Hoofdstuk 14 - Trichosen, onychosen, hidrosen en keratosen Flashcards

1
Q

Wat is onycholyse?

A

Loslating van de nagelplaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is onychorrhexis?

A

Splitsen van de distale nagel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is trachyonychia?

A

‘Sandpaper’ voorkomen van de nagels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is onychomadesis?

A

Proximale loslating van de nagel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is koilonychie?

A

Lepelvormige nagels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn beaulijnen?

A

Dwarsgroeven in de nagels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is leukonychie?

A

Witverkleuring van de nagels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemt men een ingegroeide nagel?

A

Unguius incarnatus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is hyperhidrosis?

A

Overmatig zweten: > 1ml/m²/min.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer spreken we van primaire focale idiopathische hyperhidrosis?

A

Bij focaal, zichtbaar, excessief zweten gedurende minstens 6 maanden zonder duidelijke oorzaak met minstens 2 van volgende kenmerken:
- Bilateraal en relatief symmetrisch
- Invloed op dagelijkse activiteiten
- Minstens 1 episode per week
- Aanvang voor de leeftijd van 25 jaar
- Positieve familiale anamnese
- Afwezigheid van nachtelijk zweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn behandelopties van primaire focale idiopathische hyperhidrosis?

A

Anticholinergica, botulinetoxine of chirurgie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is orthokeratose?

A

Een verdikking van het stratum corneum waarbij de hoornlaag normaal is. Er is weinig schilfering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is parakeratose?

A

Een abnormale verhoorning met pycnotische kernen in de hoornlaag. Er is schilfering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is clavus of likdoorn?

A

Het zijn circumscripte vormen van eelt t.h.v. de voet door een statiekprobleem of slechtzittende schoenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn lanugo haren?

A

Lange, dunne en niet gepigmenteerde haren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn vellus haren?

A

Korte, fijne, niet gepigmenteerde haren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn terminale haren?

A

Lange, dikke en gepigmenteerde haren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bespreek de drie fasen in de groeicycli van haar.

A
  • Anageen: groei, duurt 1-6j, waaiervormige bulbus
  • Katageen: overgang, duurt 3w, clubvormige bulbus
  • Telogeen: rust, duurt 3m, clubvormige bulbus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de typische kliniek van telogeen effluvium?

A
  • Plots opvallende diffuse haaruitval met soms haarverdunning
  • Patiënt heeft angst kaal te worden
  • 6-16 weken voordien: uitlokkende gebeurtenis
  • Kan tot een jaar duren, geen therapie nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van telogeen effluvium?

A
  • Na koorts/operatie
  • Postpartum
  • Lichte intoxicaties
  • Chronische ziekten, cachexie
  • Auto-immune systeemziekten
  • Syfilis/HIV
  • Crashdiëten/malnutritie
  • Ijzertekort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de trektest?

A

De arts neemt 100-tal haren vast en voert lichte tractie uit. Wanneer er meer dan 20 haren uitgetrokken worden, is het abnormaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een trichogram?

A

De arts preleveert 50-100 haren laag occipitaal en telt m.b.v. een lichtmicrosoop de haren in anagene, katagene en telogene fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welk resultaat van de trichogram pleit voor een telogeen effluvium?

A

Wanneer meer dan 12% van de getelde haren zich in de telogene fase bevinden.

24
Q

Wat is de behandeling van telogeen effluvium?

A

Meestal geruststelling gezien spontane recuperatie verwacht wordt. Eventueel kan minoxidil opgestart worden.

25
Q

Waaruit bestaat het werkingsmechanisme van minoxidil?

A

Vasorelaxatie, stimulatie van VEGF en productie van PG synthase 1 en HGF.

26
Q

Wat zijn de voorschriften bij applicatie van minoxidil?

A

Dagelijkse applicatie van 2ml per dag. Na applicatie mag de patiënt zijn haar 6u lang niet wassen. Inmasseren hoeft niet.

27
Q

Wat zijn bijwerkingen van minoxidil?

A
  • Systemisch: hypotensie, reflectoire tachycardie, hoofdpijn, diffuse hypertrichose, angina pectoris, oedemen
  • Lokaal: exacerbatie seborrhoïsch eczeem, irritant contact dermatitis, allergische contact dermatitis
28
Q

Wat is de pathogenese van androgenetische alopecie?

A

Verkorte anagene fase. Hierdoor ontstaat haaruitval, miniaturisatie van de haarfollikel en fibrose.

29
Q

Bij vrouwen heeft androgenetische alopecie twee leeftijden waarop het opkomt. Welke?

A
  • Late jaren 20: vaak op basis van hyperandrogenisme
  • 40+: perimenopauzaal, minder gelinkt aan androgenen
30
Q

Welke systemische medicatie kan bij mannen en vrouwen toegediend worden in het kader van AGA?

A
  • Mannen: finasteride / dutasteride
  • Vrouwen: OAC, cyproteron acetaat, spironolactone, flutamide
31
Q

In welke dosis wordt finasteride toegediend bij mannen en vrouwen?

