Hoofdstuk 3: Marktvormen Flashcards

0
Q

Soorten marktvormen:

A
  1. Volkomen concurrentie: kenmerken:
    - veel vragers en veel aanbieders
    - volkomen doorzichtig of transparant
    - volledig toegankelijk
    - homogeen product
    Bv. Wisselmarkt, groenteveilingen
    => 1 marktprijs of evenwichtsprijs wanneer Qv=Qa (grafisch kunnen voorstellen)
    => de producent kan zelf kiezen hoeveel hij aanbiedt om winstmaximalisatie na te streven (bij gegeven opbrengsten en kosten)
    => de consument kan zelf kiezen hoeveel hij aankoopt om maximale behoeftebevrediging na te streven (bij gegeven inkomen, prijs van andere goederen en preferenties)
    => elke andere prijs is tijdelijk: (aanbodoverschot of vraagoverschot)
    => er is wel een verschuiving mogelijk van de collectieve vraag door een wijziging in: preferenties vragers, aantal vragers, prijzen andere goederen, inkomens vragers
  2. Onvolkomen concurrentie:
    - staat dichter bij de werkelijkheid
    - heterogene producten
    - producenten = prijszetters
    - niet altijd veel vragers en aanbieders

3 marktvormen bij onvolkomen concurrentie:

A. Monopolie:

  • 1 aanbieder -> kan prijs bepalen bv. NMBS (overheid kan ingrijpen bij misbruik van zijn machtspositie)
  • veel vragers -> kunnen reageren: substitutiegoederen kopen
  • ondoorzichtig
  • beperkte toetreding
  • homogene goederen

Soorten monopolies:

  • overheidsmonopolie (wettelijk): overheid heeft alle controle bv. NMBS, Telenet=>kabeltv
  • natuurlijke monopolie: een bedrijf beschikt als enige over bepaalde grondstoffen bv. Diamantmijnen in zuid-Afrika
  • feitelijk monopolie: een ondernemer slaagt erin al zijn concurrentie uit de markt te drijven bv. Aspirines van Bayer

B. Oligopolie:

  • enkele aanbieders, veel vragers: komt veel voor! Aanbieders kunnen hun prijs zelf bepalen.
  • ondoorzichtig
  • beperkte toetreding
  • homogene producten (homogeen oligopolie): aanbieders brengen hetzelfde product op de markt bv. Benzine of staal , heterogene producten (heterogeen oligopolie): aanbieders brengen verschillende producten op de markt bv. Wasmiddelen, auto’s

=> toetreden van nieuwe aanbieders is moeilijk!

  • Publiciteit: kost veel om reclame te maken om het product gekend te maken
  • grote investeringen: nodig om productie efficiënt te laten verlopen bv. Airbus vs. Boeing
  • ingewikkelde productiemethode: technologisch karakter + plaatsen van een patent
  • gebonden distributiesysteem: de verkoop van de producten is rechtstreeks gebonden aan een bepaalde producent bv. Auto’s

(altijd homogeen of heterogeen oligopolie vermelden!!!)

Non-price competition: de aandacht leggen op het product door gebruik te maken van reclame, kwaliteit, levertijd, … Er wordt op deze manier geconcurreerd zodat een prijzenoorlog vermeden wordt.

Prijzenoorlog:
Apple verlaagd prijs -> HTC en Samsung verlagen ook prijs maar gaan niet onder de prijs van Apple. HTC mag ook hun prijs niet te veel verlagen omdat ze anders failliet zouden kunnen gaan.

  1. Monopolistische concurrentie: komt het meest voor!
    - veel vragers, veel aanbieders
    - Ondoorzichtig
    - vrije toetreding
    - heterogene goederen: de producent geeft zijn product een eigen imago om een eigen markt te creëren
    - productdifferentiatie : producten verschillen door kwaliteit, levertijd, vorm,… Hierdoor zijn consumenten bereid om verschillende prijzen te betalen voor ongeveer dezelfde goederen. Als de consument de prijs te hoog vindt gaan ze naar de concurrent. Reclame speelt een grote rol bv. Dauwe Egberts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Markt + marktvormen: wat is het + kenmerken

A

Markt: Het geheel van vraag en aanbod van goederen. Zie tabel boek p. 97

Een marktvorm geeft aan op welke wijze men een markt organiseert. Kenmerken van een marktvorm:

  1. Aantal marktpartijen: (1, weinig, veel vragers + 1, weinig, veel aanbieders)
  2. De mate van doorzichtigheid of volkomenheid van de markt:
    Transparant: alle partijen zijn op de hoogte van alle marktelementen
    Niet transparant/onvolkomen: niet alle partijen zijn op de hoogte van alle informatie
  3. Toetredingsmogelijkheden: vragers/aanbieders kunnen gemakkelijk toetreden op de markt of het wordt bemoeilijkt bv. Vergunningen, opzegsvergoedingen
  4. Mate van productdifferentiatie:
    Homogeen: producten zijn identiek
    Heterogeen: producten onderscheiden van die van de concurrentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het prijsbeleid in België:

A

Concurrentie is de beste garantie voor een goede functionering van een economisch leven. Concurrentie zorgt ervoor dat prijsstijgingen beperkt blijven. Mededingen zorgt ervoor dat er een groter assortiment is, de kwaliteit beter is en stimuleert technologische vooruitgang.

Met de nieuwe mededingenwet is het verboden om kartelafspraken te maken en misbruik te maken van een machtspositie. Ondernemingen moeten doen aan self-assessement (hun zelf beoordelen). De overheid kan nog ingrijpen om de consumenten en zwakkere bevolkingsgroepen te beschermen van te hoge prijzen bv. Geneesmiddelen

Stelsel van de normale prijs: het is verboden om te verkopen tegen een prijs die abnormaal hoog is. Bij de beoordeling hiervan wordt rekening gehouden met de staat van de markt, de exploitatiekosten en de gerealiseerde winst.

De overheid kan ingrijpen bij prijsvorming op verschillende manieren:

  1. Programmaovereenkomsten: een overeenkomst voor ongeveer 2 jaar die verplichtingen inhoudt op net gebied van toegepaste prijzen
  2. Het opleggen van maximumprijzen of marges: de minister van economie kan prijzen opleggen voor een bepaalde sector of voor individuele goederen/ diensten bv. Geneesmiddelen. De maximumprijzen zijn dwingend. Ondernemingen mogen er niet boven maar wel onder gaan.
  3. Het stelsel van de prijsverhogingsaanvragen: er dient een aanvraag ingediend te worden als er een prijsverhoging wil plaatsvinden. Deze aanvraag moet 60 kalenderdagen ervoor gebeurd zijn.
  4. Het stelsel van kennisgeving van prijsverhoging: bij bejaardenopvang kan er een prijsverhoging plaatsvinden als ze voldoen aan een aantal voorwaarden

=> de overheid laat prijsvormingen voor alle ondernemingen over aan de vrije markt.

! Speciale prijsregeling: er zijn Europese prijsregelingen voor land- en tuinbouw en veeteelt. Er is niet veel ruimte over dan voor een nationaal prijsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly