H11 pt 2 Flashcards

1
Q

De … (lateralis/ventralis) van de Piramidebaan (tractus corticospinalis) is contralateraal, en de andere ipsilateraal.

A
  1. Lateralis: Contralateraal. Eindigt in Laterale zijde van Contralaterale anterieure hoorn
  2. Ventralis: Ipsilateraal. Eindigt Mediale zijde van ipsilaterale anterieure hoorn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

90% van de vezels zijn … (ventralis/lateralis) van de corticospinalis lateralis (piramidebaan).

A

Lateralis. Distale spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als je de vlinderstructuur van het ruggenmerg dorsaal bekijkt, is de ventrale hoorn ….

A

Onderaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als je moeite hebt met het bewegen van je distale spieren (vingers en tenen), kan dit komen door een laesie in het ruggenmerg bij …
1. Tractus Corticospinalis Ventralis
2. Tractus Corticospinalis Lateralis
3. Vestibulocochleair
4. Thalamus

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Als je moeite hebt met het bewegen van je proximale spieren (houding, balans en romp), kan dit komen door een laesie in het ruggenmerg bij …
1. Tractus Corticospinalis Ventralis
2. Tractus Corticospinalis Lateralis
3. Vestibulocochleair
4. Thalamus

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De Tractus Corticospinalis in de anterieure hoorn verbonden met …
1. Interneuronen
2. Motorneuronen
3. Spiervezels

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het centrale kanaal van het ruggenmerg is gevuld met …

A

Cerebrospinale vloeistof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De vlindervormige structuur gevormd door neuronen bestaat uit …

A

Grijze stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De tractus corticospinalis Lateralis verbindt vooral met … (laterale/mediale) interneuronen en motorneuronen.

A

Laterale. Kruist. Ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De tractus corticospinalis Ventralis verbindt vooral met … (laterale/mediale) interneuronen en motorneuronen.

A

Mediale. Kruist niet. Romp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De neurotransmitter die bindt bij de motorische eindplaat en daardoor een influx aan ionen op gang brengt, is …

A

Acetylcholine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neuromusculaire synaps of ‘junctie’:

A

de (efferente) verbinding tussen motorneuronen vanuit het ruggenmerg en spiervezels.

Dit bevat de motorische eindplaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Extensor en Flexor:

A

Spieren van ledematen zijn georganiseerd in opponente paren. Extensors = strekken, flexors = heffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Samenwerking van spieren wordt geregeld door …

A

Verbindingen tussen interneuronen en motorneuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke kern van de Basale Ganglia is de handrem voor motoriek en kan door DBS helpen bij Parkinson?

A

Globus Pallidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hypokinesie:

A

te weinig Kracht, gebrek aan beweging. V.b. Parkinson (Substantia nigra).

17
Q

Hyperkinesie:

A

te veel kracht, excessieve beweging. V.b. Huntingtons (Nucleus Caudatus & Putamen).

18
Q

Cerebellum functie:

A

voornamelijk timing/accuratesse van beweging. Kritisch voor aanleren en uitvoeren van motor skills.

19
Q

Het Cerebellum heeft een … organisatie.

A

Somatotopische organisatie: spatiële codering waar elk lichaamsdeel een plek in het Cerebellum heeft.

20
Q

Als je moeite hebt met het initiëren van oogbewegingen of balans, is dit waarschijnlijk een probleem met het … deel van het Cerebellum.
1. Basis
2. Mediaal
3. Lateraal

21
Q

Als je moeite hebt met het initiëren van gezichtsbewegingen of rompbewegingen, is dit waarschijnlijk een probleem met het … deel van het Cerebellum.
1. Basis
2. Mediaal
3. Lateraal

22
Q

Als je moeite hebt met het initiëren van ledematen, handen of vingers, is dit waarschijnlijk een probleem met het … deel van het Cerebellum.
1. Basis
2. Mediaal
3. Lateraal

23
Q

Als je moeite hebt met het vangen van een bal die iemand gooit, dan heb je waarschijnlijk last van het breindeel …

A

Cerebellum.

24
Q

Prisma-bril experimenten helpen om de functie van het cerebellum in kaart te brengen. Leg uit.

A

Subjecten gooien eerst met darts zonder bril en meten de baseline. Daarna met een prismabril die hun zicht divergeert, waarna ze wennen en geleidelijk dichterbij hun baseline (zonder bril) komen. Echter, wanneer het cerebellum beschadigd is wordt de vaardigheid niet beter met de bril op. Dit komt omdat het cerebellum verantwoordelijk is voor het aanpassen van de motoriek.

25
Q

Intentie, actie, feedback model Cerebellum:

A

Het cerebellum houdt bij of het commando het gewenste resultaat bereikt en maakt aanpassingen aan de beweging voor betere accuraatheid.

Het vergelijkt de beoogde actie met de daadwerkelijk uitgevoerde actie, berekend met eventuele ‘error’/discrepantie en informeert de motorische cortex over hoe de beweging gecorrigeerd moet worden.

26
Q

Laag IV van de motorische cortex is …

A

Sensorische input (afferent)

27
Q

Laag 1 en 2 van de motorische cortex zijn …

A

Integratieve functies

28
Q

Laag V van de motorische cortex is …

A

Output naar brein (efferent). Tractus corticospinalis.

29
Q

Vestibulaire system functie, locatie, anatomie

A

balans & evenwicht.

In het Middenoor. Betrokken bij motorfuncties die onze lichaamsbalans hanteren.

Bestaat uit 2 groepen receptoren:
1) halfcirkelvormige kanalen (booggangen) en
2) otolieten.

30
Q

Halfcirkelvormige kanalen:

A

Detecteert veranderingen in hoofdbeweging en oriëntatie van het hoofd. (details geen leerstof) Bevatten vestibulaire haarcellen en kanalen gevuld met endolymphe. Hoofdbewegingen bewegen de vloeistof waardoor trilharen buigen, wat actiepotentialen genereert.

31
Q

Otolieten:

A

Detecteert oriëntatie van lichaam, richting en acceleratie (statolietorgaan). Detecteert hoe snel je verplaatst zoals b.v. in de auto. (detials geen leerstof) Gevuld met gelei-achtige substantie met calciumcarbonaat. Kantelen van hoofd drukt de gelei tegen haarcellen.

32
Q

De Otolieten en de Halfcirkelvormige kanalen worden … gecodeert.

A

Temporeel, net zoals amplitude.

33
Q

Door de temporele codering van je halfcirkelvormige kanalen, hangt de hoeveelheid actiepotentialen af van …

A

Hoe snel je hoofd beweegt.