Hoofdstuk 11: Diabetes Flashcards
Definitie Diabetes
Diabetes is een stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een insuline tekort of de geproduceerde insuline is onvoldoende werkzaam waardoor het glucosegehalte in het bloed te hoog blijft. Diabetes is in feite een chronisch ziekte met een stoornis in de koolhydraatstofwisseling.
Glucose: Definitie
Koolhydraten worden in de mond reeds gedeeltelijk afgebroken. Via de slokdarm komen de koolhydraten terecht in de maag. De maag zelf bevat geen enzymen die inwerken op de koolhydraten, waardoor deze dan ook door gaan naar de dunne darm voor de verdere afbraak. In de dunne darm worden de koolhydraten afgebroken tot enkelvoudige suikers (glucose). Via de darmwand worden deze suikers opgenomen in het bloed.
Glucose wordt vervolgens gebruikt als brandstof, of opgeslagen als reservebrandstof in de lever en de vetcellen. Het lichaam heeft een voorkeur voor glucose, omdat er minder zuurstof nodig is voor de verbranding ervan.
Insuline Definitie
insuline is een hormoon dat door de pancreas wordt afgescheiden, meer bepaald door de eilandjes van langerhans. De functie van insuline is de lichaamscellen toegankelijk maken voor glucose. Insuline is dus eigenlijk de sleutel die de deur van de cellen opendraait, zodat het glucose in de cellen kan komen. Daardoor verlaagt het glucosegehalte in het bloed en nemen de cellen glucose op, die ze kunnen verbranden. Insuline zorgt dus voor een verlaging van het bloedsuikergehalte. Het lichaam fucntioneert het beste bij een glycemie tussen de 80-100 mg/dl.
Type I diabetes
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte en wordt gekenmerkt door een stoornis in de werking van de beta-cellen van de pancreas. Deze insulineproducerende cellen gaan dus geen insuline aanmaken en vrijstellen, waardoor hier een tekort ontstaat in de bloedbaan. Dit veroorzaakt een stijging van de glycemie. Ondanks het hoge aanbod van glucose krijgen de lichaamscellen energie tekort wat zich uit in vermoeidheid en duizeligheid.
Om het lichaam toch de nodige energie te kunnen voorzien, worden de vetreserves aangesproken, wat aanleiding geeft tot vermagering.
Deze ziekte ontstaat zeer acuut of brutaal, over een korte tijdsperiode en zeer uitgesproken met de volgende symptomen: zeer veel urineren, uitgesproken dorstgevoel, vermageren en vermoeidheid. Dit type komt veel voor bij jonge mensen.
Wie Diabetes type 1 krijgt treft zelf geen schuld. Hij of Zij had niets kunnen doen om de ziekte te voorkomen. Het gaat hier om ongeveer 10% van alle diabetici.
Type II Diabetes
Ouderdomsdiabetes, ook wel diabetes type 2 genoemd, is een ziekte waarbij het insuline gehalte in het bloed normaal kan zijn, maar waarbij de lichaamscellen niet voldoende reageren op het aanwezige insuline.
In westerse landen is deze vorm van diabetes veruit de meest voorkomende vorm. Hij komt vaak voor in combinatie met een te hoog cholesterol gehalte in het bloed, hoge bloeddruk of met de aandoening metabool syndroom.
Ouderdoms diabetes is een vorm van suikerziekte, die voorkomt bij mensen die ouder zijn dan 40-45 jaar. De laatste jaren ziet men echter een toename van deze vorm van diabetes bij jonge mensen.
Diabeten die deze vorm hebben, maken dus wel nog insuline aan, maar de werking van deze insuline ter hoogte van de cellen is onvoldoende. De sleutel past als het ware niet meer goed in het slot, zodat de poorten moeilijk open komen en de bloedsuikerspiegel stijgt. Hierdoor blijven glucose en insuline in het bloed circuleren. Dus, naast hyperglycemie is er ook hyperinsulinemie.
Mogelijke oorzaken die dit type diabetes uitlokken, zijn erfelijkheid, zwaarlijvigheid en te weinig lichaamsbeweging.
Het verschil van dit type diabetes met type I, is dat je er wel iets aan kunt doen. Je draagt het risico wel, maar je hebt invloed op andere uitlokkende factoren zoals slank blijven en aan sport doen.
Zwangerschaps diabetes
Dit type diabetes treedt op in de 2de helft van de zwangerschap. Ze wordt veroorzaakt door hormonale schommelingen die tijdens de 2de helft van de zwangerschap optreden en verdwijnt dan ook meestal na de zwangerschap.
