Hoorcollege 9: positieve psychologie interventies deel 1 Flashcards

Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en een samenvatting

1
Q

character strengths

A
  • persoonlijkheidstrekken
  • over verschillende culturen
  • 24 deugden
  • dragen bij aan happiness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

strengths interventions

A
  • welzijn promoten door strengths te herkennen en eventueel gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe ziet het model van de 24 character strengths eruit?

A
  • dimensioneel: 6 categorieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 wegen van performance of positive activity naar verhoogd welbevinden:

A
  1. mediator van positieve gedachten, gedrag en emoties
  2. moderator van person-activity fit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

csi betekenis van de afkorting

A

character strengths interventions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoeveel CSI’s zijn er?

A

70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel categorieën CSI’s zijn er?

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke categorieën van CSI’s zijn er?

A
  1. awereness/bewustzijn
  2. use/gebruik
  3. betekenis en engagement
  4. specifieke character strengths
  5. positieve relaties
  6. veerkracht (probleemmanegement)
  7. goal-setting/achievement
  8. mindfulness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

van welke CSI-categorie is dit een voorbeeld: Boost gratitude by writing down three good things that went well for at least 1 week

A

specifieke character strengths

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

van welke CSI-categorie is dit een voorbeeld: Write a brief love letter for a loved one, telling what you love about them

A

positieve relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

van welke CSI-categorie is dit een voorbeeld: Choose one lower (bottom 5) strength and use it in a new way each day

A

use/gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

van welke CSI-categorie is dit een voorbeeld: Identify one higher (top 5) strength and write why it is meaningful in your life

A

awareness/bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

van welke CSI-categorie is dit een voorbeeld: pause and breathe for 10-15 seconds, then think what character strength you can use now

A

mindfulness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

MBSP staat voor

A

mindfulness based strengths practice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doe je bij MBSP?

A
  • 8 weken lang –> 8 opdrachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de focus van happiness strengths interventions?

A

de 5 happiness strengths:
1. nieuwsgierigheid
2. gratitude
3. hoop
4. liefde
5. zest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

happiness strengths interventions: op basis van wleke theorieën?

A
  1. broaden and build theorie
  2. aware-explore-apply model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke 4 stappen doe je bij de happiness strengths intervention?

A
  1. aware
  2. explore
  3. appreciate
  4. apply
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

stap 1: “aware” van de happiness strengths intervention

A
  • VIA vragenlijst maken
  • bekend worden met je strengths
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

stap 2: “explore” van de happiness strengths intervention

A
  • herkennen van een happiness strength in je dagelijks leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

stap 3: “appreciate” van de happiness strengths intervention

A
  • hoe zou het zonder die happiness strength zijn? –> waardering uiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

stap 4: “apply” van de happiness strengths intervention

A
  • doel opstellen voor het gebruik van een happiness strength en die gebruiken in je dagelijks leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hedonic treadmill model

A

positieve en negatieve events hebben maar tijdelijk effect op je geluk, na een tijdje ga je weer terug naar een baseline

24
Q

positieve en negatieve events hebben maar tijdelijk effect op je geluk, na een tijdje ga je weer terug naar een baseline

