H7 - Groepsprocessen Flashcards
omstandereffect
- hoe groter de groep hoe minder snel men hulp geeft
- verantwoordelijkheid wordt gespreidt, anderen doen ook niets dus waarom jij wel.
- alleen als je als slachtoffer specifiek iemand aanspreekt, jij mevrouw in de rode jas, doet iemand welicht wat.
socialisatieproces indien succesvol verlopen bestaat uit 4 stappen
- voorbereidende stap (mentaal voorbereiden, men zoekt alvast naar overeenkomsten met nieuwe groep)
- categorisatie (daadwerkelijke contact nieuwe groep, ziet de verschillen tussen oude en nieuwe groep, voelt zich nog lid van oude groep)
- compartimentalisatie (geregeld contact, steeds vertrouwder met nieuwe groep, nog niet makkelijk om de sociale identiteiten te combineren)
- integratie (volwaardig groepslid)
succes socialisatie afhankelijk van
- mate waarin nieuwe lid zijn best doet te investeren in relaties met collega’s en chefs en organisatie
- als hij terug krijgt - feedback - dat hij bij de groep krijgt
leiderschapsstijlen
relatiegericht
laag hoog
taakgericht laag delegeren participerend
hoog directief overtuigend
delegeren
taak=laag relatie = laag
- motivatie hoog
- genoeg vakkennis
- genoeg ervaring
- grote bereidheid verantwoordelijkheid te nemen
participerend
taak=laag relatie = hoog
- motivatie toegewijd maar passief
- genoeg vakkennis
- genoeg ervaring
- aarzelen of weigeren verantwoordelijkheid te nemen
directief
taak=hoog relatie = laag
- motivatie laag
- weinig vakkennis
- weinig ervaring
- nemer liever geen verantwoordelijkheid
overtuigend
taak=hoog relatie = hoog
- motivatie redelijk
- weinig vakkennis
- weinig ervaring
- zijn bereidheid verantwoordelijkheid te nemen
welke leiderschapsstijl tonen
- er moet een match zijn tussen leider en ondergeschikten
- wanneer chef directief is en groep juist veel verantwoordelijkheid neemt past het niet
transactioneel en transformationeel leiderschap
transactioneel = gericht op zakelijke uitwisseling
transformationeel = stimuleert, is veel actiever, heeft charisma, geeft goede voorbeeld, inspireert
(vrouwen laten vaker transformationeel zien, voelen beter wat anderen nodig hebben)
OCB
organizational citizenship behavior
- eerder getoond bij transformationeel leiderschap
man of vrouw als leidinggevende
- mensen hebben liever man als leidinggevende
- door de rolcongruentietheorie (onbewust man zien als leider)
- mooie vrouw minder snel als leidinggevende gekozen (te vrouwelijk)
- bij problemen in een groep zoekt men vaak wel een vrouw als leider om problemen op te lossen
- als het kleine oorlog tussen groepen is dan liever man
sociale facilitatie
- het fenomeen dat mensen in het bijzijn van anderen simpele taken beter doen en complexe taken slechter dan als ze alleen zijn
- treedt op als de individuele bijdrage erg zichtbaar is (anderen kijken toe, men wil niet afgaan)
voorkomen social loafing door
- groep niet te groot maken
- projecten niet te lang
- groepsleden elkaar feedback geven over samenwerking
- vermijd dat samenwerking alleen online is
het maakt niet uit of de groepsleden elkaar hebben uitgekozen of bij elkaar gezet zijn
cohesie groep
- sterk
- dan groepsnormen sterkere invloed
- en betere presatie als het werk samenhang vereist
- bij succes zal band groter worden
groepstherapie en cohesie
- bepaalt hoe effectief de therapie is, sterker beter
- 2 delen
- verticale groepscohesie (band van elk lid met therapeut = therapeutische alliantie)
- horizontale groepscohesie (band van elk lid met groep als geheel)
- beste cohesie bereikt bij groepen van 5-9 deelnemers die minimaal 12 sessies samen hebben
soorten beslissingen
- unaniniteitsregel
- meerderheidsregel
meerderheidsregel (beslissing)
nadelen
- niet iedereen voelt zich gebonden aan het besluit
- meerderheid hoeft niet met minderheid te onderhandelen
- door minderheden wordt meerderheidsbeslissing vaak gezien als onrechtbaardiger dan een unanimiteitsbeslissing
unaniniteitsregel
nadelen
- kost veel tijd
- groepsleden kunnen zich psychologisch gevangen voelden door de beslissing, mocht later blijken dat situatie is verandert of andere beslissing toch beter is
- moeilijker om later vanaf te wijken, ‘zonde’ van gedane investering
- werken groupthink in de hand
groupthink
- het streven naar unanimiteit en consencus binnen de groep is belangrijker dan zoeken naar beste oplossing
- er ontstaat tunnelvisie
- afwijkende meningen worden afgedaan als slecht of onzin, geen ruimte voor discussie
- druk tot conformeren is groot
groupthink leidt bijna altijd tot slechtere beslissingen
ontstaan groupthink
- bij sterke groepscohesie plus gebreken in de organisatie van de groep
- bv alleen gelijkgestemden bij elkaar gezet
- bv groep functioneert geïsoleert van andere groepen
- vaak ook stressvolle situatie, bedreiging of tegenvaller gehad
groupthink komt vooral voor bij
- terroristische organisaties
- sektes
groupthink verkomen of verminderen door
- sterkere gerichtheid op het doel of groepstaak (dat moet centraal staan niet sfeer in de groep)
- niet uit de weg gaan van meningsverschillen, conflicten
- gestimuleerd wordenom na te denken over andere mogelijkheden dan gebaande paden
- bv stel externe expert aan bij beslissingen
- bv neem leider die openstaat voor verschillende standpunten
- bv aantrekken nieuwe groepsleden die anders denken
groepspolarisatie
- komt vooral bij groepen met unanimiteitsregel
- als de groepsbeslissing extremer is dan de gemiddelde individuele standpunten leden vóór dediscussie
- risky shift of conservative shift
- leidt niet zoals groupthink altijd tot slechtere beslissingen, zelfs betere beslissingen soms