De Hullu: De subjectieve zijde van een strafbaar feit (behorend bij L2 werkboek) Flashcards

1
Q

Omschrijf het NL strafrecht en geef kenmerken?

A

NL strafrecht is :

  • Daadstrafrecht
  • Schuldstrafrecht

Naast de objectieve zijde van het strafbare feit wordt een subjectieve zijde onderkend waarbij de persoon van de dader centraal staat.

– straffen pas als de schuld van de dader vaststaat

– nadruk op individuele aansprakelijkheid en vermeiden risico aansprakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kenmerkend in het NL strafsysteem?

A

De vrije wil (ook in strafzaken(misdaden) en de verantwoordelijkheid hiervoor

dus:

  • verwijtbaarheid is basisvereiste voor strafrechtelijke aansprakelijkheid
  • opzet als voorwaarde voor aaansprakelijkstelling voor een relatief zwaar delict- het gaat om de verwijtbaarheid ten tijde van de delictsgedraging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gelden de algemene uitgangspunten als verijtbaarheid etc voor individuen of ook voor rechtspersonen in het strafrecht?

A

Voor individuen en voor rechtspersonen gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vroeger was het fysieke aspect van een gedraging (de gewilde spierbeweging) heel belangrijk in de strarechtspleging.

Is dat nog steeds?

A

Nee, niet alleen meer.

Tegenwoordig ook vaak een combinatie tussen doen en laten

Functioneel daderschap speelt ook mee: macht hebben over de gedraging van een ander

Dit geldt zowel voor individuen als voor rechtspersonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een belangrijk arrest voor functioneel daderschap en wat zijn de belengrijkste conclusies?

Gelden deze conclusies ook voor rechtspersonen?

A

Ijzerdraad arrest

  • daderschap en de subjectieve zijde van een strafbaar feit moeten uit elkaar worden gehouden
  • toerekening van opzet van de fysieke aan de feitelijke dader kan geen sprake zijn –> functionele dader moet dus zelf opzet of schuld hebben wanneer de delictsomschrijving zo’n subjectief bestanddeel bevat.
  • idem voo rechtspersonen maar hier wordt dit onderwerp meer beheerst door toerekeningsconstructies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor rol spelen opzet en schuld bij misdrijven?

A
  • Zijn noodzakelijk als bestanddeel
  • indien niet aanwezig als subjectief vereiste ‘leest ‘ de HR deze daarin

Uitzondering: bij een enkel misdrijf, bv rijden onder invloed, wordt opzet of culpa expliciet noch impliciet als voorwaarde op bestanddeelniveau gesteld –> redenatie: de werking van alcohol is algemeen bekend. Eigenlijk een dunne redenatie enkel en alleen om het OM te ontlasten om schuld in dit soort gevallen te moeten bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het bij overtredingen genoemd dat opzet of schuld niet worden vereist?

A

Leer van het materiele feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een belangrijke uitspraak vanuit het EVRM en de effecten daarvan voor NL strafrechtspraak?

A

Salabiaku

gaat over art 6 lid 2 EVRM

kern uitspraak: leer van het materiele feit wordt in principe aanvaard, maar de toepassing ervan in concrete strafzaken moet wel met de onschuldpresumptie in overeenstemming zijn

Voor NL: bij misdrijven nadruk op opzet of schuld, bij overtredingen materiele feit meer op de voorgrond;

is dus geheel in lijn met NL strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ontwikkelingen zijn discutabel in het licht van het beginsel van onschuld?

A

o. a.
- omkering van bewijslast, zeker bij zorgplichtbepalingen en vage normatieve bestanddelen
- de tendens in de anti-terrorismewetgeving
- aansprakelijkheid eigenaar of kentekenhouder in WAHV

– risico-aansprakelijkheid geintroduceerd?

– HR baseert het wel heel erg op pragmatische argumenten: financiele sanctie van beperkte omvang

  • verlengde zorgplicht, bv tav vervoer van vreemdelingen door KLM

De Hullu acht het ‘alleen een maar wat scherper accent’

:-(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk beginsel wijst de HR bij straftoemeting na vaststelling strafbaarheid?

A

Dat de straf uitsluitend door de mate van schuld moet worden bepaald

Ook geldt:

  • overwegingen van vergelding
  • preventie
  • mate van schuld is een weinig precies begrip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk begrip staat in de straftoemeting onder druk en waarom?

A

Individuele vaststelling van straf met een mogelijkheid om recht te doen aan de bijzonderheden van het individu en zijn bijzondere geval.

Onder druk door:

  • nadruk op gelijkheid
  • standaardisering straftoemeting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van opzet?

Waar gaat de wetgever verder?

A
  • Weten en willen
  • introductie terroristisch oogmerk bij diverse delicten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kleurloos opzet?

A

Geen opzet op de wederrechtelijkheid van het feit behoeft te worden bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor wordt de betekenis van het opzetvereiste in belangrijke mate bepaald?

A

Door de vraag op welke bestanddelen van de delictsomschrijving in kwestie het opzet gericht moet zijn geweest.

  • meestal gericht op alle
  • in redelijkheid omgaan met situaties waar het tot onaanvaardbare of kennelijk niet bedoelde resulatten leidt
  • soms zijn bestanddelen aan het opzetvereiste onttrokken (geobjectiveerde bestanddelen)(veelal ervoor maar soms duidelijk uit de wetsgeschiedenis)vb: objectivering leeftijd bij zedendelicten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de algemene intepretatieregel voor het bereik van het woord opzet in de delictomschrijving?

A

Algemeen: heeft betrekking op alle bestanddelen die na het opzetvereiste in de delictsomschrijving zijn opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem uitzondering(en) op de algemene intepretatieregel voor het bereik van het woord opzet?

A
  • Bij zijzondere wetgeving: veelal bepaald dat bij opzettelijke overtreding van een bepaald voorschrift een misdrijf oplevert –> betrekking op alle bestanddelen tenzij dat tot onaanvaardbare of kennelijk niet bedoelde resultaten leidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe worden bestanddelen genoemd die aan het opzetvereiste zijn onttrokken en noem een voorbeeld?

A
  • Geobjectiveerde delicten –> hiervoor zijn moeilijk regels te geven
  • Vbb: leeftijd slachtoffer bij zedendelicten wordt geobjectiveerd tbv een zo doeltreffend mogelijke bescherming –> minder bewijsvereisten en dus ruimere aansprakelijkheidsstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er meestal bij door het gevolg gekwalificeerde delicten?

A

gevolg is doorgaans geobjectiveerd

vb: geweldsdelicten waarbij bepaalde gevolgen strafverhogend werken (bv art 302 Sr: zware mishandeling indien het de dood tot gevolg heeft –> opzet en schuld aan de dood hoeft niet te worden bewezen –> zekere risico aansprakelijkheid ten aanzien van de gevolgen

Wordt ook wel pechstrafrecht genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Speelt afwezigheid van alle schuld een rol bij ‘pechstrafrecht’?

A

Nee, maar kan wel van belang zijn voor het brede causaliteitscriterium van de redelijke toekenning–> des te meer opzet of schuld aanneemelijk is, des te eerder zal de toerekening van het gevolg redelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Beheersen bepaalde bijzondere opzetvormen als ‘ oogmerk’ en ‘wetende dat’ de gehel delictsomschrijving?

A

Nee, zijn slechts aan een of enkele bestanddelen gekoppeld (blijkt ui tekst delictomschrijving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is kleurloos opzet?

A

Opzet dat beperkt blijft tot de bestanddelen van de delictsomschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kent NL de regel van ‘boos opzet”? of wel moet de opzet niet alleen op bepaalde bestanddelen van de delictsomschrijving zijn gericht, maar ook op de strafbaarheid van het gedrag?

A

Nee, NL kent kleurloos opzet (HR 1952)

met 2 uiztonderingen:

  • een delictsomschrijving waarin de formulering opzettelijk… wederrechtelijk wordt gebezigd zonder dat beide bestanddelen door het voegwoord ‘en’ zijn verbonden
  • als de wetgever duidelijk maakt dat hij ‘boos opzet’ in een bepaald delict vereist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Noem een voorbeeld van de eigen inkleuring van het begrip opzet bij een delict?

A

Bijzonder opzetvereiste in art 140 lid 1 Sr: deelnemen aan een criminele organisatie: in zijn algemeenheid weten dat dit een criminele organisatie is en niet het vereiste om specifieke delicten in het bijzonder te kennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat moet gebeuren bij de intepretatie en het bewijs van opzet?

A

De context van het specifieke delict –> opzet in de hedendaagse praktijk wordt mede bepaald en ingevuld door meer specifiek op het delict betrokken regels en omstandigheden

Dit uiteraard wel in een algemeen kader en zodanig dat niet bij ieder delict naar de individuele opzetvereiste behoeft te worden gezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is dolus generalis?

En geldt de uitkomst ook voor opzet?

A

Opzet kan meerdere delicten omvatten : bv: als doodslag niet lukt subsidiair wel zware mishandeling

Bij poging geldt hetzelfde: dat de poger de bedoeling had het delict te voltooien ipv in de pogingsfase te blijven steken, levert in juridische zin geen opzetprobleem op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe vangt de HR :

  • aberratio ictus (afdwaling van het projectiel)
  • error in persona
  • error in objacta

op?

A

Via voorwaardelijke opzet: het voorzien van de gevolgen. Het opzetbegrip is zo breed dat dit er onder gebracht kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is kenmerkend voor opzet?

A

Juridisch begrip: ruimer dan bedoeling; het kan zich ook uitstrekken tot het in gang zetten van gebeurtenissen, ook al is neit direct beoogd wat uiteindelijk is gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Is het nl strafrecht:

  • normatief
  • subjectief

objectief?

A

In principe normatief

we vergelijken de verdachte met een normaal mens –> dat heeft een objectiverende ondertoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de psychische diepgang bij opzet?

A

Nauwelijks.

Opzet heeft een eigen juridische betekenis, waarin een element van toerekening, van aansprakelijkheid schuilt.

Geestelijke stoornis heeft betrekking bij de strafuitsluitingsgrond ontoerekenbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de kern van opzet?

A

weten en willen

(niet teveel psychische diepgang aan toekennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Welke formule hanteert de HR bij opzet?

A

om het willens en wetens of bewust aanvaarden van een aanmerkelijke kans op (doorgaans) een bepaald gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Omschrijf voorwaardelijk opzet?

A

Het gaat bij voorwaardelijk opzet steeds:

  • om het bewust aanvaarden van
  • een aanmerkelijke kans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Moet voorwaardelijk opzet expliciet worden gemaakt door de strafrechter?

A

Ja, in een eventuele bewijsoverweging moeten de verschillende, maar wel met elkaar samengangende - elementen van het voorwaardelijk opzet zijn terug te vinden en op een plausibele manier worden toegepast

34
Q

Kan onverschilligheid onder voorwaardelijk opzet vallen?

Is dit eenduidig?

A

ja, vooral als de bewustheid van een risico kan worden vastgesteld

of de algemene bekendheid voor een normaal mens

Bij te veel weten kan sprake zijn van een bewust aanvaarden

Onverschilligheid blijft door haar verschillende verschijningsvormen op het grensgebied tussen opzet en culpa bevinden

35
Q

Waar gaat het bij voorwaardelijk opzet om?

A

Om de aanvaarding van een aanmerkelijke kans

–> puur mogelijkheidsbewustzijn lijkt niet voldoende, waarschijnlijkheidsbewustzijn is vereist

36
Q

Waardoor wordt de ondergrens van opzet bepaald?

Geef een voorbeeld?

A

Aanmerkelijkheid van de kans

vb: HIV rechtspraak over vervolging tot poging tot doodslag na onveilig sexueel contact waarbij men wirdt zelf het HIV virus te dragen

37
Q

Is de inhoud van het begrip aanmerkelijke kans afhankelijk van de aard van het gevolg?

A

Nee

De aanmerkelijke kans moet er objectief zijn

(de inschatting van de verdachte is niet alle bepalend, het gaat tevens om een meer objectieve toetsing

38
Q

Vereist de HR een bepaald % kans bij aanmerkelijke kans?

A

Nee, het gaat om een grofstoffelijke inschatting

39
Q

Wat is het verwijt tav de uitdijende praktijk van de ontwikkeling van voorwaardelijk opzet in drugsgerelateerde zaken?

A

Het aanvaarden van voorwaardelijke schuld met behulp van een culpa in causa argumentatie die weer neerkomt op een zorgplicht schending brengt mee dat de (persoonlijke) strafbaarheid geruisloos opgaat in een ruimere aansprakelijkheid bij het dragen van verantwoordelijkheid, hetgeen zelfs tendeert naar risico aansprakelijkheid.

40
Q

Wat is nog een gevaar van het uitdijende voorwaardelijk opzet begrip?

A

Dat naast het steeds minder aan de orde zijn van de persoonlijke schuld, er geen rekening wordt gehouden met specifieke omstandigheden van een zaak en dat alles wordt ‘ doodgeslagen’ door de voorwaardelijk opzet formule

41
Q

Noem de 2 belangrijke conclusies uit de HIV arresten?

A
  • (poging tot) doodslag of mishandeling mag niet gaan fungeren als overkopelende abstracte gevaarzettingsdelicten
  • het onderscheid tussen opzet en schuld wordt benadrukt en dat vooral ook uit wetenschap ovr kwade kansen niet zonder meer de aanvaarding van die kwade kans mag worden afgeleid

-

42
Q

Hoe gaat de hedendaagse jurisprudentie om met “oogmerk’?

A

Restrictief:

wanneer oogmerk wordt genoemd in de delictsomschrijving of in de tenlastelegging wordt dat oogmerk als een bijzondere vorm van opzet behandeld waarvoor voorwaardelijk opzet niet voldoende is

Er wordt een soort zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn vereist.

43
Q

Is het bestaan van meerdere motieven of een rangorde daarin strafrechtelijk relevant?

A

Nee

44
Q

Noem 2 vormen van oogmerk?

Zijn er verschillen?

A
  • Klassieke oogmerk; specifiek opzetvereiste dat gericht is op (enkele) andere bestanddelen van de delictomschrijving(en dus de werking van de delictomschrijving inperkt)
  • terroristisch oogmerk : subjectief strafverzwarend bestanddeel (eigenlijk het binnenhalen van het ‘kwade motief’ in de nl wetgeving
45
Q

Noem 2 bijzondere opzetvormen?

A
  • oogmerk
  • ’ wetende dat’
46
Q

Hoe omschrijft de HR ‘wetende dat’?

A

HR 2008:

wtende dat in het algemeen als een omschrijving van opzet is bedoeld en onder opzet in het algemeen voorwaardelijke opzet is begrepen.

Wetende dat omvat opzet in voorwaardelijke vorm

47
Q

Omschrijf voorbedachte raad conform HR?

A

Voldoende is dat de dader tijd had zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit, zodat de gelegenheid heeft bestaan dat hij over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad heeft nagedacht en zich daarvan rekenschap heeft gegeven.

  • tijdsverloop hoeft niet lang te zijn
  • mag zich ten dele afsprelen tussen de gewelddadige handelingen
48
Q

Hoe wordt schuld als bestanddeel genoemd en wat zijn de gevolgen?

A

Schuld als bestanddeel = culpa

Voor culpa is grove schuld vereist

49
Q

Wat is de verfijning die in 2006 is geintroduceerd voor de belangrijkste culpoze gevolgsdelicten (art 307 & 308 Sr en art 6 jo 175 WvW)?

A

Introductie roekeloosheid:

zeer onvoorzichtig gedrag waarbij welbeweust en met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico’s worden genomen

50
Q

Hoe omschrijft de rechtspraak culpa?

A

Er moet sprake zijn van een min of meer grove aanmerkelijke schuld

De kern lijkt geegen in de verwijtbare onvoorzichtigheid

51
Q

Noem kenmerken van culpa?

A

de dader

  • moest anders handelen
  • kon anders handelen
52
Q

Welke elementen spelen bij schuld een rol en welke bij culpa?

A

Schuld:

  • geoorloofd risico
  • Garantenstellung
  • wederrechtelijkheid

Culpa:

  • Garantenstellung
  • psychische component: bewuste schuld, onbewuste schuld, onverschilligheid
53
Q

Welke 2 typen culpoze delicten bestaan er?

A
  • Culpoze gevolgsdelicten (bv art 307 Sr)
  • culp heeft betrekking op een bijkomende omstandigheid (komt veel minder voor) (bv art 417 bis)
54
Q

Hoe kijkt de HR naar schuld en wat dient er daarom te gebeuren?

A

Schuld heeft onvoldoende feitelijke betekenis voor art 261 lid 1 Sv –> elke vervolging van een culpoos delict wordt gekleurd door de nadere omschirijving in de tll

–>

Beslissingen over culpoze delicten worden dus door een belangrijk deel bepaald door de bijzondere feitelijke en juridische omstandigheden van de casus in kwestie

55
Q

Wordt Culpa beheerst door een normatief oordeel of een geestesgesteldheid?

A

Normatief; het wordt veelal volstrekt objectief beoordeeld

56
Q

Hoe staan schulduitsluitingsgronden tov culpa?

A

Is er in opgenomen

–> Dat betekent dat alle strafuitsluitingsgronden bij culpoze delicten bewijsverweren zijn.

57
Q

Kan schuld van anderen relevant zijn bij culpa?

A

Medeschuld van anderen is derhalve voor de vaststelling van de strafrechtelijke culpa niet direct relevant, de eigen schuld staat centraal

De eiegen schuld moet wel van voldoende kaliber zijn, voldoende grof en dat aspect van de culpa kan onder druk komen te staan door schuld van anderen aan hetzelfde gevolg

58
Q

Over welk culpoos delict is veel jurisprudentie en geef wat kenmerken?

A

culpoze verkeersdelict

  • geen directe doleuze tegenhanger maar wel (zwakkere) overtredingen als tegenhanger
  • zwaar strafmaximum
  • centrale vraag is of er sprake is van ernstige onvoorzichtigheid, van zo’n grove schuld dat aansprakelijkstelling voor het verkeersmisdrijf gerechtvaardigd is

-

59
Q

Maakt verwijtbaarheid onderdeel uit van de culpa?

A

Ja

HR 1969 Sittardse inhaalmanoevre

Het bewijs van de verwijtbaarheid mag vrij snel worden aangenomen. Volstaan kan worden met het zoveel mogelijk aannemelijk maken van het normale karakter van de omstandigheden van het geval.

60
Q

Hoe wordt verkeersschuld beoordeelt?

A

Feitelijk, het gaat om het samenstel aan feiten in de concrete situatie

61
Q

Wat doen de wettelijk strafverzwarende omstandigheden uit art 175 WVW (bv drankgebruik en veel te hard rijden)?

A

Dubbelrol:

  • dragen bij aan het bewijs van de culpa
  • strafverzwarend
62
Q

Wat is de kern van van culpa bij culpoze delicten?

A

verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid

63
Q

Welke 2 kanten kent culpa materieelrechtelijk?

A

de dader moest anders handelen en kon ook anders handelen

of

vermijdbaarheid en verwijtbaarheid

of

objectie en subjectieve kant van culpa

64
Q

Wat met de verdachte doen indien er culpa blijkt bij een culpoos delict?

A

Hij moet bijzonderheden naar voren brengen waaruit blijkt dat hij niet anders heeft kunnen handelen

65
Q

Welke elementen spelen een rol tijdens de normatieve beoordeling van schuld?

A
  • geoorloofd risico
  • Garantenstellung
  • wederrechtelijkheid
66
Q

Welke typen culpoze delicten kent de wet?

A

1) culpoze gevolgsdelicten (bv art 307 Sr, dood door schuld)
- - schuldverband op een gevolg betrokken, en

– neemt in de delictsomschrijving daardoor een belangrijke plaats in

2) culpa heeft betrekking op bijkomende omstandigheden

67
Q

Waar tref je vooral culpoze gevolgsdelicten aan?

A
  • algemene veiligheid van personen
  • goederen in gevaar
  • groot of onherstelbaar nadeel aan bijzondere personen
68
Q

Hoe kijkt de HR naar ‘schuld’ bij culpa in de tll?

