IT casus 17 - 19 Flashcards
Blaascarcinoom
30 - 40% heeft lied bij urine (rose - dieprood)
Andere klachten: veranderd plakpatroon, gewichtsverlies, vermoeidheid, aanhoudende koorts
Meestal: urotheelcelcarcinoom (ureter en pyelum bevatten dit ook)
Oorzaken: roken, chemische stoffen, langdurige irritatie van de blaas (chronische blaasontsteking, urinestenen, verblijfskatheter)
Diagnose: TURT (biopt nemen)
Behandeling: blaasspoeling of cystectomie (neoblaas, urinestoma of Indiana pounch)
Uretercarcinoom
Symptomen: vaak geen klachten, laat ontdekt –> hematurie, zwerende pijn in zij of onderbuik, buikkrampen
Risicofactoren: giftige stoffen, langdurige irritatie van blaas, Lynch syndroom
Geeft verhoogde kans op blaas- en pyelumcarcinoom
Diagnose: ureteronoscopie en biopsie
Behandeling: ureteectomie, blaasspoeling, chemotherapie of bestraling
Pyelumcarcinoom
Symptomen: bloed bij urine, pijn in onderbuik of flank
Risicofactoren: roken, contact met chemische stoffen
Behandeling: nefro-ureterectomie (alleen bij geen uitzaaiingen)
Letrozol
Enzym dat aromatase remt –> minder oestrogeen aanmaak –> tumor wordt kleiner
Voorgeschreven bij hormoongevoelige borstkanker (postmenopauzale fase)
NIET combineren met tamoxifen (kan de werkzaamheid van letrozol verminderen)
NIET gebruiken tijdens zwangerschap (afwijkingen foetus) of geven borstvoeding
Bijwerkingen: overgangsklachten, moe of zwak gevoel, zweten, hypertensie, malaise, pijnlijke en stijve gewrichten, osteoporose.
Zeldzaam: trombose of vaginale afscheiding
Behandeling gaat door tot progressie optreedt
Mammacarcinoom
Mutatie BRCA1 en BRCA2 gen –> erfelijke borst- en/of eierstokkanker (60 - 80% life-timeprevalentie)
Gemiddelde overleving gemetastaseerd mammacarcinoom: 2,5 - 3 jaar na diagnose
Gunstige prognostische factoren: leeftijd boven 70, mucineus bij histologie, meer dan 5 jaar ziektevrij, oestrogeenreceptor positief
Ongunstig: leeftijd onder de 35 jaar, metaplastisch, ziektevrij interval minder dan 2 jaar, triple negatief
Mammacarcinoom stadiëring
- Stadium 1: tumor < 2 cm zonder aangedane lymfeklieren of metastasen
- Stadium 2: tumor 2 - 5cm wel of geen aangedane lymfeklieren maar geen afstandsmetastasen
- Stadium 3: groter dan 5 cm, wel of geen aangedane lymfeklieren, geen afstandsmetastasen (ook als hij door de huid naar buiten komt of vastzit aan de borstwand –> kans op metastasen groter)
- Stadium 4: een tumor met aangetoonde metastasen
Niet-kleincellig longcarcinoom
85% van de longkankergevallen; epitheliale longkanker vorm
Risicofactor: ROKEN!!!
Weefseldiagnostiek: bronechoscopie, BAL, EBUS of EUS
Curatief traject: PET/CT (10% toch nog metastase)
Behandeling: chirurgische resectie, bestraling en chemotherapie
Prognose is slecht; 5-jaarsoverleving is 15%
Plaveiselcel NSCLC
Meest voorkomend (40 - 45%), vaak centraal gelegen, sterke relatie met roken
Roken leidt tot squameuze metaplasie –> dysplasie –> hoog dysplastisch weefsel –> invasie carcinoom
Histologisch: verhoorning, necrose, desmosomen
Geen buizen, geen slijmvorming (vaker bij mannen)
Adenocarcinoom
Op een na meest voorkomende NSCLC (40%), komt vaker voor bij vrouwen
- EGFR-mutatie (10 - 30%, niet-rokers) –> TKI’s (kan resistent worden)
- K-ras-mutatie (30%, rokers)
Histologisch: buizen, intracytoplasmatisch slijm, geen desmosomen, geen verhoorning
Vaak TTF-1 positief; begint met atypische adenomateuze hyperplasie (AAH) –> adenocarcinoom in situ (AIS) –> (invasief/ gemetastaseerd) adenocarcinoom
Grootcellig carcinoom
Minst voorkomende NSCLC (10%); slecht gedifferentieerd Aden- of plaveiselcelcarcinoom
Diagnose: elektronenmicroscopie –> middelgrote cellen, geen buisvorming, geen slijmvorming, geen verhoorning, geen desmosomen
Behandeling NSCLC
Afhankelijk van type en stadium:
- Operatie
- Operatie + adjudant therapie
- Chemo-radiotherapie + immunotherapie (PD-1 / PDL-1 inhibitors)
- Chemotherapie en/ of immunotherapie of gerichte behandeling
Vorafgaand aan de behandeling: STOPPEN met roken!