Hoofdstuk 8: Internaationaal Handelsverkeer Flashcards

0
Q

Hoe verwacht men dat de wereldhandel zal evalueren?

A

Men verwacht dat de wereldhandel een negatieve groei zal hebben door de risico’s van de eurocrisis en door protectionistische maatregelen van landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wie zijn de grootste in- en uitvoer landen? Hoe zit het met het Belgisch handelsverkeer?

A

China: grootste uitvoerder
Vs: grootste invoerder

België staat telkens op de 13e plaats. Het behoort tot de belangrijkste wereldexporteurs en -importeurs. De Belgische economie is een open economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan je meten met de invoer- en uitvoerquote?

A

Met de invoer- en uitvoerquote meet men de graad van belangrijkheid van de buitenlandse handel voor een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie invoerquote + formule

A

Het geeft de verhouding weer van de waarde van de invoer van goederen en diensten tov de waarde van het BBP tegen marktprijs.

Formule: m = (M/BBP) * 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie uitvoerquote + formule

A

Het geeft de verhouding weer van de waarde van de uitvier van goederen en diensten tov de waarde van het BBP tegen marktprijs.

Formule: x= (X/BBP)*100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de buitenlandse handel van België ; belangrijkste klanten en leveranciers.

A

Voor België is de invoer altijd groter geweest dan de uitvoer. De invoer en uitvoercijfers stijgen ieder jaar.

De belangrijkste leveranciers van België:
Nederland
Duitsland
Frankrijk

De belangrijkste klanten van België zijn:
Duitsland
Frankrijk
Nederland
VK
VS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voordelen van international handel?

A
  • internationale arbeidsverdeling leidt tot specialisatie. Hierdoor kunnen productiekosten dalen.
  • keuzemogelijkheden van de consument worden groter. Elk land maakt wat het het beste kan maken -> meer producten beschikbaar! Bv. Koffie uit Brazilië, thee uit Sri Lanka, diamanten uit België
  • een betere kwaliteit door een grotere efficiëntie
  • consumenten profiteren van lagere prijzen in het buitenland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de nadelen van internationale handel?

A
  • kinderarbeid
  • concurrentie
  • risico om afhankelijk te zijn bv. VS is afhankelijk van olielanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zijn er beperkingen voor vrijhandel of niet?

A

Er zijn tegenwoordig meer en meer pogingen om internationale handel te beperken.
Bv. protectionisme: allerlei overheidsmaatregelen om de binnenlandse economie te beschermen tegen de buitenlandse concurrentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Argumenten pro protectionisme

A
  1. Opvoedingsargument (= infant industry argument): het beschermen van nieuwe bedrijven, bedrijven die nieuwe producten maken of bedrijven in ontwikkelingslanden die een monocultuur kennen (=een land die afhankelijk is van 1 product). Zij kunnen het in de beginjaren moeilijk hebben wanneer er sterke concurrentie is vanuit het buitenland. Dmv de invoer v belemmerende maatregelen kunnen de bedrijven na een tijdje een kostprijs bereiken die concurrentieel is tov het buitenland. (Aanvaard voor ontwikkelingslanden)
  2. Het lageloonlandenargument: de internationale arbeidsverdeling verandert door de internationale handel -> arbeidsintensieve productie (textiel, kleding, speelgoed) verplaatsen naar lageloonlanden; met de beperking van de invoer uit lageloonlanden kunnen ze opnieuw meer werkgelegenheid creëren in eigen land.
  3. Anti-dumpingsargument: Nieuwe industrielanden worden ervan verweten dat ze aan sociale dumping doen. De lonen liggen er laag en er is geen sprake van sociale zekerheid.
  4. Het zelfvoorzieningsargument: een land wil niet te afhankelijk zijn van het buitenland. Bv. Via invoersbelemmeringen wordt de landbouwsector beschermt tegen de buitenlandse concurrentie (VS).
  5. Het werkgelegenheidsargument: beperking van de invoer om meer werkgelegenheid creëren. => slecht argument! Werkloosheid is een internationaal verschijnsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Handelspolitiek: maatregelen waarmee de overheid een protectionistische politiek kan voeren: vben.

A
  1. Tarifaire belemmeringen: hebben een invloed op de prijs: bv. Invoerrechten of douanerechten = belasting op de ingevoerde goederen => de goederen worden duurder
  2. Niet-tarifaire belemmeringen: hebben geen invloed op de prijs:
    bv.
  3. Invoerquota of -contingenten: beperken de hoeveelheid van een bepaald goed dat men mag invoeren bv. Max. Aantal auto’s v een bepaald merk op 1 jaar tijd => heeft geen invloed op de prijs
  4. Instellen van een economische boycot: het totaal verbod van handel met een bepaald land (meestal voor politieke invloed)
  5. Instellen van een embargo: het heeft dezelfde bedoelingen als een economische boycot maar het is beperkter van omvang.
    Bv. Niet uitvoeren naar het midden-oosten maar wel naar Amerika
  6. Het invoeren van administratieve of technische voorschriften; kwaliteit; gezondheid; milieu, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is globalisering?

A

Het verschijnsel waarbij de onderlinge verwevenheid van de nationale economieën toeneemt. ‘De wereld als een dorp’. Het is een gevolg van internationale handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly