Hoofdstuk 6 - Systeemtherapie in de dermatologie Flashcards

1
Q

Wat is een indicatie voor systemische corticosteroïdtherapie?

A

Ernstige inflammatoire aandoening waarbij snelle verbetering nodig is of die onvoldoende verbetert met andere behandelingen én infectieuze / maligne oorzaak is uitgesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer worden cortico’s intralesioneel toegediend?

A

Bij resistente aandoeningen met beperkte letsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer worden cortico’s oraal toegediend?

A

Indien de aandoening te wijdverspreid is over het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn nadelen van IM toediening van cortico’s?

A

Het is langwerkend, dagelijkse aanpassing is niet mogelijk en er is suppressie van de bijnieras.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer worden cortico’s best ingenomen?

A

Best ‘s ochtends, om de natuurlijke cortisolpiek om 8u na te bootsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer moeten cortico’s afgebouwd worden?

A

Wanneer ze langer dan 3 weken ingenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet de arts doen voor hij cortico’s voorschrijft?

A

Controle van diabetes, hypertensie en osteoporose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zaken moeten gemonitord worden tijdens systemische corticoïdentherapie?

A

Gewicht, bloeddruk, glucose en infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn bijwerkingen van systemische corticoïdentherapie?

A

Maaglast, opgejaagd gevoel, slapeloosheid, huidatrofie, ecchymosen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Juist of fout?

Cortico’s gaan niet door de placenta en zijn daarom niet teratogeen.

A

Fout, ze gaan wel door de placenta maar ze zijn niet teratogeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke risico’s bestaan er bij systemische corticoïdentherapie tijdens de zwangerschap?

A

Risico op prematuriteit en lager geboortegewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de werking van cyclosporine?

A

Het blokkeert calcineurine en daarmee de activiteit en proliferatie van T-cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de dosering van cyclosporine?

A

2-3mg/kg. Liefst niet langer dan 6 maand toediening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarvoor worden cyclosporines en methotrexaat gebruikt?

A

Psoriasis en eczeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn contra-indicaties voor cyclosporine?

A

Hypertensie, nierfalen, ernstige infecties, maligniteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke zaken moeten gemonitord worden tijdens therapie met cyclosporines?

A

Bloeddruk, lever- en nierwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de bijwerkingen van cyclosporine?

A

Hypertensie, nefrotoxiciteit, hyperlipidemie, leukopenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waaruit bestaat de werking van methotrexaat?

A

Het remt celdeling van ontstekingscellen en huidcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe wordt methotrexaat gedoseerd?

A

Aan 7.5-15mg per week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een contra-indicatie voor methotrexaat?

A

Zwangerschapswens (zowel man als vrouw).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn bijwerkingen van methotrexaat?

A

Maag-darmklachten, frequenter infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke zaken moeten gemonitord worden bij therapie met methotrexaat?

A

Lever- en nierwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke supplementen moeten gegeven worden aan patiënten die methotrexaat krijgen?

A

Foliumzuur.

24
Q

Waaruit bestaat de werking van mycofenolaat mofetil?

A

Het remt de celdeling van T- en B-cellen.

25
Hoe wordt mycofenolaat mofetil gedoseerd?
Aan 1-2g per dag.
26
Wat zijn indicaties voor mycofenolaat mofetil?
Blaarziekten en eczeem.
27
Wat zijn bijwerkingen van mycofenolaat mofetil?
Maag-darmklachten, frequenter infecties.
28
Welke zaken moeten gemonitord worden tijdens therapie met mycofenolaat mofetil?
Leverwaarden.
29
Waarmee mogen tetracyclines niet ingenomen worden?
Melkproducten.
30
Wat zijn contra-indicaties voor tetracyclinetherapie?
Zwangerschap, borstvoeding en kinderen jonger dan 8 jaar.
31
Wat is een nadeel van tetracyclinebehandeling voor acné?
Bij het stoppen van de therapie komt de acné vaak terug.
32
Waaruit bestaat de werking van isotretinoïne?
Er ontstaat vermindering sebum productie en een anti-inflammatoir effect.
33
Waaruit bestaat de werking van acitretine?
Er ontstaat remming van de overmatige celgroei in de huid en een anti-inflammatoir effect.
34
Wat zijn indicaties voor het opstarten van isotretinoïne?
Acne en rosacea.
35
Wat zijn contra-indicaties voor het opstarten van isotretinoïne?
Tijdens zwangerschap en tot 3 maanden nadien.
36
Wat zijn indicaties voor het opstarten van acitretine?
Psoriasis, hidradenitis suppurativa, ichthyosis, hyperkeratosen en preventie huidtumoren.
37
Wat zijn contra-indicaties voor het opstarten voor acitretine?
Tijdens zwangerschap en tot 2 jaar nadien. Het wordt dus niet gegeven aan jonge vrouwen.
38
Wat zijn bijwerkingen van retinoïden?
Droge lippen, droge mond, snellere zonverbranding, spier- en botpijn en depressieve klachten.
39
Welke zaken moeten gemonitord worden bij therapie met retinoïden?
Vetten ( vnl. triglyceriden), leverwaarden en PBO.
40
Met welke GM interageren retinoïden?
Combinatie met tetracyclines is verboden vanwege verhoogde intracraniële druk.
41
Wat zijn bijwerkingen van antihistaminica?
Sedatie, maag-darmlast, anticholinerge effecten. Er is geen monitoring nodig.
42
Waaruit bestaat de werking van hydroxychloroquine?
Het werkt door een modulerend effect op bepaalde delen van het immuunsysteem. Het werkt ontstekingsremmend.
43
Wat zijn indicaties voor opstarten van hydroxychloroquine?
Lupus, sarcoïdose, dermatomyositis.
44
Wat zijn bijwerkingen van hydroxychloroquine?
Maag-darmlast en visusstoornissen.
45
Waaruit bestaat de werking van dapsone?
Het inhibeert de werking van neutrofielen.
46
Wat zijn bijwerkingen van dapsone?
Hemolyse en methemoglobinemie (cyanose, hoofdpijn, kortademigheid, vermoeidheid).
47
Wat zijn de voor- en nadelen van biologicals?
- Voordelen: bijzonder efficiënt, doelgericht en relatief goed bijwerkingsprofiel - Nadeel: dure medicatie → voorgehouden voor ernstige patiënten waarbij eerdere behandelingen onvoldoende efficiënt bleken
48
Welke biologicals kunnen gebruikt worden in de therapie van psoriasis?
Anti-TNFα, anti-IL23, anti-IL17. De inspuitingen worden 2 wekelijks of om de 2 maand gegeven.
49
Wat zijn de bijwerkingen van de biologicals voor psoriasis?
Verhoogde gevoeligheid voor infecties (vnl. bovenste luchtweginfecties).
50
Wat zijn de terugbetalingscriteria voor de biologicals voor psoriasis?
Eerst methotrexaat geprobeerd, alsook cyclosporine en fototherapie. Bijkomstig moeten er een ernstige uitgebreidheid van de letsels zijn.
51
Welke biological kan gebruikt worden in de therapie van hidradenitis suppurativa?
Anti-TNFα.
52
Wat zijn de terugbetalingscriteria voor de biologicals voor hidradenitis suppurativa?
Eerst tetracyclines geprobeerd en de combinatie van clindamyxine met rifampicine. Alsook moeten ernstige nodules, abcessen en fistels aanwezig zijn.
53
Welke biological kan gebruikt worden in de therapie van urticaria?
Anti-IgE: het zorgt ervoor dat IgE niet kan binden op de mastcel en histamine dus niet losgelaten kan worden.
54
Wat zijn de terugbetalingscriteria voor de biologicals voor urticaria?
De patiënt is reeds 6 maand behandeld met antihistaminica zonder voldoende effect.
55
Welke biologicals kunnen mogelijk gebruikt worden voor de therapie van eczeem?
Anti-IL4 en anti-IL13. Ze worden 2 wekelijks ingespoten.
56
Wat zijn de bijwerkingen van de biologicals voor urticaria?
Er is verhoogde gevoeligheid voor conjunctivitis.
57
Wat zijn de terugbetalingscriteria voor de biologicals voor eczeem?
Eerst cyclosporine geprobeerd, het eczeem is ernstig uitgebreid en er is veel jeuk.