H6. Evolutieleer Flashcards
Beschrijf het uniformitarisme
- Uiterlijk van de aarde is gevormd door GELEIDELIJKE processen die zich over lange tijdsperioden uitstrekken.
- Lyell.
- Darwin
Beschrijf het catastofisme
- Theorie die stelt dat geologische kenmerken het resultaat zijn van PLOTSELINGE en omvangrijke natuurrampen.
- Bijbels (zondvloed)
Wat was belangrijk in het debat tussen uniformitarisme en catastrofisme?
Fossielen die Darwin van zijn reis meenam naar Engeland
Welke 2 gedachtegangen had Darwin bij het nadenken over zijn vondsten?
- Mogelijke FUNCTIES van dierkenmerken
- Geografische spreiding van soorten.
Beschrijf het ontwerpargument
- Organen van soorten perfect gemaakt en aangepast dat ze wel moeten ONTWORPEN zijn door machtige en verstandige schepper
- Paley
- ~ Traditioneel standpunt: elke soort in 1x geschapen, compleet en onveranderlijk
Beschrijf Lamarck’s standpunt
Soorten ontwikkelen en veranderen door overerving van fysieke eigenschappen die voortkomen uit vrijwillige gebruik of niet gebruiken van bepaalde lichaamsdelen.
Hoe beïnvloedde Malthus Darwin’s ideeën?
Malthus: meest mensen gedoemd in armoede te leven, omdat hun vermogen tot populatiegroei veel groter is dan hun v er mogen de voedselproductie te laten stijgen.
Darwin gegrepen door idee van natuurlijke controle op populatiegroei (basis survival of the fittest)
Beschrijf Darwin’s theorie van evolutie door natuurlijke selectie
- Natuur selecteert individuen die het best geschikt zijn om te overleven en zich voort te planten
- –> stabiele soorten
- Over lange tijdsperioden hebben veranderingen in de natuurlijke omgeving geleid tot selectiedruk en de geleidelijke evolutie van talloze soorten
Waardoor werd Darwin’s theorie toch geaccepteerd?
- Medestander Huxley verdedigde de theorie in d ebat met Wilberforce (bisschop Oxford)
- Wetenschappelijke ontdekkingen van fossiele resten van archeopteryx en gorilla –> aannemelijkheid evolutie van onderlinge relatie van de soorten
Noem 3 aspecten die Darwin beschreef in The Descent of Man
- Mensen stammen af van dierlijke voorouders
- Geen fundamenteel verschil tussen mens en hogere zoogdieren wat betreft MENTALE vermogens
- Dieren vertonen beginselen van REDE (door Descartes alleen voor mensen)
- Verschil mens -dier gradueel niet wezenlijk
Beschrijf polygenese
Victoriaanse geloof dat niet-Europese primitieve volken een geheel andere soort vormen
Beschrijf monogenese
- Gemeenschappelijke afstamming en verwantschap van alle menselijke groepen.
- Uiteenlopende theorieën over onderlinge verschillen
- Darwin
Beschrijf seksuele selectie
- Darwin
- Geleidelijke selectie en evolutie van kenmerken gunstig voor voortplantingsresultaten.
- Ook vio mensenljike evolutie –> kenmerkende mentale en fysieke verschillen tussen geslachten
Beschrijf complementariteit van de geslachten
- Victoriaanse & Darwin gedachte
- Overtuiging dat mannen. en vrouwen zich ontwikkeld hebben tot verschillende, elkaar aanvullende persoonlijkheden
- Mannen superieur
Beschrijf de variatiehypothese
- Mannen meer dan vrouwen veranderd door evolutie en meer variabiliteit.
- Verschil in grootte bij mannen groter dan bij vrouwen