Hoofdstuk 5 - Het beoordelen van prestaties op de werkvloer Flashcards

1
Q

Wat zijn de acht functieprestatie-indicatoren van Campbell?

A
  1. Functiespecifieke taakbekwaamheid
  2. Niet-functiespecifieke taakbekwaamheid
  3. Schriftelijke en mondelinge communicatie
  4. Inspanning tonen
  5. Persoonlijke discipline
  6. Teamprestaties bevorderen
  7. Supervisie/leiderschap
  8. Management/administratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de acht functieprestatie-indicatoren van Bartram?

A
  1. Ondernemend en presterend
  2. Interactief, zeker, ontspannen en overtuigend
  3. Analyserend en rapporterend
  4. Creërend en conceptualiserend
  5. Zich aanpassend en opgewassen tegen de situatie
  6. Ondersteunend en samenwerkend
  7. Leidend en beslissend
  8. Organiserend en uitvoerend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prestaties die medewerkers op het werk verrichten, maar die niet in functieomschrijvingen staan

A

Organisationeel burgerschapsgedrag (OCB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een relatieve ongevoeligheid tegenover informatie die later volgt

A

Primacy-effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een grotere beschikbaarheid van de prikkels die zich het laatst hebben voorgedaan

A

Regency-effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Personen worden anoniem beoordeeld door veel verschillende beoordelaars, die in staat zijn om verschillende aspecten van hun werkgerelateerde gedrag te observeren

A

Multi-sourcefeedback (MSF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Elektronische technologie die wordt toegepast voor het observeren, vastleggen en analyseren van informatie over prestaties van werknemers

A

Elektronische prestatiemonitoring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bijzondere aandacht wordt gegeven aan kritieke gedragingen die van belang zijn voor bevredigende werkprestaties, en bekrachtigingsprincipes worden toegepast om wenselijke gedragspatronen te versterken

A

Organisationele gedragsverandering (OBM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn drie stappen bij OBMod?

A
  1. Het wenselijke gedrag benoemen en specificeren welke kritieke gedragingen moeten worden veranderd, en hoe
  2. Het creëren van een nulmeting van de frequentie van kritieke gedragingen
  3. Een functionele analyse maken die in kaart brengt welke cues of stimuli in de werksituatie aanzetten tot gedrag en welke eventuele consequenties het gedrag in stand houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly