Hoorcollege 8: succesfull aging Flashcards

Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en een samenvatting

1
Q

waardoor wordt de maatschappij wereldwijd steeds ouder?

A
  1. mensen leven langer
  2. minder kinderen geboren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

multimorbiditeit

A

twee of meer chronische ziekten hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 2 dingen nemen toe met leeftijd?

A
  1. multimorbiditeit
  2. de hoeveelheid mensen met dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een grote risicofactor voor multimorbiditeit en dementie?

A

leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in welk deel van de wereld zitten de meeste mensen met dementie?

A

Latijns-Amerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat verandert er onder andere met ouder worden

A
  • cognitie omlaag
  • mobiliteit omlaag
  • alleen zijn
  • verliezen/rouw
  • minder onafhankelijkheid
  • psychologische needs
  • doel in het leven?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welzijnparadox

A
  • van adolescentie tot middelbare leeftijd daalt het welbevinden, maar daarna stijgt het weer
  • maar: toch meer uitdagingen op oudere leeftijd? waarom gaat het welbevinden dan omhoog?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de term voor het volgende:
- van adolescentie tot middelbare leeftijd daalt het welbevinden, maar daarna stijgt het weer
- maar: toch meer uitdagingen op oudere leeftijd? waarom gaat het welbevinden dan omhoog?

A

welzijnsparadox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hebben oudere mensen meer plezier?

A

nee, ze zijn juist minder ongelukkig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer gaat subjectief welbevinden sneller omlaag?

A

5 jaar voor overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar moet je op letten bij crosssectionele onderzoeken?

A
  1. generationele verschillen
  2. cohorteffecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

in vergelijking met jongvolwassenen hebben ouderen de volgende 4 kenmerken:

A
  1. ouderen komen sneller los uit negatieve emotionele staten
  2. ouderen zijn minder emotioneel reactief op stressoren
  3. ouderen hebben minder destructieve-conflictstrategieën
  4. ouderen vinden gespannen interpersoonlijke relaties minder stressvol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2 soorten modellen van succesvol ouder worden:

A
  1. uitkomst-georiënteerd
  2. procesgeoriënteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de 5 uitkomstgeoriënteerde modellen van succesvol ouder worden?

A
  1. biomedisch model
  2. psychosociaal model
  3. Laypersons model
  4. combining models
  5. maintainable positive mental theory
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat voor soort model is het biomedisch model?

A

uitkomst-georiënteerd model van succesvol ouder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het biomedisch model onderscheidt deze twee dingen:

A
  1. usual aging
  2. succesful aging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is usual aging van het biomedisch model?

A

normale leeftijdsgerelateerde achteruitgang in fysiek, sociaal en cognitief functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is succesful aging volgens het biomedisch model?

A

functioneel verlies is minimaal:
1. afwezigheid van ziekten en risicofactoren
2. behoud van fysiek en cognitief functioneren
3. actieve betrokkenheid tot het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn 3 kritiekpunten op het biomedisch model?

A
  1. het subjectieve mist
  2. er is een stigma (je gaat niet zeggen dat iemand niet succesvol ouder aan het worden is)
  3. heel erg gebaseerd op de westerse cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat voor soort modellen zijn de psychosociale modellen?

A

uitkomst-georiënteerde modellen van succesvol ouder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat houden de psychosociale modellen van succesvol ouder worden in?

A
  • ze gaan na of je aan de criteria voldoet van succesvol ouder worden
  • het is dus een uitkomst, geen proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat zijn de 3 criteria van de psychosociale modellen van succesvol ouder worden?

A
  1. life satisfaction
  2. sociaal functioneren
  3. psychologische bronnen/resources
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat valt onder life satisfaction bij de psychosociale modellen van succesvol ouder worden?

A
  1. happiness
  2. welbevinden
  3. veerkracht
  4. zelfconcept
  5. relatie tussen gewilde en behaalde doelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat valt onder sociaal functioneren bij de psychosociale modellen van succesvol ouder worden?

A
  1. sociale integratie
  2. positieve interacties en relaties met anderen
  3. actieve participatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat valt onder psychologische bronnen bij de psychosociale modellen van succesvol ouder worden?
1. zelfwaarde 2. controle over het leven 3. autonomie 4. onafhankelijkheid
26
wat voor soort model is het model van Layperson?
uitkomst-georiënteerd model van succesvol ouder worden
27
wat houdt het model van Layperson in?
- hierbij wordt aan oudere mensen zelf gevraagd wat voor hen succesfull aging is
28
wat is volgens Laypersons model succesfull aging?
- wat de ouderen zelf vinden: 1. mentale, psychologische, fysieke en sociale gezondheid 2. life satisfaction 3. doel in het leven 4. humor etc.
29
op welke 2 factoren berust het theoretisch model van succesvol ouder worden?
1. optimaal algemeen functioneren en 2. welbevinden
30
wat is het verschil tussen theoretische modellen van succesvol ouder worden en Laypersons model van succesvol ouder worden?
1. bij de theoretische modellen is maar 10% van de mensen succesvol ouder aan het worden 2. bij Laypersons model is bijna iedereen succesvol ouder aan het worden
31
waarvan hangt het definiëren van succesvol ouder worden af?
1. autoriteiten of de mensen zelf 2. de criteria die je gebruikt 3. sociale, historische of omgevingscontext 4. persoonlijke voorkeuren en bronnen
32
wat voor soort model is de maintainable positive mental theory?
uitkomst-georiënteerde model van succesvol ouder worden
33
wat houdt de maintainable positive mental theory in?
bestaat uit 5 pilaren die getraind en verbeterd zouden kunnen worden
34
uit welke 5 pilaren bestaat de maintainable positive mental theory?
1. globaal welzijn 2. savoring 3. creatieve en executieve efficiëntie 4. zelfregulatie 5. veerkracht
35
wat doen de procesgeoriënteerde modellen van succesvol ouder worden?
- maximale gains, minimale verliezen - adaptieve coping met verliezen - aanpassen aan mogelijkheden
36
welke 4 procesgeoriënteerde modellen van succesvol ouder worden zijn er?
1. goals and goal structures 2. SOC-model 3. SST-model 4. betekenis in het leven
37
wat voor soort model is goals and goal structures?
procesgeoriënteerde model van succesvol ouder worden
38
wat houdt het model van goals and goal structures in?
- ouder worden leidt tot verandering of vermindering in doelen - meer focus op omgaan met verliezen i.p.v. focus op groei
39
SOC-model, afkorting staat voor:
selection, optimization, compesation
40
wat voor soort model is het SOC-model?
procesgeoriënteerde model van succesvol ouder worden
41
wat houdt het SOC-model in?
- je hoeft niet op hetzelfde level te blijven, zolang het maar effectief is - met behulp van de processen selection, optimization en compensation behoud en bervorder je het functioneren, en verminder je het disfunctioneren
42
wat houdt Selectie in in het SOC-model?
je selecteert je omgeving, context, doelen
43
welke twee soorten Selection zijn er in het SOC-model?
1. electieve selectie 2. verlies-gebaseerde selectie
44
SOC-model: electieve selectie betekenis
- vrijwillig doelen kiezen
45
SOC-model: verlies-gebaseerde selectie betekenis
- op basis van verliezen moet je nieuwe doelen zoeken of reikwijdte aanpassen - niet vrijwillig
46
SOC-model: wat voor soort selectie is dit: psychologie studeren
electieve selectie
47
SOC-model: wat voor soort selectie is dit: makkelijkere stukken spelen als pianist met geheugenverlies
verlies-gebaseerde selectie
48
wat houdt Optimization in van het SOC-model?
- datgene wat je kiest heel veel oefenen, veel tijd en aandacht aan besteden, je toewijden aan je keuze
49
wat houdt Compensation in van het SOC-model?
een nieuwe vervanger gebruiken om verlies of achteruitgang tegen te gaan
50
SST, waar staat deze afkorting voor?
socialemotional selectivity theory
51
van wie is de socialemotional selectivity theory?
Carstensen
52
wat houdt het SST-model in?
je motivationele prioriteiten veranderen met je leven, afhankelijk van je tijdshorizon
53
wat zijn doelen op jonge leeftijd volgens het SST-model?
- horizon verbreden, kennis vergaren, kansen grijpen - emotieregulatie soms aan de kant geschoven: niet altijd met vrienden afspreken maar denken aan toekomstige baan
54
wat zijn doelen op oudere leeftijd volgens het SST-model?
- tijdhorizon kleiner --> doelen veranderen - doelen gebaseerd op genieten van wat je hebt en emotieregulatie, betekenis en satisfaction
55
uit welke 3 concepten bestaat betekenis in het leven?
1. coherence 2. purpose 3. significance
56
wat is het cognitieve component van betekenis in het leven?
coherence
57
wat is het motivationele component van betekenis in het leven?
purpose
58
wat is het evualatieve component van betekenis in het leven?
significance
59
wat betekent het component Coherence in betekenis in het leven?
over het algemeen is het leven logisch
60
wat betekent het component Purpose in betekenis in het leven?
- core goals - richting in het leven
61
wat betekent het component Significance in betekenis in het leven?
het leven is het waarde om te leven
62
Hoe vind je je Purpose? 3 manieren
1. proactief 2. reactief 3. social learning
63
wat is proactief purpose zoeken?
zelf doen, trial and error
64
bij wie zie je vaker proactief purpose zoeken?
bij jongeren en kinderen, bij meer open mensen
65
wat is reactief purpose zoeken?
- als respons op veranderingen - het gevoel van een roeping
66
bij wie zie je vaker reactief purpose zoeken?
- increasing age - vooral prosociale doelen
67
wat is social learning purpose zoeken?
- leren door anderen na te doen - "purposeful' voorbeelden volgen
68
bij wie zie je vaker social learning voor purpose zoeken?
bij jongere leeftijd
69
wat is het meest van belang bij sense of purpose?
- content maakt niet uit, het gaat om het GEVOEL
70
moeten we succesvol ouder worden promoten?
ja: - gezondheid omhoog --> welzijn omhoog --> levenskwaliteit omhoog --> minder druk op de zorg - hele samenleving gaat erop vooruit: rolvervulling - negatieve stereotypen weg - meer inclusief
71
gerontologie
wetenschap van het ouder worden
72
wetenschap van het ouder worden
gerontologie
73
MacArthur model van ouder worden:
1. vrijheid van ziekten en beperkingen 2. hoog cognitief en fysiek functioneren 3. actieve betrokkenheid met het leven