Hoorcollege 6: Eetstoornissen Flashcards

1
Q

Novarum

A

Grootste kliniek voor behandeling eetstoornissen in NL
1000 clienten per jaar
polikliniek voor klassieke eetstoornissen en eetstoornis& obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het onderscheid in eet/voedingsstoornissen

A

Voedingsstoornissen: ARFID, Pica, ruminatiestoornis
Eetstoonissen: anorexia nervosa, boulimia nervose, eetbuistoornis, AGE, ongespecificeerde voedings- of eetstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soms heeft het onderscheiden van eetstoornissen geen zin, hoe komt dat?

A

het is transdiagnostisch, 60% migreert, eetstoornissen hebben een onderliggende gelijksoortige psychopathologie.
VB: BN is vaak een falende AN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren volgens het bio-psychosociale model

A

Biologische Factoren:
genetische kwetsbaarheid, persoonlijkheidskenmerken: perfectionisme, faalangst, controle, negatief zelfbeeld, vermijdende trekken
**life events: **trauma/pesten
afval poging doen
bepaalde sporten/beroepen
omgevingsinvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ARFID

A

avoidant restrictive food intake disorder:
vermijdende restrictieve voedselinname stoornis waardoor je significant gewichts verlies hebt zonder AN of een somatische aandoening te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociaal-maatschappelijke invloeden

A

priming ideaalbeeld vanaf jongs af aan
fotoshop
internet
pixel effect (alles is perfect op het internet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vormen van ARFID

A

sensorisch bepaald: autisme
Angstige constitutie: angsten
Traumatische ervaring: stikervaring/ medische ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontstaan ARFID

A

kindertijd, comorbiditeit met autisme, instandhoudende factoren
–> negatief lichaamsbeeld is niet een instand houdende factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gevolgen van ernstig ondergewicht op emoties en gedrag?

A

Starvation syndrome: lichamelijke veranderingen, verandering persoonlijkheid, pre-occupatie met eten, verandering sociaal gedrag en psychische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verandering kan je ondergaan in je persoonlijkheid bij starvation syndrome

A

apathie, somber, geprikkeld, bang, toename egocentrisme, afgenomen interesses, minder weerbaar, afgenomen drive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke verandering kan je ondergaan in je pre-occupatie met eten bij starvation syndrome

A

denken, praten over eten, kookprogrammas, borden likken, met eten spelen, obsessief/rituelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke verandering kan je ondergaan in je sociale gedrag bij starvation syndrome

A

afname sociaal gedrag, isolatie, afname humor en interesses in anderen, toename sarcasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is blijvend na een eetstoornis

A

Bot: bot afbraak groter dan de aanmaak, groeiachterstand bij kinderen, vaker botbreuken, rugwervel kan inzakken
Gebit: schade aan tanden, soms: reflux na langdurig braken (luie darm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke verandering kan je ondergaan in je psychische factoren bij starvation syndrome

A

automutilatie drang, dwangmatigheden, verminderde cognitieve controle en concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychiatrische comorbiditeit

A

depressieve stoornis, angststoornis (OCD/sociale angst), PTSS, middelenmisbruik, ADHD, ASD, persoonlijkheidsstoornissen (AN cluster C, BN cluster B/C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Medicatie en eetstoornissen

A

medicatie helpt bijna nooit, soms kan antipsychotica helpen met preoccupatie, angst of piekeren over eten