H5 pt 3 Flashcards
Of een neurotransmitter een exciterend (EPSP) of inhiberend (IPSP) effect heeft hangt af van de postsynaptische receptor. Maar over het algemeen zijn … exciterend en … inhiberend.
DA(Dopamine)
NE(Norepinephrine)
GABA
EP(Epinephrine)
Glutamaat)
Exciterend: DA, NE, EP en Glutamaat
Inhiberend: GABA
De … (ionotrope/metabotrope) receptoren zijn de snelwerkende.
Ionotrope.
Ionotrope receptoren =
Snel en directe receptoren, kortdurend ~1ms
Lingandafhankelijke poorten: dus openen wanneer bepaalde neurotransmitter bindt.
- Bindingsplaats voor neurotransmitter + ionenkanaal.
Wanneer de neurotransmitter bindt, opent de receptor zelf een ionkanaal, waardoor ionen (zoals Na⁺, K⁺ of Cl⁻) de cel in of uit kunnen stromen. - Direct effect: snelle fluctuaties membraanpotentiaal. Dit verandert snel de elektrische lading van de neuron en geeft een kortdurend, snel effect.
- Kunnen actiepotentiaal triggeren
Metabotrope receptoren:
Traag en indirecte receptor, geen ionenkanaal. (honderden ms). Cascade effect
Wanneer de neurotransmitter bindt, activeert de receptor een G-eiwit, dat vervolgens nabijgelegen ionenkanalen activeert.
o Of binen aan enzym, dat een andere chemische stof activeerd wat kan leiden tot cascade effect.
- B.v. peptidetransmitters
Informatie die geleidelijk verspreid moet worden over het zenuwstelsel zal gaan via … (ionotrope/metabotrope) receptoren.
Metabotrope.
Acetylcholine wordt vooral gebruikt door het … zenuwstelsel.
Somatische (spieren), opgevangen door acetylcholine receptoren en nicotinic acetylcholine receptor nAChr (laatste bindt ook met nicotine)
Rest and digest wordt geregeld door het … zenuwstelsel.
Parasympatische, deel van het autonome. Dit gebruikt acetylcholine pre+postganglionair
Het … (parasympathsiche/ sympathisce) zenuwstelsel gebruikt alleen acetylcholine.
Parasympathische.
De stof … remt de hartslag maar stimuleert de spijsvertering.
Acetylcholine
Excitatie of inhibitie wordt niet bepaald door de neurotransmitter zelf, maar de receptor.
De fight or flight response wordt geregeld door het … zenuwstelsel.
Sympatische, deel van het autonome.
Excitatie of inhibitie wordt niet bepaald door de neurotransmitter zelf. De stof … exciteert de hartslag maar inhibeert de spijsvertering.
Norepinephrine
(Acetylcholine doet het tegenovergestelde)
Lage niveaus van … leidt tot een ‘verminderd bewustzijn’, zoals bij Alzheimer.
Acetylcholine.
Cholinerg systeem
CZS systeem voor acetylcholine af.
- Nucleus basalis van Meynert scheidt Acetylcholine af
Effect op waakzaamheid, aandacht, geheugen. Mensen met Alzheimer hebben hier verlaagde niveaus van.
De nucleus basalis van Meynert geeft de neurotransmitter … af
Acetylcholine.
De basale ganglia slaan de neurotransmitter … op
Dopamine. Deel van het Dopaminerg systeem.
Dopamine wordt geproduceerd door de Substantia Nigri, en naar de Basale Ganglia gestuurd.
Nigrostriatale circuit (Dopamine):
Pad van dopamine betrokken bij motoriek.
Mensen met Parkinson hebben hier minder dopamine. Verlies van DA is hier geassocieerd met problematiek bij spieren.
Mesolimbische circuit (Dopamine):
Pad van dopamine betrokken bij beloning.
Dopamine zorgt voor de herhaling van gedragingen. Toename van DA is geassocieerd met schizofrenie, en afname van DA is geassocieerd met ADHD.
ADHD heeft te maken met een afname van dopamine in het … (nigrostriatiale/mesolimbische) circuit in het dopaminergische systeem.
Mesolimbische.
Schizofrenie heeft te maken met een overschot van dopamine in het … (nigrostriatiale/mesolimbische) circuit in het dopaminergische systeem.
Mesolimbische.
De Locus Coeruleus is rijk aan de neurotransmitter …
Noradrenaline (norepinephrine)
Overmatige hoeveelheden noradrenaline in het Locus Coeruleus is geassocieerd met …
Manie
Het gebrek van noradrenaline in het Locus Coeruleus is geassocieerd met…
Depressie, ADHD
Noradrenaline is belangrijk voor …
Het behouden van stemming (emotionele toon)
Schizofrenie heeft te maken met de neurotransmitters … en …
Dopamine en Serotonine. Overschot dopamine en overschot serotonine.
De Raphé Nuclei Kernen zijn rijk aan de neurotransmitter …
Serotonine.
Een overschot van … kan leiden tot hallucinaties.
Serotonine.
Neurale plasticiteit wordt mogelijk gemaakt door … Chemische/Elektrische synapsen.
Chemische synapsen. Ze kunnen namelijk van vorm veranderen over tijd, wat een voorwaarde is voor leren.
Elektrische synapsen (gap junctions): functies
maken uitwisseling van voedingsstoffen tussen gliacellen en neuronen mogelijk.
Kunnen clusters van neuronen synchroon laten ‘vuren’. Ionen kunnen in beide richtingen stromen in gap junctions. Gap junctions maken elektrische synapsen dus mogelijk
Zijn elektrische of chemische snyapsen sneller?
Elektrische (5ms sneller)
Habituatie:
Vorm van leren, neurale plasticiteit. Gewenning (achtergrondruis negeren)
- Verminderde respons na herhaaldelijk aanbieden van stimulus
Wat gebeurt er met calciumkanalen bij habituatie?
Spanningsafhankelijke calcium kanalen worden minder sensitief voor spanningsfluctuaties
= Verminderde Ca2+ influx, waardoor minder neurotransmitters afgegeven worden.
Habituatie leidt tot … (meer/minder) excitatie.
Minder
EPSPs worden kleiner omdat minder neurotransmitter beschikbaar is in de synaptische spleet.
= Minder snel depolarisatie van postsynaptische membraan.
Sensitisatie:
vorm van leren, neurale plasticiteit. Gelinkt aan PTSS. Tegenovergestelde van habituatie.
Wat gebeurt er met de kaliumkanalen bij sensitisatie?
Serotonine afgifte door interneuron maakt kaliumkanalen minder responsief.
= Vermindering K+ efflux.
= Langere actiepotentiaal.
Wat gebeurt er met de calciumkanalen bij sensitisatie?
Verhoogde Ca2+ influx
= Meer neurotransmitter afgifte.
Sensitisatie leidt tot (meer/minder) neurotransmitters beschikbaar in de synaptische spleet.
Dit leidt tot … (grotere/kleinere) EPSPs en … (sneller/minder snelle) depolarisatie van het postsynaptische membraan.
Meer.
EPSPs worden groter
& Sneller depolarisatie van postsynaptisch membraan.
Habituatie leidt tot (meer/minder) neurotransmitters beschikbaar in de synaptische spleet.
Dit leidt tot … (grotere/kleinere) EPSPs en … (sneller/minder snelle) depolarisatie van het postsynaptische membraan.
Minder.
EPSPs worden kleiner
& Minder snel depolarisatie van postsynaptische membraan.
Wanneer een neuron gehabitueerd is, zullen er … (minder/meer/evenveel) verbindingen zijn tussen de motorische neuron en het sensorische neuron.
Minder. Je bent nu minder gevoelig voor de prikkel
Wanneer een neuron gesentisiseerd is, zullen er … (minder/meer/evenveel) verbindingen zijn tussen de motorische neuron en het sensorische neuron.
Meer. Je bent nu gevoeliger voor de prikkel
Lingandafhankelijke poorten:
openen wanneer bepaalde neurotransmitter bindt.
De … receptoren krijgen een soort cascade effect waarbij een klein stofje een groot effect teweegbrengt.
Metabotrope
Ionotrope
Metabotrope
acetylcholine stroomt ongeveer vanaf de … naar …
nuclei middenhersenen
Het nigrostriatale circuit van dopamine stroomt …
van substantia nigra richting midden brein (caudate nucleus)
Het mesolimbische circuit van dopamine stroomt …
Van ventraal tegmentum naar basale ganglia/ cerebellum en frontaalkwab
Noradrenerg systeem regelt de neurotransmitter …
Norepinephrine
Functie norepinephrine
Emotionele toon.
Te veel = Manie
Te weinig = Depressie, ADHD
Noradrenerg systeem stroming…
Van de Locus Coeruleus (hersenstam) naar thalamus, cerebellum en cortex
Serotonerg systeem regelt de neurotransmitter …
Serotonine
Serotonerg systeem stroming
Van Raphé Nuclei naar rest van brein
Een … van serotonine kan leiden tot schizofrenie
overschot/tekort
Overschot.
Tekort serotonine leidt tot depressie, OCD, slaap apneu