Hoofdstuk 4 - Selectiemethodes Flashcards

1
Q

Noem acht selectiemethodes

A
  1. Sollicatiegesprek/interview (gestructureerd/ongestructureerd)
  2. Psychometrische tests
  3. Opvragen van referenties
  4. Biografische vragenlijst
  5. Praktische opdrachten en simulaties
  6. Assessmentonderzoek
  7. Cv’s
  8. Sollicitatieformulier of - brief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie psychometrische testsoorten zijn er?

A
  1. Cognitieve vermogens
  2. Situationele inzichttests
  3. Persoonlijkheidsvragenlijsten op basis van zelfrapportage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem acht evaluatiecriteria voor selectiemethodes

A
  1. Onderscheidend vermogen
  2. Betrouwbaarheid en validiteit
  3. Rechtvaardigheid en eerlijkheid
  4. Administratief werkbaar
  5. Professioneel
  6. Kosten en ontwikkelingstijd
  7. Reacties van kandidaten
  8. Feedback
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie selectiemethodes zijn volgens Schmidt en Hunter de beste?

A
  1. De cognitieve vermogenstest (g of GMA)
  2. De work sample test
  3. Het gestructureerde interview
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beoordeelt de vaardigheid van een kandidaat om een opgedragen taak uit te voeren

A

Work sample test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zes aspecten zijn belangrijk voor het toepassen (of niet toepassen) van bepaalde selectiemethoden?

A
  1. Diffusie
  2. Juridische verdedigbaarheid
  3. Reacties van de sollicitanten
  4. Organisationele zelfpromotie
  5. Predictieve validiteit
  6. Kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De mate waarin de selectiemethode in de praktijk in de organisatie wordt toegepast

A

Diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee meest gebruikte vormen van gestructureerde gesprekken?

A
  1. Gedragsgerichte gesprekken

2. Situationele gesprekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke twee categorieën kunnen we psychometrische tests onderverdelen?

A
  1. Cognitieve capaciteitentests

2. Persoonlijkheidsmeetinstrumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Betreft algemene intelligentie, taal- en rekenkundige vermogens en ruimtelijk inzicht

A

Cognitieve capaciteitentests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Model dat stelt dat mensen over meetbare kenmerken beschikken en daarop een bepaalde score kunnen behalen

A

Trait-model van persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vier onderdelen omvat een assessmentonderzoek doorgaans?

A
  1. Een competentiegericht interview
  2. Psychologische tests
  3. Postbakoefening
  4. Rollenspel of simulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sessie waarin de assessoren voor elke kandidaat de afzonderlijke waarderingen en rapporteren samen in een eindwaardering brengen

A

Wash-up of moderatiesessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voordelen van het gebruik van SJT’s

situational judgement test

A
  1. Ze zijn relatief gemakkelijk en kosteneffectief te ontwikkelen, uit te voeren en bij te houden
  2. Zijn veelzijdig in hun presentatievorm en kunnen schriftelijk, online of op video worden afgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vier factoren bepalen of de kandidaatreacties op selectiemethodes positief zijn

A
  1. De selectiemethodes zijn gebaseerd op een grondige functieanalyse en zijn relevant voor de functie in kwestie
  2. De methodes maken geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
  3. Ze druisen niet in tegen opvattingen over procedurele of distributieve rechtvaardigheid
  4. Ze stellen de kandidaat in staat om de selecteurs persoonlijk te ontmoeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn drie belangrijke functies van LinkedIn op het gebied van werving?

A
  1. Connecties aangaan
  2. Informatie delen
  3. Het uitwisselen van baan- en functiegerelateerde kennis
17
Q

Persoonlijke gesprekken waarin werkgevers je uiteenlopende vragen stellen over je achtergrond en kwalificaties

A

Sollicitatiegesprekken

18
Q

Een op schrift gestelde beschrijving van informatie over al je werkervaring, je opleidingen enz.

A

Cv’s

19
Q

Tests waarin je een deel van de functie daadwerkelijk uitvoert, zodat je vaardigheden met dat deel van de functie kunnen worden beoordeeld

A

Werkpraktijktests

20
Q

Formulieren waarop zeer specifieke informatie wordt gevraagd over je werkervaring, opleiding en vaardigheden. Vaak staan er ook vragen bij over je hobby’s, interesses en eerdere verworvenheden. Het gaat vaak om meerkeuzevragen waarbij je het juiste antwoord aan kunt vinken

A

Biografische informatie

21
Q

Tests die je intelligentie beoordelen ten aanzien van je redenatie-, verbale of wiskundige vermogen

A

Vaardigheidstests

22
Q

Bij deze methode moet je getuigschriften overhandigen of de namen van je vorige werkgevers opgeven zodat de werkgever informatie kan opvragen over je geschiktheid voor de functie

A

Persoonlijke referenties

23
Q

Tests die met vragen over je meningen en eerdere ervaringen je persoonlijke eigenschappen beoordelen

A

Persoonlijkheidstests

24
Q

Tests die je vragen hoe je denkt over diefstal en die je vragen naar je persoonlijke eerlijkheid

A

Eerlijkheidstests

25
Q

Iemand binnen het bedrijf kennen met invloed, wiens connecties je kunnen helpen om de baan te krijgen

A

Persoonlijke contacten