A
  • Mannen: 1mg
  • Vrouwen: 2.5-5mg
32
Q

T.h.v. welke hoofdregio heeft finasteride minder effect bij mannen?

A

T.h.v. de frontopariëtale lijn.

33
Q

Welke bijwerkingen heeft finasteride / dutasteride?

A
  • Teratogeen: feminisatie van de mannelijke foetus
  • Libidoverlies, erectie / ejaculatiestoornissen, pijnlijke testes, verminderde spermakwaliteit
  • Gynaecomastie, mastodynie
  • Depressie
  • Leverfunctiestoornissen
  • Daling van globale incidentie prostaatkanker (25%) maar stijging incidentie hooggradige prostaatkanker → prostaatkanker uitsluiten voor start
  • Mogelijks verhoogd risico op borstkanker (zowel man als vrouw) → veranderingen t.h.v. de borst in de gaten houden
34
Q

Wat zijn drie vormen van alopecia areata?

A
  • Alopecia areata totalis: hele hoofdhuid aangetast
  • Alopecia areata universalis: alle lichaamsharen weg
  • Ophiasis: kale band occipitaal en retroauriculair
35
Q

Bij welk ras is de incidentie van alopecia areata hoger?

A

Er is geen raciale invloed.

36
Q

Bij welk geslacht is de incidentie van alopecia areata hoger?

A

Er is geen invloed van geslacht.

37
Q

Waar ligt de piekincidentie van alopecia areata?

A

15-29 jaar.

38
Q

Wat gebeurt er met het risico op het ontwikkelen van alopecia areata wanneer er familiale belasting is?

A

Het risico vergroot met factor 10.

39
Q

Wat zijn de oorzaken van alopecia areata?

A
  • Genetische voorbeschikking tot verkeerde immuunrespons
  • Auto-immuniteit: associatie met andere auto-immuunziekten (vitiligo, Hashimoto, T1DM, infl. darmlijden)
40
Q

Wat is het natuurlijk verloop van alopecia areata?

A
  • 11% verliest > 40% van de haren
  • 7% ontwikkelt een alopecia areata totalis of alopecia areata universalis
  • Na eerste episode groeit bij een derde het haar terug binnen het jaar
41
Q

Wat zijn negatieve prognostische factoren in geval van alopecia areata?

A

Eerste opstoot op jonge leeftijd, duur, herhaalde opstoten, type, oppervlak, nagelafwijkingen, atopie

42
Q

Welke dosissen lokale corticosteroïden kunnen voorgeschreven worden voor alopecia areata?

A
  • Volwassenen: 30g per week klasse 4
  • Kinderen: 15g per week klasse 3
43
Q

Hoelang moet de topische behandeling met corticosteroïden volgehouden worden bij alopecia areata?

A

3 maand.

44
Q

Welke dosissen intralesionele corticosteroïden worden gegeven bij alopecia areata?

A

Max 0.05-0.1ml per prikplaats
- Hoofdhuid: 5mg/ml
- Ergens anders: 2.5mg/ml

45
Q

Om de hoeveel tijd worden de intralesionele injecties met corticosteroïden voor alopecia gegeven?

A

Om de 4-6 weken.

46
Q

Wanneer moet men stoppen met het geven van intralesionele corticoïden bij alopecia?

A

Wanneer er geen beterschap is na 6 maand.

47
Q

Wat zijn de aanbevelingen rond orale therapie met corticoïden voor alopecia?

A

Er zijn onvoldoende argumenten aanwezig om deze therapie te verantwoorden.

48
Q

Hoe gaat de behandeling van alopecia met topische immunotherapie in zijn werk?

A

Deze gebeurt wekelijks. Indien er geen verbetering is na 6 maand, stoppen we.

49
Q

Wat zijn bijwerkingen van topische immunotherapie bij alopecia?

A
  • Bulleus allergisch contacteczeem
  • Hypo / hyperpigmentatie
  • Contacturticaria
  • Strooireactie
  • Tolerantie
  • Exacerbatie van contactallergieën
50
Q

Wat is het verschil tussen alopecia areata en cicatricieel haarverlies?

A

Bij alopecia is de hoofdhuid normaal en zijn haarfollikels aanwezig. Bij cicatricieel haarverlies is de huid atrofisch en zijn er geen follikelopeningen.

51
Q

Wat zijn oorzaken van cicatricieel haarverlies?

A

Lichen planopilaris, lupus erythematosus, folliculitis decalvans, sclerodermie.

52
Q

Wat zijn de oorzaken van hirsutisme?

A
  • Hormonale stoornissen: stijging van androgenen door stoornissen van de hypofyse, bijnierschorshyperplasie of PCOS
  • Iatrogeen: androgenen, progestativa
  • Idiopathisch
53
Q

Welke medicatie kan men toedienen in geval van hirsutisme?

A

Cyproteronacetaat of spironolactone.

54
Q

Wat zijn oorzaken van hypertrichose?

A

Ondervoeding, anorexia nervosa, maligniteiten of medicatie.

55
Q

Van welke medicatie kan je hypertrichose krijgen?

A

Minoxidil, cyclosporine en fenytoïne.