Bank Flashcards
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening bij overlijden
Geld dat op de rekening staat bij het overlijden maakt deel uit van de erfenis. De familie is verplicht de bank op de hoogte te brengen van het overlijden. Dan wordt de rekening geblokkeerd. Dit is om te voorkomen dat na het overlijden mensen met een volmacht ineens de rekening zouden beginnen plunderen. De rekening wordt terug vrijgegeven als de erfenis wordt verdeeld. Soms kan aan fiscale planning worden gedaan:
Wat?
Fiscale planning = een constructie opzetten om ervoor te zorgen dat wanneer er iemand overlijd de successierechten zo laag mogelijk blijven.
Waarom?
Een erfenis in de eerste graad (van ouders op kinderen) wordt al voor 25 tot 30% belast. Bij vreemden kan deze belasting oplopen tot 50-60. Daarom proberen mensen deze belasting te ontwijken door:
- Een schenking: bij officiële schenking wordt het belast maar als het onder tafel gebeurd niet. MAAR als de schenking wordt overgeschreven ipv cash wordt gegeven en zodus bewijsbaar is dan is het niet belastbaar als de persoon nog 3 jaar blijft leven. Als hij binnen de 3 jaar overlijdt + bewijsbaar => kan wel belast worden
- Ik, opa - testament: wordt opgesteld bij de notaris. De grootouders beloven dat elk kleinkind een schenking krijgt van een bepaald bedrag. Maar het bedrag gaan niet echt naar de kleinkinderen omdat de successierechten dan te hoog zijn. De ouders krijgen de erfenis maar als de ouders overlijden krijgen de kleinkinderen het bedrag van de grootouders MAAR met het groe verschil: het bedrag van de belofte wordt niet belast (tot een bedrag van 12500 euro)
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening
- op naam van 1 of meerdere personen (of een rechtspersoon)
bij samenwonenden wordt vaak een gezamenlijke zichtrekening geopend samen met de partner -> meestal laten ze dan hun loon op een eigen rekening toekomen en storten ze dan een bepaald bedrag op de gemeenschappelijke rekening voor bv. Alledaagse inkopen. - geld onmiddellijk beschikbaar
- voor dagdagelijkse verrichtingen
- titularis of volmacht (mandataris)
Titularis is de eerste gebruiker. De mandataris heeft een volmacht op de rekening maar is niet de hoofdgebruiker. Een mandataris kan eigenlijk evenveel als de titularis + er is ook geen beperking op het aantal mandatarissen
5.vaak geen rente 0 of zeer laag 0,15%: daarom staan er vaak geen grote bedragen op deze rekening. Vaak wordt datgene wat overblijft op het einde van de maand via een doorlopende opdracht naar de spaarrekening gestort.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekeningen verrichtingen
- Vermeerderen van een tegoed: creditering rekening
- Verminderen van het tegoed: debitering rekening (bekeken vanuit het standpunt van de bank)
=> alles is samengevat op de rekeninguitreksels: belangrijk om bij te houden vanaf wanneer je een personenbelasting invult omdat de fiscus ten alle tijde kan vragen om te bewijzen hoe je bepaalde minnen op je rekening hebt
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening extra diensten: rekeningverzekering
Rekeningverzekering: het bedrag dat op de rekening staat wordt verzekerd. Het bedrag kan zelfs verdubbelen. De kostprijs valt goed mee, rond de 5 euro per rekening per jaar
=> voorwaarden zijn bij elke bank anders; het gaat wel altijd over het overlijden bij een ongeval (soms ook invaliditeit). Per bank is er ook een minimum en een maximum bedrag vastgelegd dat op de rekening moet staan. Per kind ten laste of per kind dat een spaarboekje heeft bij de desbetreffende bank komt er nog eens een bedrag bij.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening: extra diensten: kasfaciliteit
= je kan onder nul gaan (in debet staan) op je rekening; niet gratis! Meestal rond de 10% intrest.
