Hoofdstuk 11: de fysieke ontwikkeling in de schooltijd

Question 1

chronische ziekte

Answer 1

een aandoening die lange tijd aanhoudt en waarbij er geen uitzicht is op volledige genezing

Question 2

astma

Answer 2

chronische aandoening die wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen van piepend ademhalen, hoesten en kortademigheid

Question 3

psychosomatische klachten

Answer 3

lichamelijke klachten waarbij de oorzaak niet (alleen) lichamelijk, maar ook psychisch is

Question 4

somatoforme stoornis

Answer 4

een psychische aandoening waarbij een persoon langdurig psychosomatische klachten heeft

Question 5

Visuele beperking

Answer 5

probleem met het gezichtsvermogen, zoals blindheid of slechtziendheid

Question 6

auditieve beperking

Answer 6

probleem met het gehoor, zoals slechthorendheid of doofheid

Question 7

cochleair implantaat (CI)

Answer 7

een hoorapparaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt en geluiden niet harder maakt, zoals een gewoon hoorapparaat, maar het geluid omzet in signalen, die naar de gehoorzenuw worden gestuurd

Question 8

Spraakstoornis

Answer 8

spraak die zozeer van de spraak van anderen afwijkt dat communicatie moeilijk wordt of de spreker onaangepast gedrag gaat vertonen

Question 9

articulatiestoornissen

Answer 9

stoornissen in het spreken, waarbij klanken worden vervormd, vervangen of geheel weggelaten, zoals lispelen, slissen of neusspraak

Question 10

Taalontwikkelingsstoornis (TOS)

Answer 10

stoornis waarbij een afwijkende ontwikkeling van het begrip of de productie van een gesproken, geschreven en/of andere symboolsysteem optreedt

Question 11

stotteren

Answer 11

de meest voorkomende spraakstoornis, waarbij vloeiendheid en het ritme van de spraak aanzienlijk zijn verstoord

Question 12

Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)

Answer 12

een gedragsstoornis, gekenmerkt door gebrek aan aandacht, impulsiviteit en een lage tolerantiedrempel voor frustratie en overbeweeglijkheid

Question 13

passend onderwijs

Answer 13

onderwijsmethode waarbij kinderen met beperkingen zo veel mogelijk worden geïntegreerd in het traditionele onderwijssysteem en waarbij hun daarnaast een breed scala aan alternatieve onderwijsvormen wordt aangeboden

Question 14

full inclusion

Answer 14

de integratie van alle leerlingen, zelfs leerlingen met zeer ernstige handicaps, in reguliere klassen