HC 6 Calcium en fosfaat stofwisseling Flashcards
1
Q
Calcium functie
A
- Signaal activiteiten
- Skelet groei
- Spier activiteit
- Bloed stolling
2
Q
Calcium huishouding
A
- Samenspel van darmen, nieren, bijschildklier en botten
o Bijschildklier: calcium sensing (hormonen: PTH en calcitonine)
o Darmen: calcium en fosfor opname
o Nier: calcium excretie en reabsorptie (hormoon: vitamine D)
o Bot: calcium opslag - Nieren reabsorberen bijna 100% van het calcium. Het grootste deel wordt al opgenomen in het proximale deel
3
Q
Serum calcium
A
- Gebonden aan albumine (inactief)
- Geïoniseerd calcium is actief
4
Q
Parathyroid hormoon (PTH)
A
- PTH receptoren bevinden zich in de nier en bot
- Functie:
o Als calcium niveau te laag dan wordt PTH verhoogd
o Versterkte opname in de nieren van calcium
o Botafbraak stimulatie waardoor calcium vrijkomt in het bloedbaan
5
Q
Hyperparathyreoïdie soorten
A
- Primaire Hyperparathyreoïdie: toegenomen PTH-afgifte op basis van primaire bijschildklier gezwel
- Secundaire Hyperparathyreoïdie: toegenomen PTH-afgifte als gevolg van langdurige hypocalciemie en vitamine D tekort
- Tertiaire Hyperparathyreoïdie: autonome PTH-overproductie in plaats van toegenomen PTH-afgifte in het kader van en secundaire Hypoparathyreoïdie (chronisch)
6
Q
Humorale hypercalcemia van magliniteit
A
- PTHrp (vorm van PTH) wordt geproduceerd door een tumor cel. PTHrp zorgt voor een te hoge calcium spiegel
7
Q
Calcium sensing receptor (CaSR)
A
- Gereguleerd door bijschildklier
- Sensor van calcium concentratie meting door PTH synthese
- CaSR: activatie bij verhoogde calcium –> supressie PTH synthese. Invers bij verlaagde calcium
- Calcitonine (PTH antagonist): Als calcium verhoogd is, dan secretie van calcitonine (opname van calcium uit bloed)
8
Q
Osteomalacia
A
- Vitamine D tekort –> bot aanmaak niet goed (met name geen verkalking) –> incomplete botvorming en buigzame botten