Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Psychologie van Arbeid en Organisatie > Hoofdstuk 12 - Loopbaanontwikkeling > Flashcards

Hoofdstuk 12 - Loopbaanontwikkeling Flashcards

1
Q

De opeenvolging van aan werk gerelateerde functies, rollen, activiteiten en ervaringen

A

Loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een reeks voorspelbare stappen naar posities met meer status, doorgaans binnen een en dezelfde functiegroep of organisatie

A

Bureaucratische loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Loopbaan waarin groei niet zozeer plaatsvindt door promotie naar een hogere positie, maar eerder door de ontwikkeling van het vermogen om complexere taken te verrichten en door te groeien naar de rol van expert

A

Professionele loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Loopbaan die draait om het waarnemen van mogelijkheden om extra waarde te leveren en de organisatie uit te bouwen

A

Ondernemende loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie loopbaanvormen identificeerde Kanter?

A
  1. Bureaucratische loopbaan
  2. Professionele loopbaan
  3. Ondernemende loopbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn zes kenmerken van de grenzeloze loopbaan? (Arthur en Rousseau)

A
  1. De loopbaan heeft onafhankelijk van een werkgever bestaansrecht en kan vermarkt worden.
  2. De loopbaan beweegt zich over de grenzen van afzonderlijke werkgevers heen.
  3. De loopbaan wordt gesteund door externe netwerken.
  4. Traditionele organisatiegrenzen, vooral met betrekking tot hiërarchische rapportage en promotieprincipes, worden doorbroken.
  5. Vanwege persoonlijke of familieredenen kan iemand bestaande loopbaankansen laten schieten (‘terugschakelen’).
  6. Het individu ziet een grenzeloze toekomst voor zich, ongeacht eventuele structurele beperkingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn vijf kenmerken van de grenzeloze loopbaan? (Gubler et al.)

A
  1. Voorkeur voor mobiliteit tussen organisaties
  2. Voorkeur voor mobiliteit tussen geografische locaties
  3. Voorkeur voor mobiliteit tussen beroepen
  4. Voorkeur voor werken buiten de organisatiegrenzen
  5. Verwerping van loopbaankansen om persoonlijke redenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Loopbaan waarbij het idee is dat mensen een coherent identiteitsbesef kunnen (en zouden moeten) hebben, maar ook in staat kunnen (en moeten) zijn om zich aan te passen aan de omstandigheden op de arbeidsmarkt.

A

Proteaanse loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Om welke twee punten gaat het om in een proteaanse loopbaan volgens Briscoe en Hall?

A
  1. Dat iemand waardengedreven is

2. Dat iemand zelfstandig is in persoonlijk en loopbaanmanagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee elementen behelst waardengredeven zijn?

A
  1. Een duidelijk zelfbeeld hebben

2. Het loopbaansucces afmeten aan de eigen waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee elementen behelst zelfstandig zijn?

A
  1. In staat en bereid zijn om te leren en je aan te passen

2. Geloven dat je de baas bent over je eigen loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kernpunten uit iemands zelfbeeld die iemand nooit zou willen opgeven

A

Loopbaanankers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uit welke acht loopbaanankers bestaat Scheins lijst?

A
  1. Sturen en invloed uitoefenen
  2. Technische of functionele expertise
  3. Zekerheid
  4. Autonomie/onafhankelijkheid
  5. Ondernemend/creatief
  6. Uitdaging
  7. Dienstverlening/toewijding aan idealen of waarden
  8. Levensstijlbalans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van hun ontwikkelingsbehoeften en het ondernemen van actie

A

Zelfmanagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn twintig loopbaaninterventies?

A
  1. Mentoring
  2. Outplacement
  3. Detacheringen
  4. Talentmanagement
  5. Opvolgingsplannen
  6. Ontwikkelopdrachten
  7. Loopbaanworkshops
  8. Coachingprogramma’s
  9. Individuele counseling
  10. Werkboeken of software
  11. (Interne) loopbaancentra
  12. Introductie en socialisatie
  13. Onlineloopbaanmanagement
  14. Ontwikkelingsgericht assessment
  15. Interne publicaties van vacatures
  16. Regelingen voor functieroulering
  17. Trainings- en bijscholingstrajecten
  18. Persoonlijke ontwikkelingsplannen
  19. Functieomschrijvingen en functiebouwwerk
  20. Pensionerings- en lateloopbaanprogramma’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Over welke twee functies verdeelde Kram mentoring?

A
  1. Loopbaanfuncties

2. Psychosociale functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de loopbaanfuncties van mentoring? (5)

A
  1. Sponsoring, waarbij de mentor de belangen van de mentee behartigt door hem voor te dragen voor bepaalde projecten
  2. Introductie tot hooggeplaatste organisatieleden
  3. Coaching door het uitwisselen van ideeën en het aandragen van strategieën
  4. Bescherming tegen reputatieschade
  5. Het aanleveren van uitdagend werk (als de mentor hiertoe in staat is).
18
Q

Wat zijn de psychosociale functies van mentoring? (4)

A
  1. Het fungeren als rolmodel voor de mentee
  2. Het geven van ondersteuning
  3. Eerlijke gesprekken over spanningen en angsten van de mentee
  4. Vriendschap
19
Q

Wat zijn volgens Frank Parsons de drie elementaire vereisten van een effectieve beroepskeuze?

A
  1. Een duidelijk begrip van onszelf, onze attitudes, vermogens, interesses, ambities, beperkingen van onze middelen en de oorzaken hiervan.
  2. Kennis van de vereisten van en voorwaarden voor succes, de voor- en nadelen, compensatie, en de mogelijkheden en vooruitzichten van verschillende beroepen.
  3. Een weloverwogen beraadslaging over de relaties tussen deze twee groepen vereisten.
20
Q

Wat zijn de zes beroepsprofielen van John Holland?

A
  1. Praktisch
  2. Analytisch
  3. Artistiek
  4. Sociaal
  5. Ondernemend
  6. Conventioneel
21
Q

Waar staat RIASEC voor?

A 
Realistic
Investigative
Artistic
Social
Enterprising
Conventional
22
Q

Mensen vinden hun omgeving plezierig als de gedragspatronen in de werkomgeving passen bij hun eigen persoonlijkheidspatronen

A

Congruentie

23
Q

Theorie gebaseerd op de zogenoemde narratieve psychologie, waarin het verhaal dat de persoon vertelt over zichzelf en de wereld centraal staat. Gaat ervan uit dat ieder mens op zijn eigen manier betekenis (waardering) geeft aan zichzelf, zijn omgeving en zijn leven

A

ZelfKonfrontantieMethode (ZKM)

24
Q

Stelt dat mensen denken, voelen en handelen op grond van het verhaal dat ze vertellen over belangrijke gebeurtenissen en omstandigheden in hun verleden, heden en toekomst

A

Narratieve psychologie

25
Q

Gericht op bevestiging van het zelf, het zelfbeeld, de vergroting en de verdediging daarvan

A

Zelf-motief

26
Q

De wens tot verbondenheid met iets of iemand anders

A

Ander-motief

27
Q

Welke vier patronen bestaan in de ontwikkeling van zelfbegrip volgens Marcia?

A
  1. Diffusion
  2. Foreclosure
  3. Moratorium
  4. Identity achievement
28
Q

Wat zijn de elf dimensies die gezamenlijk iemands loopbaanbesluitvormingsprofiel uitdrukken?

A
  1. Informatie verzamelen (uitgebreid versus minimaal);
  2. Informatie verwerken (analytisch versus holistisch);
  3. Locus of control (intern versus extern);
  4. Geïnvesteerde inspanning (veel versus weinig);
  5. Uitstelgedrag (hoog versus laag);
  6. Snelheid waarmee de uiteindelijke beslissing wordt gemaakt (hoog versus laag);
  7. Overleggen met anderen (vaak versus zelden);
  8. Afhankelijkheid van anderen (hoog versus laag);
  9. Wens om anderen te plezieren (hoog versus laag);
  10. Streven naar een droomberoep (hoog versus laag);
  11. Bereidheid om compromissen te sluiten (groot versus gering).
29
Q

Welke drie subfasen heeft de loopbaanfase verkenning volgens Super?

A
  1. Kristallisatie
  2. Specificatie
  3. Implementatie
30
Q

Duidelijkheid krijgen over het eigen zelfbeeld en de eigen identiteit

A

Kristallisatie

31
Q

Op basis van het eigen zelfbeeld passend werk kiezen

A

Specificatie

32
Q

Manieren zoeken om passend werk te kunnen doen

A

Implementatie

33
Q

Wat zijn de vier fasen in Supers theorie over loopbaanontwikkeling?

A
  1. Verkenning
  2. Keuze
  3. Onderhoud
  4. Terugtrekking
34
Q

Wat zijn de zes rollen die mensen in westerse samenlevingen vervullen volgens Super?

A
  1. Huisman of -vrouw
  2. Kostwinner
  3. Burger
  4. Levensgenieter
  5. Student
  6. Kind
35
Q

In welke drie, vrij lange, fasen kan de loopbaan van vrouwen worden ingedeeld volgens O’Neil en Bilimoria?

A
  1. Idealistische prestatie
  2. Pragmatische volharding
  3. Heruitvindende bijdrage
36
Q

Nadruk op persoonlijke controle, loopbaantevredenheid en een positieve impact op anderen. Typerend voor vrouwen onder de 35 jaar.

A

Idealistische prestatie

37
Q

Doen wat er gedaan moet worden en tegelijkertijd meerdere relaties in stand houden en verantwoordelijkheden nakomen. Minder persoonlijke controle; meer ontevredenheid, vooral met organisaties en managers. Typerend voor vrouwen tussen de 35 en 50 jaar.

A

Pragmatische volharding

38
Q

Aan organisaties, gezin en gemeenschappen, zonder zichzelf uit het oog te verliezen. Loopbaan als leermogelijkheid en als kans om voor anderen het verschil te maken. Typerend voor vrouwen van 50 jaar en ouder.

A

Heruitvindende bijdrage

39
Q

Wat zijn de SOC-strategieën?

A
  1. Selectie
  2. Optimalisatie
  3. Compensatie
40
Q

Je activiteiten beperken tot een kleiner aantal belangrijke domeinen, zoals je concentreren op slechts een paar belangrijke functieactiviteiten

A

Selectie

41
Q

Je ontwikkelingsreserves verhogen en je capaciteiten maximaliseren, bijvoorbeeld deelnemen aan een training om belangrijke vaardigheden op te frissen

A

Optimalisatie

42
Q

Gebruikmaken van pragmatische strategieën of externe hulpmiddelen om te compenseren voor ontwikkelingsverlies, bijvoorbeeld door mensen te vertellen tot welke taken je jezelf het best in staat acht

A

Compensatie

Psychologie van Arbeid en Organisatie (12 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions