Hoofdstuk 9: Acuut abdomen Flashcards

1
Q

__ACUUT ABDOMEN__

Definitie?

A

Verzamelnaam voor acuut ontstane buikaandoeningen.
≠ diagnose!

Vaak gepaard met hevige buikpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk verschil zien we qua pijn bij het visceraal en pariëtaal peritoneum?

A

Visceraal: pijnsensatie = vaag en slecht gelokaliseerd (slecht bezenuwd)

Pariëtaal: hevig en beter gelokaliseerd (goed bezenuwd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ontsteking zien we meestal bij een acuut abdomen?

A

Peritonitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

__ACUUT ABDOMEN__

Hoe wordt de diagnose gesteld?

A

Vooral op basis van anamnese en klinisch onderzoek

Andere onderzoeken duren lang en daar is vaak geen tijd voor door de ernst van de aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vragen ga je je stellen bij een acuut abdomen?

A
  • Wie is de P? (leeftijd, geslacht, geschiedenis, roker)
  • Hoe lang bestaat de pijn? (acuut = < 24u en progressief erger)
  • Hoe wordt de pijn beschreven? (hevig, lokaal/generaal, vervoerspijn, koliekpijn?, uitstraling)
  • Begeleidende klachten? (nausea, emesis, blv, mictieklachten, opgezet abdomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Palpatie van het abdomen. Wat kan je verwachten bij een acuut abdomen?

A
  • Zeer pijnlijk
  • Spierweerstand bij peritonitis

Je zoekt naar de plaats met de grootste pijnreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je op basis van de pijn een gal/nierkoliek onderscheiden van een peritonitis?

A

Koliekpijn zorgt voor bewegingsdrang. Komt in aanvallen.

Pijn door peritonitis zorgt ervoor dat de P zo stil mogelijk wil liggen. Constante pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verwachten we koorts bij een acuut abdomen?

A

Lichte koorts.

Hoge koorts in een verder stadium: algemene peritonitis, pyelonefritis…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer gaan we toch uitgebreid onderzoek doen? Wat zoal?

A

Bij twijfel en niet-kritisch zieke patiënt.

  • Bloedafname: CRP, Hb, leukocyten…
  • Urine: WBC, RBC, nitriet
  • Beeldvorming: CT, echo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de 5 regio’s

A
  1. epigastrium
  2. rechter hypochonder
  3. rechter fossa
  4. linker hypochonder
  5. linker fossa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly