Introductie Flashcards

1
Q

Noem 3 redenen waarom geschiedenis van de psychologie als apart vak relevant is, volgens Fancher en Rutherford.

A
  1. Afstand nemen van de interne mechanismen van de discipline (zoals data, methoden, experimenten en theorie), en je af te vragen door welke (vaak toevallige) historische omstandigheden die tot stand zijn gekomen.
  2. Ideeën in oorspronkelijke context zien (–> bedachtzamer oordelen, kritischer hedendaagse opvattingen)
  3. Reflexiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is reflexiviteit?

A

Manier(en) waarop wij als mens naar onze ‘menselijke natuur’ kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 2 belangrijke publicaties van de psychologie

A
  1. Founders of Modern Psychology - Stanley Hall 1912. Eerste Amerikaanse publicatie geschiedenis vd psychologie
  2. A history of experiemntal psychology - Edwin Boring 1929. Definitie wetenschappelijke eminentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is Robert Watson belangrijk?

A
  1. Tot stand komen GvP als wetenschappelijk deelgebied
  2. Divisie 26
  3. Journal of the history of behavioral sciences
  4. USA
  5. Cheiron
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is historiografie?

A
  1. Verzamelterm voor theorie, history, methoden en uitgangspunten bij geschiedschrijving
  2. Verzameling historisch werk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf internalisme

A

Internalisme: Strikt disciplinegerichte benadering, alleen aandacht voor historische ontwikkelingen binnen het vakgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de Great Man Approach

A

Geschiedenis vertellen adv ideeën van GROTE NAMEN.

-: Invloed externe factoren buiten beschouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf de Zeitgeist approach

A

Beschrijving geschiedenis waarbij omstandigheden van een bepaalde tijd maatgevend zijn (tijdgeest, externe factoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is presentisme

A

Verleden interpreteren door HEDENDAAGSE bril, ziet huidige situatie als het beste (doordat fouten uit het verleden overwonnen zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is historicisme?

A

Verleden proberen te reconstrueren en daar recht aan willen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is sophisticated presentisme?

A
  1. Zowel heden als verleden recht doen. Gaat niet uit van de gedachte dat de huidige toestand noodzakelijk ‘juiste’ of ‘beste’ is.
  2. Compromis presentisme en historicisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de nieuwe geschiedenis van de psychologie

A
  1. = kritische geschiedenis van de psychologie
  2. Lauren Furumoto, jaren ‘80
  3. Meer contextueel en historische, op juistheid controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is oorsprongsmythe-proces?

A
  1. Geschiedenis selectief beschrijven als een reeks van succesvolle ontdekkingen, met voorbijgaan aan elke complexiteit en controverse.
  2. +: inclusiever en grotere diversiteit aan historische personnen (> witte mannen).
  3. Franz Samelson
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf het continuïteit-discontinuïteitdebat

A

Discussie over het juiste beginpunt van de geschiedbeschrijving van de psychologie. Tijdloze entiteiten altijd dezelfde betekenis of zijn het sociale en historische entiteiten met een betekenis die afhangt van sociale context en wijzigende betekenissen?

Terugkerende vragen duiden op continuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een belangrijke beslissing voor historicus?

A

Wie op te nemen en waarom?

Vb: Participatie van vrouwen; inclusieve geschiedschrijving (1976 Robert Guthrie zwarte psychologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is inheems bewustzijn?

A

De manier waarop specifieke geografische en politieke contexten de psychologie hebben gevormd

17
Q

Noem 3 paren van benaderingen voor GvP

A
  1. Internalisme vs externalisme
  2. Great Man approach vs Zeitgeist approach
  3. Presentisme vs historicisme
18
Q

Beschrijf externalisme in beschrijving van geschiedenis

A

Externalisme: Externe factoren, vb sociale en politieke factoren, waardoor ideeën zijn gevormd

19
Q

Noem 3 criteria die Fancher en Rutherford gebruikten bij de keuze voor de pioniers in hun boek

A

Personalistische-contextuele benadering.

  1. Evident gedachtegoed voor ontwikkeling van de psychologie
  2. Genoeg biografische informatie over pionier beschikbaar
  3. Pioniers samen goede afspiegeling van de geschiedenis, van antieke tijd tot nu

+ rol vrouwen

20
Q

Waarom was beoefening van psychologie voor lange tijd voor veel mensen onbereikbaar?

A

Omdat de academische geschiedenis gedomineerd wer door witte mannen

21
Q
A