Hoofdstuk 1 - Arbeids- en organisatiepsychologie - een inleiding Flashcards

1
Q

Welke vijf disciplines kunnen onder de noemer van de theoretische psychologie worden geschaard?

A
  1. Biopsychologie
  2. Cognitieve psychologie
  3. Ontwikkelingspsychologie
  4. Sociale psychologie
  5. Persoonlijkheidsleer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn vijf tradities in de psychologie?

A
  1. Psychoanalyse
  2. Persoonlijkheidsleer
  3. Fenomenologie (de humanistische benadering)
  4. Behaviourisme
  5. Sociaal-cognitieve theorie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stelt dat ons psychologische functioneren bepaald wordt door instinctieve drijfveren

A

Psychoanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Legt de nadruk op onbewuste psychologische conflicten, die onder andere de persoonlijke effectiviteit op het werk kunnen verminderen

A

Psychoanalytische traditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Richt zich op het meten van iemands persoonlijkheidskenmerken, waaronder intellectueel functioneren

A

Persoonlijkheidsleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gericht op hoe mensen de wereld om hen heen ervaren

A

Fenomenologische benadering van persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het individu streeft naar persoonlijke groei of zelfrealisatie: naar het vervullen van zijn potentieel

A

Humanistische benadering van persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gericht op hoe onze gedachteprocessen worden gebruikt om sociale interactie en andere sociaalpsychologische fenomenen (zoals het zelf) te interpreteren

A

Sociaal-cognitieve theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke pijler van de sociaal-cognitieve traditie?

A

Sociaal leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De mens is weliswaar deels het product van zijn omgeving, maar hij kan die omgeving ook beïnvloeden

A

Wederkerig determinisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De mate waarin iemand van mening is dat hij het gedrag kan vertonen dat in een bepaalde situatie is vereist

A

Zelfwerkzaamheid

self-efficacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke negen gebieden zijn arbeidspsychologen actief als docenten, onderzoekers en consultants?

A
  1. Selectie en assessment van personeel
  2. Training
  3. Evaluaties en loopbaanontwikkeling
  4. Organisatiegroei en -verandering
  5. De interactie tussen mens en machine
  6. Consultatie en persoonlijke ontwikkeling
  7. Ontwerp van de werkomgeving, gezondheid en veiligheid
  8. Werknemersrelaties en motivatie
  9. Strategiewijzigingen en herstructurering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn vijf vormen van diversiteitsmanagement in organisaties?

A
  1. Multiculturele workshops, bedoeld om het begrip voor en de communicatie tussen de leden van verschillende supportgroepen te bevorderen
  2. Supportgroepen, mentoring en netwerken voor minderheidsgroepen
  3. Adviescommissies voor de bedrijfsleiding
  4. Beloningen voor managers die zich inzetten voor minderheidsgroepen
  5. Versnelde ontwikkelingstrajecten en speciale trainingsprogramma’s voor minderheidsgroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly