Histologie Flashcards
Beschrijf de epidermis van het scrotum.
Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel met basale hyperpigmentatie.
Welke structuren bevinden zich in de dermis van het scrotum?
- Haren, talgklieren en zweetklieren
- Elastinevezels en gladde spieren (tunica dartos)
- Septum scrotale = tunica dartos die het scrotum in twee compartimenten verdeelt
Wat is het mediastinum testis?
Een verbreding van de tunica albuginea aan de achterzijde van de testis.
Waaruit bestaan de lobuli testis?
Tubuli seminiferi + losmazig bindweefsel met hierin bloedvaten en zenuwen.
Juist of fout?
De tubuli seminiferi krijgen pas een lumen en actieve Leydigcellen tijdens de prepuberteit.
Juist.
Beschrijf de Sertoli cel.
Een hoge cilindrische cel met een heldere ovale kern en veel GER. Apicaal bevinden zich rijpende spermatozoa met hun flagellen in het lumen.
Wat zijn zonulae occuludentes?
Laterale verbindingen tussen twee naburige cellen net boven de basale membraan van de Sertoli cel die zorgen voor de bloed-testis barrière.
Juist of fout?
Het ABP (androgeen binding proteïne) wordt aangemaakt door de cellen van Leydig.
Fout, ze worden aangemaakt door Sertolicellen.
Beschrijf kort de zes stappen van de spermiogenesis.
- Ontwikkeling acrosoom (< vesikel uit Golgi)
- Acrosoom migreert naar 1 zijde boven de kern en verlengt
- 2 centriolen migreren naar andere zijde van de nucleus en vormen de basale korrel die de basis vormt voor het cytoskelet van de flagel
- Verlenging van de flagel
- Herschikkingen van de mitochondriën rondom de tubulaire structuren
- Kern wordt denser en vlakt af en overtollige cytoplasma met Golgi valt weg
Beschrijf de Leydigcellen.
Epitheloïde cellen met een grote kern, ruim eosinofiel cytoplasma en Reinke kristallen.
Juist of fout?
In de tubuli recti bevinden zich enkel kubische Sertolicellen.
Juist.
Beschrijf de tubuli recti.
De tubuli zijn omgeven door dens bindweefsel, er is geen zaadcelproductie meer en er zijn geen spiercellen aanwezig.
Beschrijf de mucosa van de ductuli efferentes.
Het bestaat uit kubisch epitheel afgewisseld met cilindrisch pseudomeerlagig epitheel.
Ze bevat drie soorten cellen: kubische (secretiegranules), cilindrische (met ciliën) en basale cellen.
Beschrijf, naast de mucosa, de verdere opbouw van de ductuli efferentes.
Ze bevatten een muscularis (gladde spiercellen) voor ritmische contracties en voortstuwen van het sperma. Verder is er ook sterk gevasculariseerd bindweefsel aanwezig.
Beschrijf de mucosa van de epididymis.
Het bestaat uit pseudotweelagig epitheel met stereociliën (trilharen).
Ze bevat twee soorten cellen: cilindrische (niet beweeglijke cilia) voor oppervlaktevergroting en basale cellen.
Beschrijf, naast de mucosa, de verdere opbouw van de epididymis.
Ze bevat een muscularis (gladde spierlaag) die van 1-lagig naar meerlagig gaat een doorlopen in de ductus deferens. Verder is er ook sterk gevasculariseerd losmazig bindweefsel aanwezig.
Juist of fout?
De mucosa van de ductus deferens is gelijkaardig aan die van de epididymis.
Juist.
Beschrijf de muscularis van de ductus deferens.
Ze bestaat uit drie lagen glad spierweefsel: een longitudinale binnenlaag, een circulaire middenlaag en een longitudinale buitenlaag.
Beschrijf de opbouw van de ampulla.
- Mucosa: kubisch epitheel zonder stereociliën
- Muscularis: slechts twee spierlagen (binnenste circulair, buitenste longitudinaal)
Juist of fout?
De adventitia bij de ductus deferens bevat zenuwtakjes.
Juist.
Beschrijf de mucosa van de vesiculae seminales.
Het bestaat uit kubisch secreterend epitheel met een sterk geplooid oppervlak en bevat lipofuscine pigment.
Beschrijf, naast de mucosa, de verdere opbouw van de vesiculae seminales.
Ze bevat een muscularis van twee spierlagen: circulaire binnenlaag en een longitudinale buitenlaag. Verder bevat ze een losmazig, elastisch kapsel.