HC 7 Risicofactoren voor osteoporose en klinisch onderzoek van het skelet Flashcards
1
Q
Osteoporose
A
- Verlaging van botmassa van het gehele skelet en verlies in de onderliggende samenhang van botbalkjes. De kans op fracturen is veel groter
- De Meest voorkomende osteoporotische fracturen zijn in de wervel, heup en pols
- De epidemiologie is 80% vrouw en 20% man
2
Q
Klinische gevolgen van wervelfracturen
A
- Acute en chronische pijn
- Kyfose
- Lengteverlies
- Afname beweeglijkheid (krommer lopen)
- Uitpuilen buik, reflux en andere GE klachten
- Kortademigheid
- Depressie
- Verlies onafhankelijkheid
3
Q
Klinische gevolgen van heupfracturen
A
- Overlijden binnen 1 jaar (door het minder bewegen)
- Permanent invalide
- Niet meer zelf lopen
- Verminderde uitvoering 1 dagelijkse activiteit
- Vooral bij oude mensen zijn er ernstige gevolgen
4
Q
Risicofactoren osteoporose
A
- Leeftijd, geslacht, gewicht, lengte
- Botmineraaldichtheid
- Prevalente fractuur
- Positieve familieanamnese
- Cortisol gebruik
- Immobiliteit
- Vallen
5
Q
Botmasse levensloop
A
- 0-30 jaar: botmassa formatie neemt toe
- 40-dood: Botmassa resorptie neemt toe na de menopauze (51) (dus botverlies waardoor fractuur kans toeneemt)
6
Q
Risicofactor leeftijd
A
- Botverlies
- Vermindering kwaliteit van bot
o Door verhoging botombouwactiviteit
o Verminderde van de onderliggende samenhang van de botbalkjes
o Verandering samenstelling botmatrix - Skelet onafhankelijke factoren
o Vallen
o Reactie op vallen
o Absorptie vallen
7
Q
Risicofactor geslacht
A
- Veel vaker een secundaire factor dan bij vrouwen
- Belangrijkste oorzaken:
o Alcohol
o Corticosteroïden
o Testosteron deficiëntie - Voor mannen is kans dat zij tijdens hun leven een heupfractuur oplopen groter dan kans op prostaatkanker
- Over 20 jaar zijn er net zoveel heupfracturen bij mannen als nu bij vrouwen
- Mannen met polsfractuur hebben een groter risico op nieuwe fracturen
8
Q
Radiologische kenmerken osteoporose
A
- Verminderde botdichtheid
- Dunner worden van de cortex
- Verlies van secundaire trabekels met prominente primaire trabekels
- Fracturen
9
Q
Meting van de botmineraaldichtheid (botdensitometrie)
A
- DEXA (dual energy X-ray absorptiemetrie) (gouden standaard)
o Tijdens een DEXA wordt de lumbale wervels gemeten omdat ze de meeste krachten verwerken in het lichaam
o DEXA scan verplicht bij: boven 50 jaar die fractuur hebben en boven 60 jaar met een hoog risico profiel - CT, MRI, echo: minder gebruikt
- Tijdens de uitslag wordt 1 score gekozen als meting [grammen hydroxypatiet/cm^2 (mineraalcomponent)]
o T-score: afwijking van de meting ten opzichte van de gemiddelde waarde voor jong-
volwassen (in SD’s)
o Z-score: afwijking van de meting ten opzichte van de gemiddelde waarde van mensen met zelfde leeftijd en geslacht (in SD’s)
10
Q
HR-pQCT
A
- Nieuwe techniek
- Beperkte grootte om lichaamsdelen te scannen, kan slechts een deel in
- HR-pQCT geven meer inzicht in trabeculaire en corticale structuren dan DXA en geven mogelijk een betrouwbaarder inzicht in de botsterkte