Hoofdstuk 6 - Werkattitudes Flashcards
Bepaalde regelmatigheden in iemands gevoelens, gedachtes en neigingen om op een bepaald aspect van zijn omgeving te reageren
Attitudes
Welke drie componenten heeft een attitude?
- Een affectieve component (gevoelens)
- Een cognitieve component (gedachtes)
- Een gedragscomponent (neigingen)
Iemands overtuigingen over wat goed en gewenst is in het leven
Waarden
Veralgemeniseerde affectieve statussen die niet expliciet gekoppeld zijn aan specifieke gebeurtenissen of situaties
Stemmingen
Waarin verschillen waarden, attitudes en stemmingen?
3
- Of ze betrekkingen hebben op het verleden, het heden of de toekomst
- Hun stabiliteit
- De vraag of ze algemeen of specifiek zijn
Wat zijn drie functies van attituden?
- Attitudes helpen ons om onze omgeving te duiden en effectief te handelen
- Attitudes helpen ons om ons identiteitsbesef en gevoel van zelfachtig te ontwikkelen en te onderhouden
- Attitudes zorgen ervoor dat we goede relaties met anderen kunnen onderhouden, met name met de mensen die de macht hebben om ons te belonen of te bestraffen
Omvat niet alleen extremiteit, maar ook de mate van zekerheid die mensen voelen ten opzichte van de attitude, het belang ervan, hoe intens ze de attitude ervaren en hoeveel ze over de attitude weten
Attitudekracht
Heeft te maken met de mate waarin een attitude relevant is voor de huidige situatie
Kenmerkendheid
Een attitude waarin je in een bepaalde situatie direct denkt
Sterke attitude
Een maat voor datgene waaraan mensen in hun omgeving zijn blootgesteld (product van omgevingsassociatie)
Implicite associatietests (IAT’s)
Wat zijn vier factoren die de koppeling tussen attitude en gedrag versterken?
- Als het object van de attitude goed gedefinieerd en kenmerkend is
- Als de kracht van de attitude groot is, ofwel: als de attitude snel komt bovendrijven
- Als de kennis ter ondersteuning van de attitude voldoende voorradig en complex is
- Als de attitude belangrijke aspecten van het zelf ondersteunt
Model dat ontwikkeld is voor de relatie tussen attitude en gedrag
Theorie van gepland gedrag
voorheen theorie van beredeneerde actie
Welke drie stappen bevat de theorie van gepland gedrag?
- Attitude
- Intentie
- Gedrag
Zegt iets over de mate waarin iemand denkt dat hij in elke situatie de noodzakelijke gedragingen kan vertonen
Vermeende gedragscontrole
Een aangename of positieve emotionele staat, veroorzaakt door de beoordeling van iemands werk of werkervaringen
Werktevredenheid
Welke drie benaderingen worden er op het gebied van werktevredenheid gebruikt?
- Werkattitudes zoals werktevredenheid hangen af van iemands karakter
- Het model van sociale informatieverwerking
- Het informatieverwerkingsmodel
Wat zijn de drie bepalende factoren voor werktevredenheid?
- Iemands persoonlijkheid of instelling
- De mening van anderen in de werkomgeving
- De kenmerken van het werk
Wat zijn de vijf kernconstructen van het job characteristics model?
- Afwisseling van vaardigheden
- Taakidentiteit
- Taakbelang
- Autonomie
- Feedback