- wet op het consumentenkrediet (WCK) zegt dat mensen maar 1 maand onder nul kunnen gaan (tenzij ander bepaalt in een contract). Dit is ter bescherming van de consument tegen overmatige schulden
- speciale vorm van kasfaciliteit: het overbruggingskrediet = wanneer je bijvoorbeeld een bouwgrond koopt voor een nieuwe woning maar je oud huis wordt pas verkocht een aantal maanden later. Dit tekort wordt op een speciale rekening gezet, zoveel duizenden euro’s onder 0. Na de verkoop van je huis gebruik je dat geld dan opnieuw om boven 0 te geraken. Op de tijd dat je onder 0 staat betaal je minder intrest dan wanneer je gewoon onder 0 zou gaan.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening: bankverhuisdienst
Als je verhuist is het niet handig om je bank nog in je vorig dorp te hebben, daarom is er een verhuis mogelijk. De kantoren zelf zijn niet gelukkig als je dat doet omdat hun opbrengsten worden bepaald per individu dat bij hen belegt.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: zichtrekening: tarifering + hoe tarifering vermijden
- soms gratis online zichtrekeningen maar vaak betalend
- moeilijk te vergelijken:
- beheerskosten
- kaartkosten
- kosten voor verlichtingen: soms betaal je per stuk, soms zijn de eerste 24 gratis en er zijn zelfs sommige banken die klanten betalen om verrichtingen te doen
- kosten voor rekeninguitreksels: soms betalend om ze af te drukken of om ze thuis gestuurd te krijgen
Hoe tarifering vermijden?
- tarieven vergelijken
- betalingsgewoonte
- goede klant
- online gaan
- all-in-one rekening
- goedkopere tarieven voor jongeren/ouderen/mindervaliden
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: betaalmiddelen: overschrijving
- overschrijving is geen wettig betaalmiddel want je kan geen overschrijving doen als er geen geld op je rekening staat; het is wel de, wettig betalingssysteem
- SEPA: single euro Payments Area:
A. IBAN: bestaat uit een landcode, controlegetal en het huidige nationale rekeningnummer. Het heeft een vaste lengte per land
B. BIC: bestaande uit een bankcode, landcode en een plaatscode - mededeling: geen, vrije of gestructureerde
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: overschrijving: terugkerende betalingen: het verschil tussen een doorlopende opdracht en een domiciliëring?
- Doorlopende opdracht: met een doorlopende opdracht geeft u aan uw bank de opdracht om een vast bedrag te betalen op een overeengekomen tijdstip. Dit is heel handig voor betalingen die u regelmatig uit eigen beweging doet. De bank voert uw opdrachten automatisch uit, op de tijdstippen die u bepaalt. Bv. Huur betalen, alimentatie, zakgeld, … Er is GEEN factuur hierbij.
- Domiciliëring: met een domiciliëring geeft u de toestemming aan een bedrijf om uw factuur automatisch bij je bank te innen. Makkelijk voor betalingen die regelmatig terugkomen, zoals uw elektriciteits- of telefoonrekening. WEL een factuur.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: cheque
Document waarmee de houder van een zichtrekening aan zijn bank de opdracht geeft zijn rekening te debiteren om een bepaalde som uit te betalen.
Begrippen:
- trekker: schrijft de cheque uit
- begunstigde: ontvangt de cheque
- betrokkene: bank die de betalingsopdracht ontvangt
=> een cheque wordt niet echt meer gebruikt. Enkel bankcheques worden nog vaak gebruikt. Deze worden het vaakst gebruikt bij vastgoed want een overschrijving staat niet meteen op de rekening, een cheque is meteen ter beschikking (belangrijk voor de notaris). De bank is hier zowel trekker als betrokkene.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: betaalkaart of debetkaart
- onmiddellijke debitering van de rekening bij een betaling
- kostprijs: niet bij elke bank gratis, bij sommige wel (meestal bij grootbanken betalend
- bij verlies: politie, card stop, bank verwittigen
- maestro: betaling + geld afhalen in het buitenland
- proton: steeds minder populair
- Ping Ping: betaling via gsm of chipkaart + mobiele betaling ( De Lijn)
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: elektronische portefeuille
Bv. De Google wallet: geflopt omdat Apple er niet in is meegegaan + niet echt veel gemak. Je gsm bovenhalen of je bankkaart bovenhalen is evenveel moeite. Het was ook de bedoeling om alle betaalkaarten en getrouwheidskaarten hierin op te nemen.
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: kredietkaarten
- debitering niet onmiddellijk: maar 1 x per maand een uitgavenstaat. Soms kan het zelfs langer dan 1 maand niet van je rekening gaan via gespreide betaling. Bv. VISA of MasterCard
- kostprijs: meestal betalend, rond de 20 euro per jaar. Betalingen zijn gratis maar afhaling is betalend (ongeveer 5 euro).
- gebruikslimiet: 1500 à 2500 euro; vaak gebruikt voor online aankopen + betaling en afhaling in het buitenland
- gevaarlijk bij verlies (want alle info die nodig is om online te kunnen kopen staat op de kaart zelf : examen!: MAAR BEPERKTE AANSPRAAKELIJKHEID VAN DE KAARTHOUDER: als je uw kaart verliest, en in de tussenperiode dat je nog niet merkt dat ze weg is en de dader gebruikt jouw kaart -> niet verantwoordelijk. Tenzij er sprake is van grove nalatigheid bv. Als je een maand later nog steeds niet merkt dat ze weg is. Bij diefstal is er een franchise van 150 euro. De eerste 150 euro die de dader uitgeeft met jouw kaart krijg je dus niet terug. Dit geldt wel niet bij verkoop op afstand (online).
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: prepaidkaart
- je kiest voor welk bedrag je de kaart wilt opladen
- alternatief voor een kredietkaart
- voordelen: anoniem, wanneer je je kaart verliest ben je je geld niet kwijt want het is met een code. Het wordt ook makkelijker toegekend dan een kredietkaart (want je kan geen geld opdoen die je niet hebt; want je moet er eerst geld opzetten)
Nadelen: ook vaste kostprijs per jaar +- 10 euro
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: mobiel betalen
- betaling via gsm
- bv. Je busticket betalen of parkeertijd kopen via sms
Verschillende betaalsystemen en betaalmiddelen: elektronisch bankieren
- aan geldautomaten (ATM, cash points)
- selfbanking ( oudere mensen die geen internet hebben doen hun verrichtingen in een bankkantoor
- internet banking: dit houdt in dat je binnenlandse en internationale bankverrichtingen kan doen op de computer zonder je te verplaatsen. Je hebt een computer, internettoegang en een kaartlezer nodig. Daarna kan je alles regelen: via de computer betalen, sparen, beleggen, verzekeren, …
- mobile banking: betalingen verrichten via je gsm
Het beleggersprofiel: MFID: wat + risico’s
= Europese richtlijn die een betere bescherming van beleggers en een transparantere informatieverstrekking beoogt
- van kracht sinds 1 januari 2007
- de richtlijn voorziet dat vermogensbeheerders eerst goed de kandidaat-belegger moeten kennen vooraleer hem te begeleiden in zijn beleggersoperaties
- daarom => beleggersprofiel bepalen: het bepaalt jouw karakteristieken inzake beleggen (zie schema slides)
Risico’s bepalen:
- debiteurenrisico
- renterisico
- koopkrachtrisico
- valutarisico
- beursrisico
- kapitaalrisico
- looptijd
- liquiditeit
Bv. Aandelen kunnen zeer slecht scoren. Dan moet je wachten tot alles zich opnieuw hersteld, daarom is het niet geschikt voor mensen die het geld nodig hebben op korte termij.
Beleggen: spaarrekeningen
- basisrente + getrouwheidspremie (op bedragen die minstens 12 opeenvolgende maanden op de rekening staan). Tegenwoordig krijg je de getrouwheidspremie vanaf het moment dat het geld er een jaar opstaat. Vroeger was dit maar op het einde van het jaar waarin het jaar afliep.
