Hoorcollege 2: Beweging Flashcards
Primaire functie voorbeen
schokken opvangen
Adaptatie voorbeen doelmatige beweging
– Zijdelings afgeplatte thorax
– Geen sleutelbeen
– Schouderblad op laterale vlakte thorax,
– Verbonden d.m.v. synsarcosis
– Verlenging i.v.m. efficiëntie
– Reductie in beweging (schoudergewricht, elleboog)
– Reductie in aantal tenen
Primaire functie achterbeen
stuwing
Adaptatie achterbeen doelmatige beweging
- Stevige verbinding met romp i.v.m. voortstuwende krachten bij afzet,
- Aanpassingen om waar mogelijk passieve stabilisatie toe te passen (ook in flexie-extensie richting),
- Reductie in gewicht (kuitbeen, ondervoet).
synsarcosis
de verbinding tussen twee of meer botten welke bijeengehouden worden door spieren.
Snelheid
is afstand per tijdseenheid; verlenging hand en voet.
Bij paard carpus en tarsus essentieel voor voortbeweging.
Type ganger diersoort
- zoolganger (mens)
- teengangers (kat)
- topteengangers (paard)
Anatomie gewrichten
• Articulatio • Iedere verbinding tussen 2 botdelen – Fibreuze gewrichten – Kraakbeengewrichten – Synoviaalgewrichten • Kapsel • Synovia • Extracapsulaire structuren
articulatio
het punt van verbinding tussen twee botten of elementen van het skeletgewricht.
synovia
gewrichtsvloeistof, kan opgenomen worden in kraakbeen en dat perst er weer uit op het moment dat je gaat bewegen. Die synovia is een vorm van een bloedfiltraat, dus daar zitten ook voedingsstoffen in en afvalstoffen afgevoerd wordt. Kraakbeen is niet gevasculariseerd dus daarom moet het via de synovia lopen.
functie gewricht
het gewricht zorgt voor de beweging
Gewrichtsdraai-as
- rotatie (kan translatie alleen bij het kaakgewricht als je een centenbakje probeert te maken)
- draai-as
- -> de as is het stilstaande stukje.
Rotatie
bewegingen van borstukken, die samen een gewricht vormen, kunnen worden beschreven als rotaties om 1 of meerdere draaiassen
draai-as
verzameling van punten, die bij de beweging van het gewricht niet van plaats veranderen
a. flexie/extensie: mediolateraal > van binnen naar buiten
b. abductie/adductie: craniocaudaal > van voor naar achter
c. endo-/exorotatie: dorsoventraal > van rug naar buik
Rotatie-assen
indeling gewrichten naar rotatie mogelijkheden:
- scharniergewricht: 1 as, bijv. elleboog
- ei- en zadelgewricht: 2 assen, bijv. ei = pols (buigen en strekken); zadel = humerus bij het vliegen van de vogel
- kogelgewricht: 3 assen, bijv. schouder (mens), heup. Je hebt geen collateraalbanden om banden tegen te houden.
Beweging in sagittale vlak
- stabilisatie in buik/strekrichting vooral door spieren –> actief
- stabilisatie in dwarsrichting door banden, kapsel en richels –> passief
Paarden kunnen knieën op slot zetten, zodat ze kunnen blijven staan via collateraalbanden
richtingstolerantie
Alleen krachten loodrecht op contactoppervlak kunnen worden overgebracht
–> afschuifkrachten kunnen door collaterale banden omgezet worden in loodrechte krachten.
stabiliteit
is voorkomen van beweging
Beweging en stabiliteit formule
- Gewrichtsmoment = kracht * arm
Kracht = spierkracht of bodemreactiekracht
Arm = kortste (= loodrechte) afstand tussen krachtlijn en gewricht
–> moment is dus het daadwerkelijke “resultaat”
–> meer kracht nodig bij kleinere arm, minder kracht bij grotere arm.
–> Stabilisatie = korte arm, veel kracht
Beweging = lange arm, minder kracht
Bodem Reactie Kracht (BRK)
De kracht die vanuit de grond naar boven duwt door de poot. Deze kracht zorgt voor het momentum van de verschillende gewrichten > buigend moment.
–> optelsom van alle krachten die de bodem gaat teruggeven bij beweging (zolang de poot op de grond staan, dus niet in zwaaiactie!)
Fz
zwaartekracht
Ontstaan beweging
effect van de retractiespieren van het voor- en achterbeen. De achterste spieren (bijv. broekspieren en m. latissimus dorsi) binnen met aanspannen om te kunnen lopen > lichaam naar voren brengen > afzetten.
Afzetten van retractiespieren
Er is altijd Fz, en afhankelijk van de hoeveelheid poten op de poot, zal de Fz wat verschillen.
Daarnaast heb je invloed van retractiespier, die in de richting van de vezelverloop de contractie gaan uitvoeren. Als je wilt afzetten heb je alleen wat aan het horizontale component, niet het verticale component.
Fz loodrecht naar beneden; Fretractie horizontaal naar achteren; Fafzet schuin naar beneden. De grond geeft een reactiekracht –> Fn t.o. Fz; Fwrijving t.o. Fretractie. BRK t.o. Fafzet.
Invloed BRK
- op functie van m. latissimus dorsi
- op functie van broekspieren
- door grondcontact verschuift de werklijn van de BRK van caudaal naar craniaal van resp. schouder en de knie.
- -> gevolg: i.p.v. buigen, strekken van schouder/knie
Effect intrinsieke spieren van het voor- en achterbeen
voorkoming verdere buiging bijv. m. triceps brachii waardoor je extensie krijgt van de elleboog.