hoofdstuk 5 Flashcards
Snelle groei
De grootste toename in lengte en gewicht bij baby’s vindt plaats in het eerste
levensjaar, hoewel kinderen hun hele baby- en peutertijd hard groeien
(figuur 5.1 blz. 139). Het hoofd wordt in verhouding steeds kleiner naarmate
het kind groeit
Er liggen vier principes ten grondslag aan menselijke groei
Cefalocaudale principe
Groei volgt een patroon dat begint met het hoofd en de bovenste lichaamsdelen en strekt
zich vervolgens uit naar de rest van het lichaam.
Proximodistaal principe
De ontwikkeling volstrekt zich vanuit het centrum van ons lichaam naar buiten toe.
Principe van hiërarchische integratie
Eenvoudige vaardigheden ontwikkelen zich doorgaans afzonderlijk en onafhankelijk van
elkaar en worden later geïntegreerd in complexere vaardigheden.
Principe van de onafhankelijkheid van systemen
Verschillende lichaamssystemen kennen een verschillend groeitempo.
Neuron
De basiscel van het zenuwstelsel.
Een neuron bestaat uit de volgende delen
Celkern/nucleus
Bevat de celkern en andere basismechanismen, die andere lichaamscellen ook hebben.
Dendrieten
Dunne extensies van de celkern, die berichten van aangrenzende neuronen ontvangen.
Axonen
Dunne (lange) extensies van de celkern, die berichten overbrengen naar aangrenzende
neuronen of, in geval van motorische neuronen, naar spiercellen.
Eindknopjes
Uiteinden van de vertakkingen van een axon die neurotransmittermoleculen loslaten
op andere neuronen of, in geval van motorische neuronen, op spier- of kliercellen.
Neurotransmitter
Stof die het mogelijk maakt dat neuronen met elkaar communiceren
Synaps
De kleine ruimte tussen neuronen
Neuronennetwerken
: In de eerste twee levensjaren leggen neuronen steeds meer verbindingen
met elkaar en wordt het neuronennetwerk steeds complexer (figuur 5.4 blz.
142). Het gewicht van de hersenen verdrievoudigt in die periode en bij 2 jaar
zitten de hersenen op ¾ van het gewicht van volwassen hersenen.
Synaptisch snoeien
De hersenen overproduceren eerst neuronen en synapsen, waarvan een deel
verdwijnt weer als ervaringen bepaalde verbindingen niet stimuleren.
Myeline
Een vettige substantie die de neuronen beschermt en de overdracht van
zenuwsignalen versnelt.
Hersenschors
De bovenste laag van de hersenen verantwoordelijk voor hogere processen.
Subcorticale niveaus
Niveaus onder de hersenschors verantwoordelijk voor basale activiteiten als
ademhaling en hartslag.
Niveaus onder de hersenschors verantwoordelijk voor basale activiteiten als
ademhaling en hartslag.
De synapsen en myelinisering maken na 3 a 4 maanden een groeispurt door
in het gebied van de hersenschors dat betrokken is bij auditieve en visuele
vaardigheden (de auditieve en visuele hersenschors). Ook de gebieden van
de hersenschors verantwoordelijk voor lichamelijke beweging groeien snel,
waardoor motorische vaardigheden verbeteren.
REM-slaap
Rapid eye movement-slaap – de periode tijdens de slaap van oudere
kinderen en volwassenen die geassocieerd wordt met dromen. Baby’s
hebben ook een periode van actieve slaap die sterk lijkt op (maar niet
identiek is aan) REM-slaap. Naarmate we ouder worden, neemt het
percentage REM-slaap af en neemt NREM-slaap toe
Dromen
Het is niet zeker of jonge baby’s dromen, maar het lijkt onwaarschijnlijk.
Baby’s hebben nog niet veel om over te dromen en hun hersengolven zijn
kwalitatief anders dan die van dromende volwassenen. Pas als baby’s 3 a 4
maanden oud zijn, gaan de golfpatronen meer lijken op die van dromende
volwassenen.
Autostimulatie
Een proces waarbij de hersenen zichzelf stimuleren. Sommige onderzoekers
denken dat autostimulatie de functie is van de REM-achtige slaap bij baby’s.
SIDS
Wiegendood of sudden infant death syndrome – de onverklaarbare dood
van een ogenschijnlijk gezonde baby voor de leeftijd van 1 jaar.
Factoren/oorzaken/hypothesen die in verband worden gebracht met een risico op wiegendood:
Jongens lopen een groter risico dan meisjes
Een laag geboortegewicht
Lagere Apgar-scores bij de geboorte
Een moeder die rookt tijdens de zwangerschap
Een hersenafwijking die invloed heeft op de ademhaling
Kindermishandeling
Niet-vastgestelde slaapstoornissen en andere ziekten
Verstikking
Voedingstekorten
Problemen met reflexen
Wiegendood kan nog niet worden voorkomen, maar artsen raden het volgende aan:
Baby’s op hun rug laten slapen
Baby’s een speen geven tijdens een dutje of het slapen
Stevige matrassen bedekt met een strak onderlaken
Zachte voorwerpen buiten de slaapplek houden