Hoofdstuk 12: strategieformulering Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de strategieformulering? Waar zijn deze concepten voor?

A

de generieke strategie en de strategiestatement.
Deze twee concepten zijn manieren om kort en bondig een strategie in woorden samen te vatten. Dit bestaat uit het formuleren van een plan en een beoogde strategie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat Porters generieke strategie uit?

A

het advies om als bedrijf binnen een industrie een van de drie mogelijke strategieën te hebben:

  • kostenleiderschap
  • differentiatie
  • focus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt kostenleiderschap in?

A

dat je produceert tegen de laagste kosten met een focus op efficiëntie. Dit betekent ook dat je maar een beperkte set waardevolle producteigenschappen hebt en dus een minimumniveau van tevredenheid. Daarnaast zijn de laagste kosten niet altijd de laagste prijzen. De focus ligt eerder op beter marges en winstgevendheid dan op het industriegemiddelde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de generieke strategie kostenleiderschap beschermt je tegen de vijf krachten van Porter. Leg dit uit.

A
  • de lage kosten zorgen voor genoeg marge om rivaliteit aan te gaan.
  • Al zijn klanten machtig genoeg om hard te onderhandelen, je hebt genoeg marge om hiermee om te gaan.
  • als leveranciers kosten van de industrie verhogen, hebben minder winstgevende concurrenten meer last.
  • kostenleiderschap kan goed omgaan met nieuwe toetreders, aangezien kostenleiderschap mogelijk kan worden gemaakt door schaalvoordelen en daarnaast kan een kostenleider dreigen met een prijzenoorlog als vergelding.
  • als laatste wordt de bedreiging van substituten verminderd, doordat een kostenleider een goede positie heeft om de goedkopere substituten te matchen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgt differentiatie voor? (en waar juist niet voor)

A

dat je anders bent dan de concurrenten.
Differentiatie zorgt er niet voor dat je de prijs van een product helemaal kunt verwaarlozen binnen de strategie, maar wel dat dit strategisch gezien niet meer het belangrijkste is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er zijn heel veel verschillende gebieden waarop een bedrijf zich kan onderscheiden van de rest. zoals?

A

gebruiksgemak, bedrijfsreputatie en beloftes houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt uitgelegd hoe gedifferentieerd je bent?

A

In de waarde propositie. De focus ligt meer op betere marges en winstgevendheid dan op het industriegemiddelde, maar lage kosten en prijzen zijn niet primair van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de generieke strategie differentiatie beschermt je tegen de vijf krachten van Porter. Leg dit uit.

A
  • Rivaliteit speelt nu alleen nog een rol tussen de spelers die op vergelijkbare dimensies zijn gedifferentieerd.
  • de onderhandelingskracht van afnemers wordt verminderd doordat de overstapkosten worden vergroot en je loyaliteit opbouwt. De macht van leveranciers heeft minder invloed op jou, aangezien de minder winstgevende concurrenten meer last zullen ondervinden.
  • De overstapkosten en loyaliteit beschermen ook tegen nieuwe toetreders en substituten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het kan zijn dat het bereik van de markt nauw (narrow) is. In dit geval kan je een focus hebben op een segment of niche. Wat betekent dit?

A

Dat je niet de kostenleider of gedifferentieerd bent voor de volledige industrie, maar je diepere kennis en ervaring hebt op een bepaald segment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

focus zorgt voor een diepere kennis en ervaring. Wat is weer het gevolg hiervan?

A

Dat je goed in staat bent om een specifieke klantgroep te behandelen. voor deze klantengroep kun je wel een kostenleider zijn of je differentiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een markt kan een grote omvang hebben. Wat zijn de specifieke kenmerken van een groot bereik?

A
  • brede inventaris (hoge kosten)
  • Veel locaties, geografische verspreiding
  • kostenleider of gedifferentieerd om te overleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van een markt met een klein bereik en een focusstrategie?

A
  • de buurt kennen met persoonlijke relaties met de klantengroep
  • wees kostenleider of gedifferentieerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij focusstrategie is er nog steeds sprake van differentiatie of kostenleiderschap. de differentiatie wordt echter wel gedaan op andere dimensies. zoals?

A

klantenervaring, locatie en kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar gaat een strategiestatement over?

A

het prescriptieve idee dat het goed is voor bedrijven als ze een simpel, duidelijk en kort statement hebben, dat iedereen kan internaliseren en gebruikt kan worden als een richting om moeilijke keuzes te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uit welke 3 elementen bestaat een strategiestatement?

A
  • strategische doelstelling.
  • Bereik
  • competitief voordeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een strategische doelstelling? Waar wordt dit voor gebruikt?

A

een kwantificeerbaar, tijdsgebonden doel. Dit kan gebruikt worden om prestaties te evalueren.

17
Q

Wat is het bereik?

A

een beschrijving van producten en klanten (markten of segmenten). De keuze voor het bereik wordt mede bepaald door de generieke strategie.

18
Q

Waar bestaat het competitief voordeel uit?

A

uit de waardepropositie en de interne afstemming.

19
Q

Hoe wordt de waardepropositie bepaald?

A

het wordt mede bepaald door de keuze van de generieke strategie en het legt uit waarom de klant jouw product zou moeten kopen. Het gaat dus in op welke productkenmerken waardevol zijn.

20
Q

Wat is de interne afstemming?

A

een beschrijving van hoe de bedrijfsactiviteiten, structuur, resources, competenties en capaciteiten zijn afgestemd. Dit moet op zo’n manier zijn dat alleen dit bedrijf deze waardepropositie kan leveren. Alle elementen samen vormen de strategiestatement.

21
Q

In de strategieformulering is er sprake van afwegingen en consistentie tussen generiek strategie en strategiestatement. Noem een vb.

A

dat kostenleiderschap standaardisatie betekent en dat er minder keuze is voor klanten wat een impact heeft op de waarde propositie.

22
Q

Binnen elementen van de strategiestatement zijn er ook afwegingen en consistentie, Noem een vb binnen de strategische doelstellingen.

A

groei nastreven zorgt voor minder winstgevendheid.
Een ander vb binnen de waarde propositie is dat dure productkenmerken waarmee je differentieert zorgen voor hogere prijzen voor klanten.