Hoofdstuk 2: Traditions & Contexts Flashcards

1
Q

Wat was de eerste bond die zich inzette voor de communicatiediscipline?

A

National communication association (NCA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 7 tradities zijn er in de communicatiewetenschappen?

A
  1. Intrapersoonlijk
  2. Interpersoonlijk
  3. Small group
  4. Mass
  5. Organizational
  6. Public/rhetorical
  7. intercultural
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn voorbeelden van intrapersoonlijke communicatue?

A

Cognities, interne diaglogen, dagdromen, eigenwaarde, self judgement, angsten confronteren,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er bedoeld met interpersoonlijke communicatie?

A

Communicatie tussen groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met kleine groepcommunicatie?

A

tussen de 3 en 7 mensen ongeveer, om te kijken hoe processen in deze groepen gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 aspecten spelen een belangrijke rol in kleine groepscommunicatie. Welke aspecten zijn dit?

A
  1. Cohesiveness
  2. Synergie
  3. Networks
  4. Rollen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met cohesiveness (met name bij kleine groepscommunicatie?)

A

de “Togetherness” oftewel de verbonden- en éénheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoeld met synergie (met name bij kleine groepscommunicatie?)

A

De inspanning van een groep (van bv. 5 mensen) leidt tot betere resultaten dan 5x personen die zich afzonderlijk inspannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met networks (met name bij kleine groepscommunicatie?)

A

Communicatiepatronen in kleine groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er bedoeld met Rollen?

A

De posities van groepsleden en hun relatie tot de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste doelen van public//rhetorical communication?

A
  1. Informeren
  2. Vermaken
  3. Overtuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de angst om te spreken voor een groep ook wel genoemd?

A

communication apprehension

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent communication apprehension?

A

De angst om te spreken voor een groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interculturele communicatie best uit 4 aspecten. Welke zijn dit?

A
  1. Cultuur
  2. Culturele communicatie
  3. Co-culturen
  4. Intercultural context.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noem je het als mensen met een verschillende culturele achtergrond met elkaar communiceren?

A

Culturele communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn co-culturen?

A

Subculturen. Oftewel, mensen die onderdeel zijn van een grotere cultuur maar door gemeenschappelijke eigenschappen ook weer een kleinere cultuur met elkaar vormen.

17
Q

Wat is een goede beschrijving van een cultuur?

A

Een gemeenschap van betekenis met een gedeelde eenheid van lokale kennis.