Hoorcollege 10: Farmacologische beïnvloeding aseptische arthritis Flashcards
Doelgroep aseptische artritis
vaak oudere dieren –> daarom langdurige behandeling.
Artritis
degeneratieve van het gewrichtskraakbeen (met benige afwijkingen). Veel ontsteking, veel afbraak, veel actieve enzymen. Wat zie je in het gewricht? - gezwollen synovium - verminderde viscositeit van synovia vloeistof - kraakbeen kapot - gescheurde of kapotte meniscus - verdikt capsul - benige uitgroeiingen = osteofyten.
Pathofysiologie ontstekingsreactie
- productie van cytokines (TNF-a, IL-1, IL-6)
2. inductie van specifieke enzymen: COX-2 iNOS, ROS e.a.
Kenmerken ontsteking
- dolor = pijn
- calor = warmte
- tumor = zwelling
- rubor = rode kleur
- functione laesa = verlies van functie
ontstekingsreactie geeft:
- pijnperceptie
- vasodilatatie
- permeabiliteit omhoog
- infiltratie/proliferatie
Anti-inflammatoir werkzame middelen: ontstekingsremmers
- Steroidal anti-inflammatory drug = (gluco)corticosteroids > remming van nucleaire transcriptieprocessen (en acuut - membraanstabilisatie)
- Non-steroidal anti-flammatory drug (NSAIDs) = enzymremmers (remmers van COX) EN remming van prostaglandine synthese
NB: ten behoeve van analgesie wordt bij hevige pijn soms gebruikt van opioiden (sterke analgetica, nauwelijks anti-inflammatoir)
Archidonzuur-cascade
Membraanfosfolipiden zetten bij ontsteking door Fosfolipase A2 (PLA2) Archidonzuur vrij. 2 routes:
- Lipoxigenase (LOX) –> lipoxines & leukotriënen (o.a. LTB4, LTC4, LTD4, LTF4)
- Cyclooxigenase (COX) –> prostaglandinen (o.a. PGE2, PGF2a, PGI2, PGD2) + thromboxane A2.
Ontstekingsremmers op archidonzuur
- NSAIDs remt COX route.
2. Cortico’s remt PLA2 en activeert lipocortine die PLA2 remt (breder effect want zowel COX als LOX)
SAIDs - glucocorticosteroiden (“cortico’s”)
- remming van nucleaire transcriptieprocessen
- zeer brede ontstekingsremming
- acuut > membraanstabilisatie (o.a. mestcellen)
- immunomodulerend (–> remmend effect op lymfocyten populatie)
NB: immunosuppressive kan gewenst of ongewenst zijn
Effecten cortico’s op enzymen
- downreguleren van cytokines, inducible NOS, COX-2, endothelin-1 & PLA2
- upreguleren van lipocortin-1, B2-adrenoreceptoren, ACE
Type cortico’s
Potentie van hoog naar laag:
- Hydrocortison: werkingsduur 8-12u.
- Prednisolon: werkingsduur 12-36u
- triamcinolone: werkingsduur 12-36u –> vanaf hier synthetische stoffen
- dexamethasone: werkingsduur 32-48u
- betamethason: werkingsduur 32-48u
- flumethason: werkingsduur > 48
Kinetiek cortico’s
- toediening systemisch of lokaal (incl. intra-articulair; om systemische bijwerkingen te omzeilen)
- lipofiel > hoog verdelingsvolume
- omzetting vindt plaats in de lever (first-pass-effect)
- uitscheiding van metabolieten via de nieren
Indicaties cortico’s
- controle van ontstekingsprocessen
- controle allergische reacties (membraanstabilisatie)
- autoimmuunziekten (RA)
- shock
Bijwerkingen cortico’s
Ongewenste bijwerkingen m.n. bij herhaalde toedieningen o.a.:
- remming van eiwitsynthese
- vertraagde wondgenezing
- immunosuppressive
- diabetes (insuline resistentie)
- septische maagdarm ulcera (vlg NSAID)
- lipolysis
- laminitis bij het paard
- MORBUS CUSHING
Pro’s & con’s cortico’s bij artritis
PRO’S
- meest potent anti-inflammatoire farmaca: klinisch succes!
- reduceren van de hoeveelheid schadelijke enzymen in het gewricht (MMPs, oxidasen (ROS))
- effectief bij immuungemedieerde aandoeningen (RA)
CON’S
- veel ongewenste bijwerkingen . Bij langdurige therapie: iatrogene inductie ziekte van Cushing
- Bij intra-articulaire toediening: mogelijke schadelijke effecten op chondrocyten en vermindering van de elasticiteit van het kraakbeen (cross-linking glycosaminoglycanen omlaag)