Casus 44 - 48 Flashcards

1
Q

Homonieme hemianopsie

A

Gezichtsveld aan 1 kant valt weg; locatie van de laesie bepaalt welke kant uitvalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bitemporale hemianopsie

A

Compressie van het midden van het chiasma optimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Glaucoom

A

Progressieve opticusneuropathie: verhoogde intra-oculaire druk

Gezichtsvelduitval/ virusdaling ontstaan in een laat stadium en kan aan 1 of beide ogen ontstaan

Meestal van periferie richting centraal

Acuut glaucoom: virusdaling in uren van wazig tot blind; bij palpitatie is oog heel hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Netvliesloslating

A

Binnenste deel retina en epitheel komen uit elkaar te liggen –> acuut verlies gezichtsscherpte en gezichtsveld; meestal in enkele uren tot dagen progressief

Voorteken: lichtflitsen

N.B. zeldzame aandoening die snel behandeld moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Multipele Sclerose (MS)

A

Leeftijd 20 - 40 jaar; chronisch ontstekingsziekte

Ontsteking, demyelinisatie en axonale degeneratie

Symptomen: gevoel, motoriek, visus, oogbewegingen, cognitie, continentie, spraak, seksuele functies, slikken, balans/ evenwicht

Begin: neuritis optica, teken L’hermitte, Uthoff fenomeen

Diagnose: disseminatie in tijd en plaats, andere ziekte minder waarschijnlijk

Beeldvorming + liquoronderzoek (oligoclonale banden)

Behandeling:
- Excacerbatie: i.v. methyprednison
- Chronische fase: immunomodulatie en bestrijding symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CVA

A

Stoornis van de bloedvaten in of naar de hersenen door een infarct of bloeding

  • a. cerebri media: halfzijdig zwakte en gevoelsstoornis, afasie, hemianopsie, dysartrie
  • a. cerebri anterior: halfzijdig zwakte, gedragsstoornis, desoriëntatie en dysartrie
  • a. cerebri postierior: hemianopsie/ kwadrantopsie en evt. halfzijdig zwakte en gevoelsstoornis
  • a. vertebralis/ basclaris: cerebellaire verschijnselen

Eerst CT-scan voor trombose (binnen 4,5 uur) of endovasculaire trombectomie (binnen 6 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Parkinsonisme

A

Bewegingsarmoede (hypo- of bradykinesie)

+ trillen en/of
+ rigiditeit en/ of
+ gestoorde houdingsreflexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ziekte van Parkinson

A

Begint meestal rond de leeftijd van 50 - 70 jaar en is langzaam progressief

Substantia nigra verdwijnt –> dopamine probleem

Symptomen: rusttremor, hypobradykinesie, loopstoornissen, gestoorde houdingsreflexen en moeilijk omdraaien

Diagnose: anamnese + AO
Behandeling: levodopa, dopamineagonisten en levodopa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Essentiële tremor

A

Symmetrische onwillekeurige ritmische bewegingen (handen en onderarmen)

Behandeling: evt. betablokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cerebrale ataxie

A

Niet goed op elkaar afgestemde elementen van de beweging –> motoriek verloopt schokkerig en ongecoördineerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ALS

A

Aandoening motorische voorhoorncellen en cordiale motorneuronen:
- Perifere kenmerken: atrofie
- Centrale kenmerken: verhoogde reflexen

Begint meestal tussen 40 - 70 jaar

  • Spinale vorm: uitval ledematen
  • Bulbaire vorm: spraak- en slikproblemen
  • Thoracale vorm: ademhalingsproblemen

Later klachten over het hele lichaam
Geen curatieve behandeling; gemiddelde levensverwachting 3 - 5 jaar na diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Polyneuropathie

A

Doof gevoel, prikkeling, tinteling en verminderde spierkracht

Klachten ontstaan geleidelijk, met name in de uiteindes van de lange zenuwen, vaak symmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly