Hoorcollege 11: Farmacologische beïnvloeding septische arthritis Flashcards
Septische artritis
Septische polyarthritis
▪ vooral bij jonge dieren (o.a. veulens en biggen)
▪ hematogene infectie (na wondjes, navelinfecties,etc.)
Septische (oligo) arthritis
▪ vooral bij het volwassen dier (alle diersoorten)
▪ vaak na (perforerend) trauma
Bacteriën septische artritis bij paarden
Heel veel verschillende kiemen:
Het volwassen paard:
Streptococcus equi zoöepidemicus; Corynebacterium pseudotuberculosis; Pseudomonas aeruginosa; Klebsiëlla pneumoniae; E. coli. Anaeroben (?)
Het veulen:
Gram-positief:
Streptococcus/Enterococcus spp.; Staphylococcus spp.;
Salmonella serovars; Bacillus spp.; Corynebacterium spp.; Rhodococcus equi
Gram-negatief:
Escherichia coli; Enterobacter spp., Actinobacillus spp.;
Acinetobacter spp.; Klebsiëlla pneumoniae; Proteus spp.; Citrobacter spp.
–> niet allemaal leren.
Pathogenen bij varkens
Gram-positief:
Streptococcus suis (zoönotisch – ook bij paarden, herkauwers, honden & katten),
Staphylococcus aureus,
Staph. hyicus (polyarthritis van het varken)
Gram-negatief:
Haemophilus parasuis, Salmonella spp.
Therapeutische doelstellingen: antibioticum keuze
De keuze van het antibioticum wordt bepaald door:
1. Farmacodynamische eigenschappen antibioticum
• Spectrum - efficiëntie tegen een of meerdere ziekteverwekker(s)
• Bactericide/bacteriostatisch (zie later)
• Doeldierveiligheid, o.a.:
- Systemische toxiciteit: mn bij behandeling (pasgeboren) jonge dieren
- Dysbacteriose bij paarden (herbivoren)
- Specifieke toxiciteit: chondrotoxiciteit
- Resistentie ziekteverwekker (inherent, verworven)
- Farmacokinetische eigenschappen van het antibioticum
• Absorptie/ biologische beschikbaarheid
• Verdelingsvolume: penetratie in het gewricht
• Metabolisme & excretie (eliminatie)
bacteriocide
bacteriedodend
bacteriostatisch
bacterieremmend
MIC-waarde
Minimale inhiberende concentratie (microgr/ml); werkzaamheid (potentie) van een antibioticum.
MIC90 = 90% van de bacterial wordt in groei geremd in plasma concentratie van de patiënt.
Antibacteriele activiteit: MBC
Minimal Bactericidal Concentration:
De laagste concentratie die 99,9% van de bacteriën
doodt
➢ Als de ratio MBC/MIC klein is (<4-6), dan is een
antibioticum bacteriocide MBC in vivo haalbaar & veilig
➢ Als de ratio MBC/MIC groot is, dan is een antibioticum bacteriostatisch
MBC in vivo niet haalbaar/ niet veilig
Werking van AB
1. bacteriocide Doden bacterie: ▪ Concentratieafhankelijk of ▪ Tijdsafhankelijk 2. bacteriostatisch ▪ Remming celdeling ▪ Opruimen: fagocytose en intracellulaire killing ▪ Immuunstatus patient!
Werkingsmechanisme AB
Bacteriostatisch werkende AB: remmen bacteriële groei
- Lichaamseigen afweer moet meewerken om de infectie te overwinnen
- Klinische relevantie, o.a.:
a. Chronische infecties
b. Hoge infectiedruk (populaties)
c. Metafylactische behandeling
Bactericide werkende AB: doden micro-organismen
- Lichaamseigen afweer minder belangrijk
- Klinische relevantie
a. Acute infecties
b. Het individuele dier – YOPIs
Antibacteriële effectiviteit: concentratie vs. tijd
Tijdsafhankelijke afhankelijk = meeste AB, AB heeft bepaalde tijd nodig om alle bacteriën te doden.
Concentratie-afhankelijk = middelen die d.m.v. 1 hoge dosering alle bacteriën doodt.
Tijdsafhankelijke werking
Bijv. Penicillenen, tetracycline, macrolide, TMP/S.
Stelling: peak plasmaconcentratie > 2x MIC90. Dus de tijd boven deze MIC.
Plasmaspiegel > MIC gedurende 50% van het dosisinterval.
–> kuur afmaken > zo kort mogelijk proberen te behandelen.
Toepassing gedurende meerdere dagen > hoog genoeg doseren.
Indicaties, in het bijzonder: subacuut en chronische infecties, metafylactische behandeling.
Concentratie-afhankelijke werking
Bijv. aminoglycosiden, fluoroquinolonen.
Toepassing 1-2 keer: bacteriële genezing voor klinische verbetering
Indicaties: acute infecties, immuun-incompetente patienten.
Werkingsmechanismen van AB
Gebaseerd op Gram+ of Gram- bacteriën:
- Celwandsynthese-remmers
- Eiwitsyntheseremmers
- Remming nucleinezuursynthese
- Remming DNA-replicatie
Bacteriële resistentie
Natuurlijke (intrinsieke) resistentie:
→ werkingsmechanisme
Verworven resistentie: → adaptatieproces: expressie van resistentiegenen, bv: • Chromosomale (gen)eilanden (SCCmec in MRSA) • b-lactamasen en andere enzymen • efflux transporters