College 11: Het actieve publiek Flashcards

1
Q

Wat is cultural studies?

A

Een theoretisch perspectief dat onderzoekt hoe cultuur beïnvloed wordt door dominante groepen → hegemonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is hegemonie? En welke 2 fenomenen horen erbij?

A

de invloed, macht of dominantie van een sociale groep over een
andere sociale groep (d.m.v. media)

  1. False consciousness Vaak zijn mensen zich niet bewust van deze dominantie (bv. the american dream)
  2. Theatre of struggle Maar er is wel verzet (bv. black lives matters)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het neo-marxisme in het kort?

A

Over het algemeen streven neo-marxisten naar een samenleving waarin

  1. economische middelen eerlijk worden verdeeld
  2. waarin sociale rechtvaardigheid heerst en
  3. waarin alle individuen gelijke kansen hebben om zich te ontwikkelen en te gedijen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het Neo-marxistisch perspectief op media?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het gevolg van de opvatting over media van het neo-marxisme?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het marxisme?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van cultuur volgens cultural studies ?

A

Normen, waarden, regels, begripskader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1 van de veronderstellingen van cultural studies is dat mensen deel uitmaken van een hierarchisch netwerk.

Wat wordt hier mee bedoeld?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1 van de veronderstellingen van cultural studies is dat media-inhoud vooral de opinies reflecteert van de heersende klasse.

Voor wie is dit in het bijzonder nadelig?

A

Voor gemarginaliseerde groepen en bv. minderheidsgroepen.

Zij behoren immers niet tot de heersende klasse en er is dus geen belang om voor hen op te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is counter-hegemonie?

A

het gebruik van dezelfde strategieën als de heersende
klasse, maar dan met de bedoeling om de heersende ideologische cultuur te
ondermijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Boodschappen worden gecodeerd vanuit een bepaalde ideologie. Op welke manieren kan dit gebeuren?

A

1. Dominant-Hegemonic: Iets wordt gedecodeerd zoals bedoeld.
2.Negotiated: Bepaalde elementen aannemen, bepaalde niet
3. Oppositional: Er tegenin gaan. Bv. meldpunt of satire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de samenvatting van het uitgangspunt van Uses & Gratification theory?

A

Wat doet publiek zelf met media?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 assumpties horen bij U&G?

A
  1. Gaat uit van een actief publiek (zelf controle over welke mediaboodschappen zij willen bekijken)
  2. Publiek gebruikt media om behoeftes te bevredigen.
  3. Mensen zijn zich bewust van hun mediagebruik.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

U&G is gebaseerd op het limited effect perspectief. Wat houdt dit perspectief in?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met gratifications in de theorie?

A

Dat mensen de media gebruiken naar gelang de behoeftes die ze willen bevredigen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De needs (behoeftes) binnen U&G kennen een psychologische oorsprong. Welke eigenschappen spelen hier een rol bij?

A
17
Q

De needs (behoeftes) binnen U&G kennen een psychologische oorsprong. sociale eigenschappen spelen hier een rol bij?

A
18
Q

Daar is ie weer. De one and only Maslow pyramide. Hoe zag ie er ookalweer uit?

A
19
Q

Er zijn 4 traditionele motivaties om behoefte te hebben aan bepaalde media. Welke?

A
  1. Diversion
  2. Personal relationships
  3. Personal Identity
  4. Surveillance
20
Q

Er zijn 4 traditionele motivaties om behoefte te hebben aan bepaalde media.

Wat zijn voorbeelden van diversion?

A
21
Q

Er zijn 4 traditionele motivaties om behoefte te hebben aan bepaalde media.

Wat zijn voorbeelden van personal relationships?

A
22
Q

Er zijn 4 traditionele motivaties om behoefte te hebben aan bepaalde media.

Wat zijn voorbeelden van personal identity?

A
23
Q

Er zijn 4 traditionele motivaties om behoefte te hebben aan bepaalde media.

Wat zijn voorbeelden van surveillance?

A