Een kleine groep vrouwen met zwangerschapsdiabetes hebben echter een tevoren niet ontdekt type 2 diabetes. Bovendien zal een vrouw die tijdens de zwangerschap diabetes heeft gehad, meer risico lopen op het ontwikkelen van type 2 diabetes op latere leeftijd. Daarom raadt men toch aan, om 6 weken na de zwangerschap en vervolgens jaarlijks een nuchtere glycemiebepaling te laten uitvoeren om tijdig eventuele afwijkingen op te sporen.
bloedwaarden bij diabetes type 2
Om de diagnose van diabetes type 2 te kunnen stellen, kijken dokters naar 2 verschillende labowaarden:
- wanneer de persoon nuchter is en de bloedsuiker gelijk is aan of meer is dan 126 mg/dl
- wanneer de Hb1Ac2 meer dan 42 mmol/mol bedraagt.
Bedraagt de nuchtere bloedsuiker meer dan 110 en minder dan 126 mg/dl, dan spreken we van een prediabeet.
Bedraagt de Hb1Ac tussen de 6 en 7% (42-53 mmol/mol), dan spreken we van een goed geregelde diabeet.
HbA1c
is een percentage dat een indruk geeft van de gemiddelde bloedglucosespiegel over de afgelopen 3 maanden. HbA1c is een afkorting voor het hemoglobine van het type A1c in het bloed. Hemoglobine is een onderdeel van de rode bloedcellen en vervoert het zuurstof in ons lichaam. Daarnaast hecht het zich aan de glucose in het bloed. Hoe meer glucose er is in het bloed, hoe hoger het HbA1c. Omdat de rode bloedcellen twee tot drie maanden leven, is het HbA1c een goede maat voor de gemiddelde bloedglucosewaarde van de afgelopen 3 maanden. Hoe hoger het glucosegehalte de afgelopen periode is geweest, des te hoger het HbA1c.
Orale diabetica en/of insuline bij DT1
Deze worden steeds behandeld met een intensieve insulinetherapie (4 injecties schema van snelwerkende insuline in combinatie met traag werkende insuline)
Orale diabetica en/of insuline bij DT2
Diabetes patiënten worden steeds behandeld met orale diabetica al dan niet in combinatie met insuline. Welke therapie uiteindelijk wordt gekozen, bepaalt de arts en is afhankelijk van verschillende parameters.
Diabetes educatie
Door educatie wil men de zelfredzaamheid van de patiënten doen verhogen. Dit gebeurt door middel van zelfcontrole van de glycemie en door informatie te verstrekken over de behandelingsmogelijkheden.
Hyperglycemie
Men spreekt van hyperglycemie wanneer de glycemie progressief oploopt en hoog blijft: 180 mg/dl of hoger. De diabetes is op dat ogenblik slecht geregeld. Het overtollige suiker kan via de nieren verwijderd worden en dit verschijnsel wordt glucosurie genoemd.
Een hyperglycemie ontstaat geleidelijk, met een verloop van enkele uren tot dagen. Als de bloedsuikers lang hoog blijven, lopen hart en bloedvaten, nieten en ogen immers het risico om beschadigd te worden.
Bovendien kan bij type 1 diabetes een levensbedreigende situatie ontstaan waarbij de glycemiewaarden dermate ontregelen dat vetten in het lichaam verbrand worden. Hierbij worden zuren gevormd die het lichaam “verzuren”. We noemen dit ketoacidose.
Hyperglycemie kan veroorzaakt worden door het eten van teveel koolhydraten, te weinig beweging, te weinig gebruik van insuline of tabletten, ziekte of stress. Komt hyperglycemie vaak voor? Dan is dit slecht geregelde diabeet.
Ketoacidose
verzuring van het lichaam: wanneer door een tekort aan insuline de cellen niet voldoende van glucose voorzien worden, schakelt het lichaam over op de verbranding van vetten. Wanneer er vrijwel geen insuline meer aanwezig is, zoals bij type 1 diabetes, zal dit proces eerder en sneller plaatsvinden. De abnormale vetverbranding gaat gepaard met vrijkomen van ketonen, onder andere acteon. Dit zijn stoffen die het lichaam kunnen verzuren. Omdat de ketonen ook in de urine terecht komen zijn ze gemakkelijk aan te tonen. De aanwezigheid van aceton in de urine kan eenvoudig worden opgespoord met een urinetest en ook via een bloedtest.
Symptomen van hyperglycemie
- vaak plassen
- uitgesproken dorstgevoel
- vermageren
- vermoeidheid
- productie van ketonen door vetverbranding, met volgende symptomen: buikpijn, misselijkheid, braken, sufheid en uiteindelijk coma.
Hypoglycemie
Men spreekt van hypoglycemie wanneer de glycemie lager is dan 60 mg/dl. Een hypo krijgt men wanneer er teveel insuline in het bloed is ten opzichte van de hoeveelheid suiker.
Oorzaken hiervan kunnen zijn: teveel insuline ingespoten, onvoldoende voedselinname, hoger energieverbruik dan gewoonlijk, een te grote alcoholinname zonder gelijktijdig gebruik van koolhydraten.
Een hypoglycemie wordt steeds behandeld door inname van een kleine hoeveelheid glucose, suiker, frisdrank, en wordt bij voorkeur steeds gevolgd door inname van een stuk fruit of een ongesuikerde magere yoghurt met (vers) fruit.