Hoofdstuk 16 - Geneesmiddelenerupties Flashcards

1
Q

Er zijn twee types van medicamenteuze hypersensitiviteit. Bespreek ze.

A

Type A: 80-90%
- Voorspelbare ‘normale’ bijwerkingen
- Dosisafhankelijk
- Niet immunologisch

Type B: 10-15%
- Onvoorspelbare bijwerkingen
- Niet immunologisch of immunologisch
- Treden herhaaldelijk op bij nieuwe blootstelling
- Ook bij ‘normale’ doseringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Juist of fout?

Type IV reacties zijn dosisgerelateerd.

A

Fout, dat zijn ze niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke medicatie is oorzakelijk voor urticaria en angio-oedeem?

A

NSAID, penicilline, sulfonamiden, ACE-inhibitoren.

Opmerking: ACE-inhibitoren veroorzaken enkel angio-oedeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke type reactie is serumziekte?

A

Type III.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de symptomen van serumziekte?

A

Koorts, urticaria, angio-oedeem, pijn en zwelling van de gewrichten, lymfadenopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel dagen na eerste inname doet serumziekte zich voor?

A

5 dagen tot 3 weken na inname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn uitlokkers van serumziekte?

A

Immuunglobulines, aspirine en AB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk soort reactie zijn exanthemateuze (maculopapuleuze) reacties?

A

Type IV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is gekende uitlokkende medicatie van exanthemateuze reacties?

A
  • AB: amoxicilline, sulfonamiden
  • Andere: carbamazepine, NSAID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar doen fixed drug eruptions zich vaak voor?

A

Op handen, voeten, genitale en perianale huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn uitlokkers van fixed drug eruptions?

A

AB, NSAIDs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor staat RIME?

A

Reactieve Infectieuze Mucocutane Eruptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor is RIME gekenmerkt?

A
  • Prodromale fase: koorts, hoest en malaise
  • Mucosale aantasting: oraal, oculair en urogenitaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek de epidemiologie van RIME.

A
  • Meer mannen dan vrouwen
  • Eerder kinderen en jongvolwassenen (gem. leeftijd 12 jaar)
  • Meer in de winter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor staat AGEP?

A

Acute Gegeneraliseerde Exanthemateuze Pustulose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor is AGEP gekenmerkt?

A

Kleine, niet-folliculair gelegen pustels op erythemateuze achtergrond.

17
Q

Waarvoor staat DRESS?

A

Drug Rash with Eosinophilia and Systemic Symptoms.

18
Q

Waarvoor staat SDRIFE?

A

Symmetrical Drug-Related Intertriginous en Flexural Erythema.

19
Q

Wat is SDRIFE of baboon syndrome?

A

Een geneesmiddelenreactie die zich beperkt tot erytheem van de billen, liezen en oksels, uren tot 2 dagen na blootstelling.

20
Q

Wat zijn uitlokkers van SDRIFE?

A

AB en antimycotica.

21
Q

Wat zijn de symptomen van DRESS?

A
  • Koorts
  • Oedeem van het gelaat, gegeneraliseerde papulopustulaire of exanthemateuze huideruptie die evolueert naar afschilfering
  • Lymfadenopathie
  • Hematologische abnormaliteiten (hypereosinofilie)
  • Orgaanaantasting (bv. hepatitis, nefritis, pneumonitis, myocarditis,…)
22
Q

Wat zijn uitlokers van DRESS?

A

Anti-epileptica, allopurinol, dapsone, trimetoprim-sulfomethoxazole.

23
Q

Wat zijn uitlokkers van Stevens-Johnson syndroom en toxische epidermale necrolyse?

A

Allopurinol, anti-epileptica, bètalactam AB, NSAIDs, sulfonamiden.