Hoofdstuk 11 - Leiderschap Flashcards

1
Q

Het vermogen van een individu om anderen te beïnvloeden, te motiveren en in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de effectiviteit en het succes van de organisatie waar zij deel van uitmaken

A

Leiderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke vijf persoonskenmerken scoren leiders hoger?

A
  1. Intelligentie
  2. Zelfvertrouwen
  3. Vakkennis
  4. Dominantie/machtsbehoefte
  5. Energie/doorzettingsvermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gebaseerd op uitwisselingen, of transacties, tussen leider en medewerkers. Leiders formuleren werkdoelen en het gedrag dat nodig is om deze doelen te behalen. Ze bieden duidelijkheid en de gewenste beloningen, de medewerkers leveren inspanningen en vaardigheden.

A

Transactioneel leiderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Proberen hun medewerkers te prikkelen, te inspireren en uitte dagen, zodat zij verder kijken dan hun eigenbelang, namelijk naar het belang, de missie of de visie van het collectief. De leider communiceert de visie met woorden en met daden, waarmee hij gewenst gedrag modelleert.

A

Transformationele leiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn vier culturele dimensies in leiderschap?

A
  1. Machtsafstand
  2. Onzekerheidsvermijding
  3. Masculiniteit vs. femininiteit
  4. Individualisme vs. collectivisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly