H3 pt 2 Flashcards
Celmembraan ((zenuw)cel) functie
Membraan rond de cel wat semipermeabel is. Scheidt intracellulaire van extracellulaire vloeistof
Nucleus ((zenuw)cel)
Celkern
Nucleair membraan ((zenuw)cel)
Membraan rond de celkern
Endoplasmatisch reticulum ((zenuw)cel)
Verzamelplaats van de cel.
Lagen membraan waar eiwit verzameld wordt. Sporadisch rond celkern
Golgi lichamen ((zenuw)cel)
Postcenter van de cel.
Verpakken eiwit en voorzien ze van
‘adres/postzegel’.
Microtubuli ((zenuw)cel)
Transportnetwerk van de cel. Transporteren moleculen, gelegen richting axon
Celmembraan dikte
8nM
Het celmembraan bestaat uit een kop … en een staart …
Kop = fosfaat, deze is hydrofiel. Bindt dus aan water.
Staart = vetzuur, deze is lipide. Bindt dus niet aan water
Kanalen op het celmembraan beschrijving
Eiwitten die specifieke ionen doorlaten
Poort op het celmembraan beschrijving
Eiwitten die specifieke ionen doorlaten als de poort open is.
Pomp op celmembraan beschrijving
Eiwitten die actief transport regelen, dus pompen.
De … (kanalen/poort/pomp) op het celmembraan zijn de enige vorm van actief transport van ionen.
Pomp
Een nucleus is omgeven door een …
Nucleair membraan
Binnen een nucleus zijn …
Chromosomen.
Elk gen is een segment van …
DNA streng
Allel beschrijving
Stukjes van chromosomen die een gen coderen. Deze kunnen dominant of recessief zijn
Wet van Mendel: wat is het en wat zijn de wetten?
Beschrijft de kans van overerving op basis van de allelen van de ouders.
Je hebt 3 typen dragers:
- Normal: draagt het gen niet
- Normal carrier: draagt recessief gen
- Carrier: draagt dominant gen
Homozygoot (DNA)
DNA-sequenties die gelijk zijn op beide allelen
Heterozygoot (DNA)
DNA-sequenties die verschillend zijn tussen de 2 allelen
Wild-type allel
Gevarieerd DNA, meest voorkomende type.
Mutaties allelen resultaat
Doen meestal niets, maar kunnen in zeldzame gevallen ook nadelig of voordelig zijn.
Sikkelcelziekte, taaislijmziekte, SNP zijn voorbeelden van …
Allel mutaties.
Elke nucleus bevat … chromosoomparen (?)
23
De gematchte paren van chromosomen vormen paren …. Deze bepalen …
1 - 22
Bepalen fysieke kenmerken en gedragsfuncties, zoals haarkleur en intelligentie.
De geslachtshormonen zijn paren …
XX = vrouw
XY = man
Zijn genetische afwijkingen van chromosomen altijd erfelijk?
Niet per se.
Syndroom van down en Trisomie zijn het resultaat van …
Genetische afwijkingen van chromosomen
… zijn de blauwdruk voor eiwitsynthese (alle eiwitten die we aanmaken) in het endoplasmatisch reticulum.
Genen
De sequentie van basen in een gen codeert in welke vorm … verzameld worden en aan elkaar geplakt moeten worden om een specifiek eiwit te vormen.
Aminozuren
Dit zijn de bouwstenen van eiwitten. Een aminozuur is een klein molecuul met een aminogroep (-NH₂) en een carboxylgroep (-COOH).
Volgorde klein naar grot
Aminozuren
Eiwitten
Basen
Peptiden
Cellen
- Basen
- Aminozuren
- Peptiden
- Eiwitten
- Cellen
Aminozuren worden gecodeerd in DNA-sequenties van 3 nucleotide basen genaamd … en getranscribeerd op mRNA
Codons.
DNA bevat basenparen die in groepen van drie (= codons) worden gelezen.
Tijdens transcriptie wordt DNA omgezet in mRNA.
De codons in mRNA specificeren welk aminozuur wordt toegevoegd tijdens translatie in de ribosomen.
Aminozuren zijn verbonden met elkaar door …
Peptideverbindingen
Ketens van aminozuren heten …
(Poly)peptiden
Lange peptideketens met een specifieke vorm heten …
Eiwitten
Kans op Huntington met 2 carriers? (Dominant)
3/4 kans op overerving
Kans op Tay-Sachs met 2 normal-carriers? (recessief)
En met 1?
Bij recessieve genen heb je 2 dragers nodig om het over te erven.
1 Normal Carrier:
2/4 = Normal-carrier
2/4 = Normal
2 Normal Carriers:
1/4 = Tay-Sachs
2/4 = Normal-carrier
1/4 = Normal
Kans op Huntington met 1 carrier? (Dominant)
Dominante genen erven al over met 1 carrier.
2/4 Huntington’s
2/4 Normal-carrier
Beschrijf individueel (staan op volgorde klein naar groot)
Basen → Aminozuren → Peptiden → Eiwitten → Cellen
Basen → Dit zijn de bouwstenen van DNA en RNA (A, T, C, G in DNA; A, U, C, G in RNA).
Aminozuren → Dit zijn de bouwstenen van eiwitten. Een aminozuur is een klein molecuul met een aminogroep (-NH₂) en een carboxylgroep (-COOH).
Peptiden → Dit zijn korte ketens van aminozuren die door peptidebindingen aan elkaar gekoppeld zijn.
Eiwitten → Dit zijn lange, functionele ketens van aminozuren (polypeptiden) die een specifieke structuur en functie hebben.
Cellen → Dit zijn de kleinste functionele eenheden van leven, opgebouwd uit veel verschillende moleculen, waaronder eiwitten.
Cranial en Spinal nerves zijn onderdeel van het … zenuwstelsel.
Somatisch