Hoorcollege 6: positieve gezondheid Flashcards

Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en een samenvatting

1
Q

wat is gezondheid volgens de WHO?

A

een staat van complete fysieke, mentale en sociaal welzijn en dus niet alleen de afwezigheid van ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie in de psychologische wetenschap pakte de definitie van de WHO weer op?

A

Martin Seligman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

positieve gezondheid is geoperationaliseerd als uitmuntendheid in deze 3 maten

A
  1. biologisch
  2. functioneel
  3. subjectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat houdt biologische uitmuntendheid in?

A

metingen van fysiologisch functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houdt functionele uitmuntendheid in?

A

metingen m.b.t. hoe een individu functioneert en zich aan kan passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houdt subjectieve uitmuntendheid in?

A

elke meting van subjectief welbevinden, optimisme, positieve emotionaliteit en gevoel van vitaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het doel van positieve gezondheid?

A
  • het beschrijven van aanpassingen en uitdagingen die leiden tot betere kwaliteit van leven
    en niet steeds naar terugkeer naar homeostasis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

positive growth

A

het beschrijven van aanpassingen en uitdagingen die leiden tot betere kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat hoop je te bereiken als je aanpassingen en uitdagingen die leiden tot betere kwaliteit van leven beschrijft?

A

positive growth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vitaliteit

A
  • levenskracht
  • iemands gesteldheid die leidt tot energie om te leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn 3 predictoren voor gezondheid?

A
  1. beweging
  2. hartslagvariabiliteit
  3. psychoneuroimmunologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beweging leidt o.a. tot:

A
  • betere slaap
  • minder depressie
  • verbeterde cognitieve processen bij ouderen
  • voorkomt ziekten
    etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hartslagvariabiliteit bij beweging:

A

gaat het omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is hartslagvariabiliteit?

A

in hoeverre je hartslag zich kan aanpassen aan veranderende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is beter: hoge of lage hartslagvariabiliteit?

A

hoge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe heet de theorie die gekoppeld is aan hartslagvariabiliteit?

A

polyvagale theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

aan welke 3 dingen is hogere hartslagvariabiliteit gelinkt?

A
  1. zelfregulerende vaardigheden
  2. meer positieve emoties
  3. gevoel van sociale verbondenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat onderzoekt Psychoneuroimmunologie?

A
  • de relaties tussen psychologische processen (emoties), het zenuwstelsel en het immuunsysteem
  • of psychologische processen chemische processen in ons lichaam kunnen veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zorgt ervoor dat je minder snel ziek wordt?

A
  1. meer positieve emoties
  2. groot netwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

positieve emotionaliteit zorgt o.a. voor:

A
  • coping vaardigheden
  • meer energie
  • gezondere gewoontes en gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

mogelijke mediatie positieve emoties en gezondheid:

A

positieve emoties –> parasympathisch zenuwstelsel en immuunsysteem –> gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

sociale steun en gezondheid

A

hogere sociale steun =
- minder ziekten
- lagere mortaliteit
- sneller herstel nar hartoperaties
enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

heeft sociale isolatie effect op overlijden? zo ja, op subjectieve of op objectieve eenzaamheid?

A

op allebei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is het directe effect van sociale steun op gezondheid?

A

sociale steun = ondersteuning van iemand die ons kent –> betere gezondheidskeuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat is het indirecte effect van sociale steun op gezondheid?
sociale steun --> - positieve emoties (hoop en vertrouwen) - stress-buffer-mechanisme - empathie: verminderde vijandigheid --> gezondheid
26
welke 10 psychologische factoren hebben invloed op gezondheid?
1. positieve emotionaliteit 2. sociale steun 3. vriendschappen 4. romantische relaties 5. aanraking 6. compassie 7. humor 8. muziek 9. emotionele expressie 10. cognitie
27
wat heeft een grotere invloed op mortaliteit: alcoholgebruik of sociale relaties?
sociale relaties
28
wat verandert er fysiologisch gezien bij eenzame mensen?
hun lichaam wordt in een staat van paraatheid gesteld: verhoogde bloeddruk en verhoogde stress-biomarkers
29
kunnen huisdieren gezondheid verbeteren?
ja: - ze verlagen bloedruk - minder gevoel van eenzaamheid - meer wandelen --> gezondheidsgedrag
30
power of touch?
aantraking --> oxytocine omhoog --> gevoel van zorgzaamheid verhoogd --> verlaagd bloeddruk en stresshormonen
31
anderen helpen lijkt beter voor welbevinden dan geholpen worden, waarom?
- afleiding van zorgen - positieve emoties - sociale relaties
32
relatie tussen humor en gezondheid?
lachen --> meer antilichamen --> strijden tegen ziekten en verlagen bloeddruk --> gezonder lichaam
33
kalmerende geluiden kunnen ...
1. endorfines verhogen 2. stresshormonen verlagen 3. bloeddruk en hartslag verlagen
34
3 manieren van emotionele expressie
1. schrijven 2. spijt 3. huilen
35
heeft schrijven positieve uitkomsten op je welbevinden?
ja en nee positieve dingen heranalyseren kan lager welbevinden veroorzaken en trauma's zouden getriggerd kunnen worden
36
wat is van invloed op spijt?
tijd
37
hebben we meer spijt van acties of inacties?
hangt af van tijd
38
hebben we op korte termijn meer spijt van acties of inacties?
op korte termijn meer spijt van acties
39
hebben we op lange termijn meer spijt van acties of inacties?
op kange termijn meer spijt van inacties
40
is huilen nuttig?
huilen is níét universeel nuttig
41
wanneer is huilen nuttig?
- huilen is alleen positief als het positieve emoties uit de omgeving uitlokt
42
van wie is de cognitief-mediationele theorie
Lazarus
43
wat houdt de cognitief-mediationele theorie in?
de betekenis die we geven aan een situatie is cruciaal
44
optimisme voorspelt betere gezondheidstatus, waarom?
- meer probleem-gefocuste copingsmechanismen
45
is optimisme altijd voordelig?
niet als optimisten mogelijk te hard aan onoplosbare problemen werken
46
hardiness
taaiheid
47
hebben mensen met een hardy persoonlijkheidsstijl een slechtere of betere mentale en fysieke gezondheid?
betere
48
waarom hebben mensen met een hardy persoonlijkheidsstijl een betere mentale en fysieke gezondheid?
1. ze doen aan transformationele coping 2. gebruiken cognitieve vaardigheden om gebeurtenissen op een adaptieve manier te heriterpreteren
49
transformationele coping
de situatie gebruiken om er beter van te worden, niet om het slachtoffer uit te hangen
50
wat zijn de 3 c's van hardiness?
1. control 2. commitment 3. challenge
51
3 c's van hardiness: control
sterk gevoel van controle over de gebeurtenissen in het leven
52
3 c's van hardiness: commitment
- toegewijd en betrokken bij taken - doelbewust - geven niet snel op
53
3 c's van hardiness: challenge
- zien levensgebeurtenissen als uitdagingen die je moet halen - verandering is de kans voor ontwikkeling
54
wat houdt positieve coping in?
een respons met als doel: fysieke, emotionele en psychologische last gerelateerd aan stressvolle levensgebeurtenissen en dagelijkse beslommeringen verminderen
55
wat is schadelijker voor ons welzijn: grote of kleine gebeurtenissen?
kleine gebeurtenissen
56
waarom zijn kleine gebeurtenissen schadelijker voor ons welzijn?
- kleine stressoren zijn frequenter - cumulatieve effecten van veel kleine stressoren in relatief korte periode --> grote impact
57
onderscheid tussen twee soorten coping:
1. probleem-gefocuste coping 2. emotie-gefocuste coping
58
probleem-gefocuste coping zorgt voor
- probleem zelf oplossen
59
emotie-gefocuste coping zorgt voor
- emotionele reactie veranderen
60
probleem-gefocuste coping of emotie-gefocuste coping: nieuw plan maken?
probleem-gefocust
61
probleem-gefocuste coping of emotie-gefocuste coping: afleiding zoeken
emotie-gefocust
62
probleem-gefocuste coping of emotie-gefocuste coping: informatie opzoeken
probleem-gefocust
63
probleem-gefocuste coping of emotie-gefocuste coping: uitrusten
emotie-gefocust
64
wat is het meest adaptief als je kijkt naar copingsmechanismen?
een flexibiliteit is copingsstrategieën, zo kan je bij elke context de gepaste coping gebruiken
65
James Gross Process model van emotieregulatie
emotieregulatie --> emoties (--> gedachten, beslissingen of gedrag) --> gezondheid