits:

  • bewuste samenwerking
  • gezamenlijke uitvoering

HR Magazijnbediende

53
Q

Wat zijn de 2 vormen van medeplichtigheid?

A
  • opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf
  • opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf
54
Q

Geef aanvullende kenmerken van medplichtigheid?

A
  • alleen strafbaar bij of voorafgaande aan een misdrijf
  • medeplichtigheid aan een overtreding is niet strafbaar
  • actieve medeplichtigheid, bv aangeven van een stok waarmee mishandeling wordt gepleegd
  • passieve medeplichtigheid: moeder grijpt niet in bij mishandeling van een kind door de vader
55
Q

Is een toeschouwer medeplichtig aan mishandeling indien hij tijdens een wandeling een hem onbekende man een ander persoon op straat in elkaar ziet slaan, maar niet ingrijpt?

A

Nee, zorgplicht gaat niet zo ver dat hier sprake is van passieve medeplichtigheid.

Tenzij:

  • de persoon een agent is
  • art 446 Sr in het geding is
56
Q

Wanneer is medeplichtigheid strafbaar?

A
  • accesoiriteit (beoogde misdrijf, of een strafbare poging daartoe, moet zijn voltooid)
  • (voorwaardelijk) opzet op van medeplichtige is gericht op zijn (ondersteunende) rol
  • (voorwaardelijk opzet) op het plegen van een misdrijf door de ander

– het opzet van de medeplichtige hoeft echter niet de precieze wijze waarop het misdrijf wordt gepleegd te omvatten (HR)

  • mislukte medeplichtigheid niet strafbaar (wel bij uitlokking of doen plegen)
  • Indien de opzet van de medeplichtige op iets anders was gericht dan het door de feitelijke dader gepleegde delict, kan er niet van medplichtigheid worden gesproken
57
Q

Als het feit waarop de opzet van de medeplichtige is gericht weliswaar afwijkt van het door de pleger begane feit, maar het geen volledig verschillende feiten zijn, is er dan sprake van medeplichtigheid?

en wat zijn de consequenties?

A

Ja,

moet in elkaars verlengde liggen:

  • diefstal - gekwalificeerde diefstal
  • mishandeling - zware mishandeling

DUS:

Indien medeplichtige hulp verleent bij een diefstal , maar de dader pleegt deze diefstals, zonder dat de medeplichtige op de hoogte is, dmv braak in vereniging, dan zal de medeplichtige alleen veroordeeld kunnen worden voor medeplichtigheid aan gekwalificeerde diefstal en neit terzake van medeplichtigheid aan eenvoudige diefstal

MAAR

art 48 lid 4 Sr: de straf wordt bepaald op die handelingen waarop de medeplichtigheid was gericht. In dit geval dus niet hoger dan 2/3 van de hoofdstraf op een voudige diefstal terwijl de kwalificatie zal zijn: medeplichtigheid aan diefstal door braak gepleegd door 2 of meer verenigde personen

58
Q

Wat is gelijktijdige medeplichtigheid en hoe kwalificeer je die?

A
  • grenst aan medeplegen maar:

– ondergeschikte rol

– mag geen initiatief tot het plegen van het misdrijf hebben genomen

–>

Gaat dus om ondergeschikte hulp en ondersteuning, niet echt om eemdoen of een wereklijke samenwerking

59
Q

Wat is voorafgaande medeplichtigheid?

A
  • Medeplichtigheid die vooraf gaat aan een misdrijf
  • streng in de wet omschreven (art 48 sub 2 Sr)
  • wanneer het om informatie gaat moet die ‘informatie’ behulpzaam zijn bij het plegen van het delict
60
Q

Wat is het verschil tussen uitlokken en voorafgaande medeplichtigheid?

A
  • uitlokker wekt het plegen bij de uitvoerder op, neemt het initiatief
  • medeplichtigheid = hulp bij een misdrijf waarop het opzet van de uitvoerder al is gericht
61
Q

Is culpoze medeplichtigheid strafbaar?

A

Nee, alleen opzettelijke medeplichtigheid DUS:

  • eis van dubbel opzet
    vb: zonder bijbedoelingen vertellen dat je buren met vakantie zijn en er wordt door die persoon ingebroken is geen medeplichtigheid
62
Q

Zijn de deelnemeingsvormen van art 47 & 48 Sr zelfstandige feiten of niet?

A

Ja, art 47Sr

HR: Examen arrest (medeplichtigheid aan uitlokking)

HR : Twentse knopen

Dat betekent:

  • strafbare deelnemeningaan deelneming is mogelijk
  • medeplichtigheid aan uitlokking is mogelijk
  • uitlokking van uitlokking is mogelijk

Ja, art 48 Sr

medeplichtigheid aan medeplichtigheid is strafbaar

63
Q

Kan 1 persoon tav 1 strafbaar feit meerdere rollen vervullen op grond waarvan hij apart strafbaar is?

A

Ja, HR 1993

vb uitlokken en medeplegen diefstal in het van Gogh museum:

– ten eerste een ander tot het plegen van een strafbaar feit uitgelokt

– ten tweede samen met deze persoon het strafbare feit begaan

–> voor beide gedragingen apart strafbaar; gedragingen zijn ook in tijd en plaats te onderscheiden

64
Q

Welke deelnemingsvormen sluiten elkaar uit?

A
  • uitlokken (onmiddelijke dader zelf strafbaar)en doen plegen (onmiddelijke dader niet strafbaar)
  • uitlokking en voorafgaande medeplichtigheid
  • doen plegen en medeplegen –> doen plegen kan wel in medeplegen overgaan : vb: iemand werkt een plan voor diefstal helemaal uit, maar laat zijn zoon van 10 de diefstal plegen. Sinds Containerarrest kan de kwade egnius vervolgd worden als medepleger terwijl er een vervolgingsuitsluitingsgrond is voor de zoon van 10
65
Q

Is poging tot poging van een misdrijf mogelijk?

A

Nee

66
Q

Is strafbaar:

1) poging tot medeplegen?
2) Poging tot uitlokking?
3) Poging tot doen plegen?
4) Poging tot medeplichtigheid?
5) Poging tot poging
6) poging tot aanslag?

A

1) Ja
2) Ja, zelfstandig strafbaar ogv art 46aSr
3) Ja, art 46 a Sr
4) niet afzonderlijk strafbaar
5) Nee
6) Nee

67
Q

Is mislukte uitlokking van medeplichtigheid , welke vorm dan ook, strafbaar?

A

Nee (HR)

68
Q

Is naast poging tot het plegen van een misdrijf, ook strafbaar:

1) medeplegen van poging
2) uitlokking van poging
3) doen plegen van poging
4) medeplichtigheid aan poging?

A

1 t/m 4 : Ja

Volgens art 78 valt onder misdrijf ook poging tot misdrijf, dus ook deelenemning aan poging tot misdrijf

En dus ook medeplichtigheid aan poging tot misdrijf

69
Q

Wat is de hoofdregel tav art 50 Sr?

A

Regeling van art 50 Sr is niet van toepassing, indien de persoonlijke omstandigheid bestanddeel is van een zelfstandig geformuleerde delictsomschrijving

vb: zo kan iemand medepleger zijn van een ambtsmisdrijf genoemd in Titel XXVIII van boek 2 Sr, indien hij zelf niet de kwaliteit van ambtenaar bezit, maar zijn medepleger wel en hij van dit laatste op de hoogte is

70
Q

Hoe verhoudt art 50 Sr zich tov strafuitsluitingsgronden?

A

Regeling van art 50 is alleen van toepassing indien er sprake is van een schulduitsluitingsgrond

vb: indien 2 personen een derde mishandelen en een kan een beroep doen op noodweerexces, dan heeft dat geen effect op de strafbaarheid van de andere persoon.

71
Q

Moeten strafverzwarende subjectieve bestanddelen, zoals met voorbedachte rade in art 289 als strafbaarheidsbepalende of strafbaarheidswijzigende , ic tov art 287 sr, omstandigheid moeten worden opgevat?

A

Strafbaarheidsbepalend: ze geven het delict een eigen strafwaardig karakter. art 50 sr is dan niet van toepassing

Dit geldt ook voor strafbaarheidswijzigende omstandigheden, bv art 311 Sr, waar art 50 sr niet van toepassing is. Zij hebben immers betrekking op de objectieve omstandigheden waaronder het gronddeleict, ic diefstal, wordt begaan