Hoofdstuk 9: stakeholders, CSR en duurzaamheid Flashcards

1
Q

Wat zijn belanghebbenden/stakeholders?

A

alle groepen en individuen die invloed hebben op of beïnvloed worden door een bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor soorten belangen/stakes zijn er?

A
  • aandelenbelang
  • economisch of marktbelang
  • influencer belang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar gaat het aandelenbelang over?

A

belanghebbenden met direct eigendom. dit zijn de aandeelhouders van een bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar gaat het economisch of marktbelang over?

A

de belanghebbenden die een economisch belang hebben in een bedrijf zonder eigendom te bezitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar gaat het influencer belang over?

A

alle overige groepen. bijv. media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Naast de verschillende belangen, bestaan er ook verschillende soorten belanghebbenden welke zijn dit?

A

de primaire belanghebbenden.

de secundaire belanghebbenden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de primaire belanghebbenden?

A

bijv werknemers. deze groep is onmisbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn de secundaire belanghebbenden?

A

deze groep heeft wel een invloed op of wordt beïnvloed door het bedrijf, maar is niet onmisbaar voor het voortbestaan van het bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom zijn de secundaire belanghebbenden vooral belangrijk?

A

omdat ze een invloed kunnen hebben op de publieke opinie. vb zijn belangenorganisaties en lokale gemeenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

naast het indelen van de stakeholders in primair en secundair is er nog een andere manier om de belanghebbenden in te delen. Wat is deze manier?

A

je verdeelt ze in contractuele belanghebbenden en belanghebbenden uit de gemeenschap .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie vallen er onder contractuele belanghebbenden?

A
werknemers
klanten
leveranciers
distributeurs
geldleveranciers
aandeelhouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wie vallen er onder belanghebbenden uit de gemeenschap?

A
overheid
gebruikers
media
lokale gemeenschappen
toezichthouders
belangenorganisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het is belangrijk om als bedrijf een analyse te maken om de belanghebbenden te identificeren. Uit welke stappen bestaat deze stakeholder identification analysis?

A
  • wie zijn de stakeholders?
  • wat zijn hun belangen?
  • wat zijn de kansen en moeilijkheden voor de organisatie door deze stakeholders?
  • wat zijn de verantwoordelijkheden van de organisatie?
  • hoe kan de organisatie het beste communiceren met deze stakeholders?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar gaat de stakeholdertheorie van uit?

A

dat alle belanghebbenden van het bedrijf beïnvloeden en andersom. deze theorie is heel anders dan de economische theorie van het bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar gaat de economische theorie van het bedrijf van uit?

A

dat ellen de leveranciers, de investeerders, de klanten en de werknemers de organisatie beïnvloeden. de organisatie beïnvloedt dan enkel de klanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de oude manier van kijken naar de relatie tussen de stakeholders en de organisatie? wat stelde deze manier van kijken voor?

A

het stakeholdermanagement. deze kijkt naar het onderhouden van relaties met stakeholders.

17
Q

welke verschillende kenmerken heeft het stakeholdermanagement?

A
  • het is gefragmenteerd in verschillende afdelingen.
  • focus ligt op het managen van relaties.
  • er wordt nadruk gelegd op afstand creëren tussen de organisatie en stakeholders die het bedrijf verstoren.
  • het kijkt naar de korte termijn.
  • de uitvoering in de praktijk hangt af van de afdeling en de persoonlijke stijl van de manager.
18
Q

wat is de nieuwe manier van kijken naar de relatie tussen de stakeholders en de organisatie?

A

de stakeholdercollaboratie.

19
Q

welke verschillende kenmerken heeft het stakeholdercollaboratie?

A
  • het heeft een geïntegreerde managementbenadering.
  • focus ligt op het bouwen van relaties
  • het kijkt naar de lange termijn
  • de uitvoering volgt een coherente aanpak (dat het geheel klopt met de missies en waarden)
20
Q

Wat zijn redenen voor bedrijven om rekening te houden met hun stakeholders?

A

reputatie, geld of innovatie.
bedrijven die rekening houden met stakeholders gaan veel langer mee. een goede reputatie leidt namelijk tot meer transacties wat betekent dat mensen bij je willen werken en dus ook bij je blijven kopen. Je krijgt dus uiteindelijk meer mogelijkheid om te innoveren.

21
Q

Wat is corporate social responsibility (csr)? waar gaat dit over?

A

maatschappelijk verantwoord ondernemen.
dit gaat over de economische, juridische, sociale en milieugerelateerde verantwoordelijkheden van een organisatie ten opzichte van de samenleving. dit wordt ook wel beschouwd als de financiele bottom line.

22
Q

Wat houdt de Friedman narrow view in?

A

dat de enige verantwoordelijkheid van een bedrijf het vervullen van de belangen van de aandeelhouders is.

23
Q

Wat is de stakeholder view narrow?

A

de stakeholder view narrow vindt dat een bedrijf CSR moet gebruiken vanwege public relations (PR) en zich op een minimale manier moet aanpassen aan de verwachtingen binnen een samenleving.

24
Q

Wat is de stakeholder view responsible broad version?

A

de stakeholder view responsible broad version vindt dat de sociale en milieugerelateerde verantwoordelijkheden onderdeel zijn van het doel van een bedrijf.

25
Q

Wat is de triple bottom line?

A

een framework waarin de prestaties op verschillende gebieden van een bedrijf gemeten kunnen worden. deze gebieden zijn de mensen - sociale pilaar, de planeet- milieupilaar en de winst- economisch pilaar.

26
Q

CSR heeft verschillende duurzaamheidsnormen en controlestandaarden. benoem ze en leg ze uit.

A

1) principle-based standards: breed gedefinieerde basislijnwaarden en richtlijnen om het gedrag van deelnemers op sociaal en milieugebied te sturen.
2) certification standards: naleving van een aantal verwachte werkwijzen, gedrag of principes.
3) reporting standards: kaders voor transparante rapportage, openbaarmaking en informatie over de sociale, ecologische en economische prestaties van een bedrijf zoals GRI.
4) Process standards: normen die richtlijnen geven voor belangrijke operationele processen en CSR-voorwaarden.

27
Q

Er kunnen problemen ontstaan in de interacties tussen de organisaties en hun stakeholders. Hoe kunnen deze problemen worden gedefinieerd?

A

a)een punt van zorg met betrekking tot de beslissing en operaties van de organisatie (materiële kwestie;
bovenstaande kan of mag niet ook nog eens betrekking hebben op b) een conflictpunt in meningen en oordelen en met betrekking tot de beslissingen en activiteiten van een bedrijf.

28
Q

Er kunnen problemen ontstaan in de interacties tussen de organisaties en hun stakeholders. we kunnen deze problemen oplossen door gebruik te maken van een tweestappenproces. Wat is de eerste stap?

A

diagnose, hierbij ga je na wat het probleem is en je analyseert het.

  • hoe waarschijnlijk is het om overheidsmaatregelen te activeren of invloed te hebben op de publieke opinie?
  • de waarschijnlijkheid dat het probleem aanhoudt.
  • het vermogen van de organisatie om de oplossing te beïnvloeden.
  • de belangrijkste groepen belanghebbenden en het publiek die bij het probleem betrokken zijn.
    pag. 22
29
Q

Er kunnen problemen ontstaan in de interacties tussen de organisaties en hun stakeholders. we kunnen deze problemen oplossen door gebruik te maken van een tweestappenproces. Wat is de tweede stap?

A

strategische opties.

Hierbij ga je nadenken of je wel wat gaat doen of juist niet. dit kan reactief of proactief.

In het geval van reactief zijn er weer twee opties:

  • buffering: je blokkeert het probleem, ontkent dat er een probleem is.
  • bridging: tegemoetkomen aan zorgen van belanghebbenden, vaak is er daarna spraak van druk.

Ook in het geval van proactief is er sprake van twee opties:

  • advocacy: een alternatief kader en definitie bieden.
  • thought leadership: een positieve leiderschapspositie op een kwestie waar stakeholders van profiteren.
30
Q

Er kunnen problemen ontstaan in de interacties tussen de organisaties en hun stakeholders. of ze er uiteindelijk iets aan gaan doen hangt af van de intensiteit van het probleem en het belang van het probleem. Leg het proces uit dat de uiteindelijke levenscyclus van een probleem vormt.

A

Wanneer een probleem ontstaat, ga je in debat over dit probleem om het probleem duidelijk te krijgen. Daarna kijk je naar de strategische opties en hoe dit in overeenstemming is met je bedrijfspolicy. de laatste stap is het uitvoeren van de gekozen oplossing waarna de cyclus is voltooid.

31
Q

GRI is een kader van transparante rapportage. op welke vier principes is GRI gebaseerd?

A
  • materiality: op welke gebieden wil je als bedrijf een impact vormen en welke indicatoren gebruik je om te kijken naar deze economische, sociale en milieugerelateerde impact?
  • stakeholder inclusiveness: identificeer de stakeholders en leg uit hoe het bedrijf omgaat met hun verwachtingen en hun belangen.
  • context: de prestatie van de organisatie in de grotere duurzame context.
  • completeness: alle belangrijke onderwerpen en grenzen van de economische, sociale en milieugerelateerde impact moeten worden opgenomen in het verslag.
32
Q

Het concept van CSR is ontstaan door verschillende fasen in het bedrijfsleven. wat was de eerste fase?

A

de age of greed. Hierin wordt CSR gebruikt als een manier om shareholder value te beschermen.

33
Q

Het concept van CSR is ontstaan door verschillende fasen in het bedrijfsleven. wat waren de tweede, derde en vierde fase?

A

de age of philantropy. Hierin wordt CSR gebruikt als een manier om aan liefdadigheid te doen, door bijv. een foundation of trust fund op te richten voor een goed doel.

In de derde fase draait het om promotie. Dit is de age of marketing, waarin CSR wordt gebruikt om goede public relations (PR) op te bouwen.

In de vierde fase wordt CSR strategisch gebruikt door activiteiten gerelateerd aan het bedrijf te vinden door CSR codes in de age of management.

34
Q

Het concept van CSR is ontstaan door verschillende fasen in het bedrijfsleven. wat was de laatste fase?

A

de age of responsibility. in deze fase gaat het om actief zelf op zoek te gaan naar manieren om verantwoordelijker te produceren en zelf te kijken naar de inefficiënte processen, Als we goed gaan kijken zien we dat er met de laatste fase een verandering in houding plaatsvindt. Bedrijven zijn nu proactief in plaats van passief. Dit betekent ook de ingang van CSR 2.0.