A

Er moet een nadere omschrijving van zijn. En die nadere omschrijving bepaalt de zwaarte van het bewijs

–> dat betekent dat door het zo feitelijk te maken in de tll de bijzondere juridische en feitelijke omstandigheden in een casus vaak een rol spelen en er dus moeilijk algemeen materieelrechtelijke conclusies kunnen worden getrokken uit bepaalde beslissingen

69
Q

Is het mogelijk om na het bewezen verklaren van culpa het vaststellen van avas mogelijk?

A

Niet meer goed denkbaar

70
Q

Wat zijn alle strafuitsluitingsgronden bij culpoze delicten?

A

bewijsverweren

Ook een verworpen beroep op een exceptie kan toch tot vrijspraak leiden omdat daardoor de vereiste mate van schuld, de grofheid kan wegvallen

71
Q

Is, wanneer er meerdere verdachten zijn, de schuld van anderen relevant?

A

Nee, de eigen schuld staat centraal

(het kan wel zo zijn dat de grofheid wegvalt door de schuld van anderen)

72
Q

Waarom is het culpoze verkeersdelict ex art 6 WVW bijzonder?

A
  • geen doleuze tegenhanger
  • veel tegenhangers in overtredingen
  • zwaar strafmaximum

-

73
Q

Wat is kenmerkend aan verkeersschuld?

A

De aanwezigheid van verwijtbaarheid komt per saldo neer op de afwezighedi van schulduitsluitingsgronden

74
Q

Wat staat centraal in de huidige verkeersrechtspraak?

A

Wanneer is de schuld voldoende grof?

–> vraag is essentieel, ook voor een culpoos delict, omdat anders het enkele gevolg in feite als een strafverzwarende omstandigheid functioneert.

–> strafverzwarende omstandigheden (drugsgebruik/te hard rijden) hebben een dubbelrol:

  • drage in belangrijke mate aan het bewijs bij
  • wettelijke strafverzwarende omstandigheid
75
Q

Geef een voorbeeld van een culpoos delict waarbij de schuld op een bijkomende omstandigheid betrekking heeft?

A

schuldheling, art 417 bis Sr.

–> redelijk vermoeden is voldoende, bij niet handelen is het verwijtbaar

76
Q

Wat is belangrijk bij opzet & schuld bij rechtspersonen?

A

toerekening

  • hangt veel af van de omstandigheden per geval
  • extra druk op de bewijsmotivering, en die neemt toe naarmate de ‘dader’ lager in de organisatie zit
77
Q

Kan opzet en schuld vanuit de rechtspersoon worden benaderd?

A

Ja, maar dan moet eea wel voortvloeien uit:

  • niet nakomen zorgplicht (bv ziekenhuis)
  • ’ foute bedrijfspolitiek’ (wel moeilijker te bewijzen)
78
Q

Wat is met name van belang bij vaststelling van opzet of schuld bij een rechtspersoon?

A

De individuele casus:

  • type delict
  • positie van de betrokken natuurlijke personen
  • alle feiten en omstandigheden

–> Het kan zo zijn dat over veel personen en functies verdeeld is en bij elkaar een beeld moet geven

79
Q

Kan iemand voor een culpoos delict worden veroordeeld indien opzet is bewezen?

A
80
Q

Noem 3 vormen van schuld?

A
  • oorzaakschuld ( iemand draagt schuld aan iets dat hij heeft veroorzaakt)
  • faalschuld ( tekort schieten tov een bepaalde norm)
  • vereveningsschuld
81
Q

Heeft NL een schuldstrafrecht?

A

In het algemeen en ongespecificeerd:

ja

82
Q

Wat wordt bedoeld met de term dat we tenderen naar een efficiency en effectiviteitsrecht?

A

Doelmatigheid staat in het huidig recht op de voorgrond:

Dat uit zich in:

  • soberheid en ruimte bij de delictomschrijvingen
  • in praktische bewijsregels en bewijsstandaarden
  • standaardisering van de sanctie-oplegging
  • de verdachte is tegenwoordig verantwoordelijk voor het duidelijk maken van zijn positie