A

hedonic treadmill model

25
is het hedonic treadmill model goed zo?
nee, te simplistich beeld, 5 aanpassingen nodig
26
5 aanpassingen aan het hedonic treadmill model
1. geen neutrale baseline, westers geluk is bovengemiddeld 2. mensen hebben verschillende setpoints 3. mensen hebben meerdere setpoints, afhankelijk van context 4. setpoints kunnen veranderen 5. mensen verschillen in mate van 'herstel' na event, verschil tussen mensen en binnen mensen (context)
27
kan geluk dus veranderen?
ja, dus interventies gericht op geluk veranderen kunnen succesvol zijn
28
peak-end rule
mensen herinneren vaak een "piek" en het einde van een positieve gebeurtenis
29
mensen herinneren vaak een "piek" en het einde van een positieve gebeurtenis
peak-end rule
30
wat is belangrijker bij herinneringen: frequentie of intensiteit?
frequentie belangrijker dan intensiteit
31
6 soorten interventies:
1. sustainable happiness model 2. Broaden-and-Build model van positieve emoties 3. dankbaarheidsinterventies 4. Hope therapy 5. ACT 6. positieve gepersonaliseerde interventies
32
wat zijn de drie factoren/bronnen van welbevinden in het sustainable happiness model?
1. setpoint (bijvoorbeeld genen of persoonlijkheid) 2. intentionele activiteit (wilskracht, cognitie, gedrag) 3. omstandigheden (demografische factoren etc.)
33
hoe zijn de drie factoren van welbevinden in het sustainable happiness model verdeeld (%)?
setpoint = 50% intentionele activiteit = 40% omstandigheden = 10%
34
welke van de drie factoren van welbevinden van het sustainable happiness model zijn/is te veranderen?
Intentionele activiteit is het makkelijkst veranderen, de andere twee staan redelijk vast/heb je geen controle over
35
2 kritiekpunten op het sustainable happiness model
1. kloppen de percentages wel? 2. de drie factoren zijn niet onafhankelijk van elkaar, ze kunnen elkaar mediëren
36
hoe wordt het Broaden-and-build model van positieve emoties ook wel genoemd?
Barbara Fredrickson’s Positivity
37
andere naam voor Barbara Fredrickson’s Positivity?
Broaden-and-build model van positieve emoties
38
welke twee manieren verhogen je welbevinden volgens het Broaden-and-build model van positieve emoties?
1. stoppen met piekeren 2. de focus leggen op zintuiglijke sensaties, activiteiten en het helpen van anderen
39
welke technieken kent het Broaden-and-build model van positieve emoties?
o.a. - ontspanningstechnieken - mindfulness
40
kritiek op het Broaden-and-build model van positieve emoties?
- controlegroep was een wachtlijstinterventie
41
wat is het nadeel van een wachtlijstinterventie als controlegroep?
- een wachtlijstinterventie doet überhaupt niks - iets doen kan al helpen met het verhogen van je welbevinden - dus van belang om je controlegroep iets anders actiefs te laten voor de beste vergelijking van effect
42
wat zijn 3 vormen van dankbaarheidsinterventies?
1. dankbaarheidsdagboek 2. dankbare contemplatie 3. uiten van dankbaarheid
43
wat is dankbare contemplatie?
bijvoorbeeld een moment stilstaan
44
wie heeft een sterker effect bij dankbaarheid uiten: de uiter of de ontvanger?
degene die dankbaarheid uit
45
wat zijn de drie mechanismen achter dankbaarheidsinterventies?
1. focus op positieve dingen --> positiever affect 2. bewuster van wat je ontvangt --> versterken van sociale relaties 3. acts of kindness --> besmetting --> ook zelfverbetering
46
hope training/therapy
- als je goed ontwikkelde doelen hebt en gelooft dat je dat kan doen --> hoger welbevinden - gedrag verandert door verandering van je doelen
47
welke therapie berust op de volgende overtuiging: - gedrag verandert door verandering van je doelen ?
hope training/therapy
48
false hope syndrome
- als je gelooft dat gedragsverandering snel is en de resultaten snel duidelijk zijn
49
- als je gelooft dat gedragsverandering snel is en de resultaten snel duidelijk zijn
false hope syndrome
50
wat is de focus van ACT?
acceptatie en adaptatie
51
waar staat PPI voor?
positive personalised interventions positieve gepersonaliseerde interventies
52
wat doe je bij PPI's ?
- op telefoon bijvoorbeeld vragenlijstjes door de dag heen sturen --> wat heeft iemand nodig en wanneer? - daarna leefstijladvies op basis van antwoorden uit de vragenlijsten
53
doel van project RISE
indReasIng poSitive Emotions
54
5 fases van emotionele ervaring
1. situation selection 2. situation modification 3. attentional deployment 4. cognitive change 5. response modulation (uitspreken van je gedachten)
55
de 4 problemen met de meta-analyse van Bolier et al, 2013 en van Wood et al, 2010
1. lage kwaliteitscriteria 2. kleine effecten 3. kleine sample sizes 4. controlegroep: vaak wachtlijstconditie
56
individuele factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van interventies
1. person-activity fit 2. motivatie 3. geloof dat welbevinden kneedbaar is 4. inspanning
57
de aspecten van interventies die invloed hebben op de effectiviteit van intevrenties
1. langere duur is voordeliger 2. variatie van activiteiten --> tegen hedonic adaptation 3. aanmoedigen om gewoontes te vormen