- reële rente = nominale rente - inflatiepercentage
- huidige rentes zijn aan de lage kant; inflatie +- 1%
Beleggen: spaarrekeningen: fiscaliteit
- alle inkomsten uit geld = roerend inkomen
- op roerende inkomsten moet je roerende voorheffing betalen
- MAAR: spaarrekeningen genieten van fiscale vrijstelling:
- > vrijstelling tot 1880 euro per jaar aan intresten (voor al je rekeningen)
- > hoger wanneer je getrouwd bent of wettelijk samenwonend
- > alle inkomsten boven deze grens: 25% roerende voorheffing!
- voorwaarden van deze vrijstelling:
- > geen overschrijvingen naar buitenlandse rekeningen (Zwitserland,…)
- > de vergoeding moet bestaan uit basisrente en getrouwheidspremie? niks anders
- > beperking in hoogte van vergoedingen
! Kunnen berekenen of je recht hebt op vrijstelling. En zo nee, hoeveel bedraagt de roerende voorheffing? Je weer de rentevoet + het bedrag dat op de rekening staat + geldende % aan roerende voorheffing boven de grens
Beleggen: spaarrekeningen: voordelen
- Liquiditeit: je hebt je geld zeer snel ter beschikking
- Bijstorten kan altijd
- Kapitaalgarantie: zekerheid dat je je geld terugkrijgt
- Weinig kosten: geen instapkosten, geen uitstapkosten
- Fiscale vrijstelling (beperkt)
- Kapitalisatie: je krijgt rente op het bedrag dat op de rekening staat, het volgende jaar krijg je rente op het bedrag van vorig jaar + rente, … Enz.
- Lifo-principe bij geldafhaling: last in, first out. Om getrouwheidspremie te berekenen, wat je afhaalt wordt afgehaald van wat er het laatste is bijgekomen.
- Variabele basisrente: als de Europese centrale bank (ECB) zijn rente verlaagt, gaan de nationale banken volgen.
Beleggen: spaarrekeningen: nadelen
- Lage intrest
- Variabele rentevoet
- Intrest: 1 x per jaar
- Weinig transparant (zeer veel verschillende soorten spaarrekeningen met elk een ander percentage)
Beleggen: termijnrekening: omschrijving
- soort spaarrekening
- je geld staat vast voor een bepaalde termijn (van een halve maand tot 10 jaar)
- er is een minimuminlage
- het biedt gemiddeld een hogere (vaste) intrest dan bij een gewone spaarrekening
- de intrest is gewaarborgd door de hele looptijd, rente staat vast van in het begin.
- jaarlijkse uitkering van de intrest: dus aan je kapitaal kan je niet meer aan, wel aan de jaarlijkse uitkering van intrest
- vanaf 2008: enorme daling van mensen die hun geld op een termijnrekening zetten omwille van de economische crisis: mensen willen hun geld niet vastzetten want ze hebben geen zekerheid over hun werk, … + ECB heeft constant alle rentes verlaagd
Beleggen: spaarrekeningen: termijnrekening: fiscaliteit en diversen + oefeningen samenvatting!!
- geen fiscale vrijstelling: 25% roerende voorheffing! Er is dus een groot verschil tussen bruto en netto
- hoe hoger het bedrag op de rekening -> hoe hoger de intrest
- hoe langer de looptijd van de rekening -> hoe hoger de intrest
=> dus niet interessant voor kleine bedragen op een korte periode - aan het einde van de looptijd is er een automatische vernieuwing tegen de geldende marktrente op dat moment
Beleggen: termijnrekening voor- en nadelen
- Voordelen:
* gewaarborgd rendement + Kapitaalgarantie
* geen of beperkte kosten
* je bent beschermd via het beschermingsfonds
* je hebt keuze tussen verschillende termijnen - Nadelen:
* geen fiscale vrijstelling: dus 25% roerende voorheffing
* munimuminleg
* geld is geblokkeerd voor een bepaalde termijn (uitstappen kan tegen vergoeding)
* de rente staat vast bij begin. Dit kan een nadeel zijn als de rente stijgt. Dan stijgt het voor je termijnrekening niet mee.
Beleggingen: kasbon: omschrijving
- door financiële instellingen uitgegeven
- principe: de bank gaat een lening aan bij jullie, zodat andere instellingen bij de bank kunnen gaan lenen
- termijn: tussen 1 en 10 jaar
- “bewijs van schuld”
- vaste rente: kapitalisatie of uitkering
- uitgifteprijs en terugbetaling “a pari”
- coupures en coupons
- 21% RV verschuldigd
Beleggingen: kasbon: voor- en nadelen
Nadelen:
- geen hoog rendement
- kapitaal niet beschikbaar gedurende de looptijd
Voordelen:
- vaste rente
- volledige terugbetaling op vervaldag
- veel mogelijkheden: je kan zelf het bedrag, de looptijd en de periodiciteit van de uitbetaling van de intresten bepalen
Beleggingen: kasbon: dematerialisatie
Vanaf 1 januari 2008 zijn er geen papieren uitgiftes meer van kasbonnen. De effecten kunnen dus niet meer “aan toonder” uitbetaald worden. Nieuwe effecten ontstaan dus enkel nog in gedematerialiseerde vorm. Sinds 1 januari 2014 zijn er volledig geen papieren effecten meer + de belegger heeft een effectenrekening op naam.
+ oefening berekening intest p. 9
Beleggen: Laren: omschrijving
= beleggen in het kader van pensioen gedurende de actieve loopbaan met een fiscaal voordeel
Beleggen: obligatie: omschrijving
= schuldvordering van de obligatiehouder (overheid, grote bedrijven) tov de emittent (ontlener) die recht heeft op rente (25% roerende voorheffing. Op de eindvervaldatum wordt het bedrag van de schuld terugbetaald.
- bijna hetzelfde als kasbon maar een kasbon is een lening aan de bank, een obligatie is een lening aan een bedrijf of aan de overheid
- kenmerken: ook dematerialisatie
- looptijd: kan zowel op korte als op lange termijn zijn. Meestal lange termijn want het geld van obligaties wordt doorgaans voor grote investeringen gebruikt. Bij overheidsobligaties wordt het geld meestal gebruikt voor aflossing van de overheidsschuld.
Beleggen: beleggingsfondsen: omschrijving
= gemeenschappelijke spaarpot waarin beleggers geld steken waarbij de beheerder obligaties, aandelen of andere beleggingsproducten aankoopt
- meestal vlot verhandelbaar
- instap- en uitstapkosten
Beleggen: beleggingsfondsen: voor- en nadelen
Voordelen:
- spreiding van het risico
- vlotte verhandelbaarheid
- professioneel beheer: een analist gaat op zoek naar de juiste belegging
Nadelen:
- hoge kosten
- geen invloed in het beheer
Beleggen: aandelen: omschrijving
= eigendomsbewijzen van een vennootschap, deel van het eigen vermogen
- vorm: dematerialisatie
- rendement:
- > winstuitkering of dividend (wel 25% roerende voorheffing)
- > waardestijging of daling
- rechten van de aandeelhouder:
- > stemrecht op de aandeelhoudersvergadering
- > recht op deelname in de winst
- > voorkeurrecht
Beleggen: aandelen: voor- en nadelen
Voordelen:
- je kan op korte termijn veel geld verdienen
- de meerwaarde op verkoop wordt niet belast
Nadelen:
* veel risico
Beleggen: tak 21 levensverzekering: omschrijving
- spaarformule op lange termijn van de verzekeringsmaatschappijen
- dekt:
- > het risico op leven : aanvullend pensioenkapitaal
- > of overlijden: financiële bescherming van nabestaanden
- in de vorm van:
- > pensioenspaarverzekering
- > levensverzekering van het type “langetermijnsparen”
- > niet fiscale tak 21