H11 pt 3 Flashcards

1
Q

Somatosensorisch systeem:

A

Afferent sensorisch systeem dat door het hele lichaam gedistribueerd is, niet gelokaliseerd. Alles wat je voelt buiten/binnen.

Bestaat uit
1. Nociceptie
2. Hapsis
3. Proprioceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neuronen van het Somatosensorisch systeem projecteren vanuit de huid naar de … hoorn van het ruggenmerg.

A

Posterieure.

Dendrieten –> Soma in grensstreng –> Dorsale spinale ganglia ruggenmerg —> Axonen eindigen in posterieure hoorn van het ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf

  1. Nociceptie
  2. Hapsis
  3. Proprioceptie
A
  1. Nociceptie: pijn, temperatuur of jeuk
  2. Hapsis: druk en aanraking
  3. Proprioceptie: perceptie van lichaamslocatie en beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het somatosensorisch systeem (Nociceptie, Hapsis en Proprioceptie) heeft 2 soorten receptoren. Beschrijf

A
  1. Snel adapterende receptoren: informatie over stimulus Onset en Offset. activeren neuronen wanneer stimulatie begint en eindigt.
  2. Langzaam adapterende receptoren: Registreren of stimulus nogsteeds voortduurt. Activeren neuronen zolang stimulatie aanwezig is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neuronen van het Somatosensorische systeem gaan via … naar het … in …, via de … het ruggenmerg in en via de … wat eindigt in de … van het ruggenmerg.

A

Neuronen van het Somatosensorische systeem gaan via Dendrieten naar de Soma in de Grensstreng, via de Dorsale Spinale Ganglia het ruggenmerg in en via de Axonen wie eindigen in de Posterieure Hoorn van het ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De axonen van somatosensorische neuronen eindigen in de … hoorn van het ruggenmerg.

A

Posterieure hoorn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Axonen van de dorsale spinale ganglia variëren in dikte en myelinisatie. Beschrijf.

A

Zowel de categorieën (hapsis ,nociceptie, proprioceptie) variëren in dikte en myelinisatie, en ook de onderliggende dingen daaronder.

Hierdoor voelen bepaalde sensaties sneller dan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tractus Spinothalamicus Dorsalis (Posterieur):

A

Regelt Hapsis en Proprioceptie.

o Ruggenmerg binnen
o Via Dorsale kolom naar Hersenstam
o Kruist in Hersenstam (contralateraal)
o Via Mediale Lemniscus naar Ventrolaterale Thalamus in S1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tractus Spinothalamicus Ventralis (Anterieur):

A

Regelt Nociceptie.

o Ruggenmerg binnen
o Kruist in ruggenmerg naar Contralaterale Anterieure Ruggenmerg
o Via Mediale Lemniscus naar Ventrolaterale Thalamus in S1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Monosynaptische reflex:

A

Reflex waarbij de cortex niet betrokken is.

  1. Kniepeesreflex: aantikkel patellapees rekt quads uit. Rek-gevoelige receptoren projecteren naar motorneuron om weer samen te trekken.
  2. terugtrekken heet/koud object en daarna pas weten of het warm of koud was door de cortex.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Multi-synaptische reflexen zijn verantwoordelijk voor …

A

Meer complexe ruggenmergreflexen betrokken bij b.v. staan en lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pain Gating Theory:

A

verklaring voor waarom wrijven scherpe pijn vermindert.

Ook verklaring voor pins en needles van slapend ledemaat.

Interneuronen zorgen dat bij activiteit van het ene pad de andere wordt geïnhibeerd. Ongemyeliniseerde axonen intact, maar gemyeliniseerde axonen uitgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interneuronen gebruiken endogene opioïden als … neurotransmitter (pain gating theory).

A

Inhiberende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pijn is een zeer gecompliceerd onderwerp waarbij tal van invloeden een rol spelen, waaronder:

A

neurotransmissie, hormonen, opwinding, emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pijninformatie gaat naar de … cortex.

A

Somatosensorische. Bestaat uit S1 en S2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Somatosensorische cortex representatie:

A

Somatotopische representatie in de S1 is georganiseerd in corticale mappen, net zoals visuele systeem.

S2 ontvangt sensorische informatie vanuit S1, en S1 vanuit het lichaam. Spatiële codering van soorten pijn.

o S1: Pariëtaal gebied 3, 1 en 2.
o S2: Pariëtaal gebied 5 en 7.

17
Q

De grootte van het receptieve veld van de somatosensorische cortex neemt … (toe/af) naarmate je verder gaat (3a,3b naar 1 naar 2).

18
Q

Unilaterale laesies aan de … produceren globale, somatosensorische verschijnselen aan de CONTRALATERALE zijde.

A

Hersenstam, Thalamus en Cortex.

19
Q

Unilaterale laesies aan de Hersenstam, Thalamus en Cortex produceren globale, somatosensorische verschijnselen aan de … zijde.

A

Contralaterale. Dus schade hier leidt vooral tot problemen aan de andere zijde.

20
Q

Unilaterale laesies aan de Hersenstam, Thalamus en Cortex produceren … verschijnselen aan de Contralaterale zijde.

A

Globale, somatosensorische

21
Q

Unilaterlae laesies in de Dorsale Spinale Ganglia produceren globale, somatosensorische uitvalsverschijnselen in een specifiek deel van het lichaam (dermatoom) aan de … zijde.

A

Ipsilaterale. Dus schade aan Dorsale Spinale Ganglia veroorzaakt vooral problemen aan dezelfde kant.

22
Q

Unilaterlae laesies in de … produceren globale, somatosensorische uitvalsverschijnselen in een specifiek deel van het lichaam (dermatoom) aan de Ipsilaterale zijde.

A

Dorsale Spinale Ganglia

23
Q

Unilaterlae laesies in de Dorsale Spinale Ganglia produceren … in een specifiek deel van het lichaam (dermatoom) aan de Ipsilaterale zijde.

A

Globale, somatosensorische uitvalsverschijnselen

24
Q

Unilaterale laesies in het ruggenmerg leiden tot verlies van ipsilateraal … en/of contralateraal …

A

Voor beide vanaf het punt van de laesie naar beneden:

  1. Ipsilateraal verlies van Hapsis en Proprioceptie (kruisen in hersenstam)
  2. Contralateraal verlies van Nociceptie (kruist in ruggenmerg)
25
Q

Unilaterale laesies in het ruggenmerg leiden tot … (Ipsilateraal/contralateraal) verlies Hapsis en Proprioceptie.

A

Ipsilateraal. Kruisen in hersenstam.

26
Q

Unilaterale laesies in het ruggenmerg leiden tot … (Ipsilateraal/contralateraal) verlies Nociceptie.

A

Contralateraal. Nociceptie. Kruist in het ruggenmerg

27
Q

Als een patiënt verlies van pijn heeft aan de rechterhand, dan zijn de laesies in de ruggenmerg …

A

aan de linkerkant.

28
Q

Stimulatie van de … in het tegmentum kan pijnperceptie onderdrukken. (Pan gate).

A

Periaqueductale grijze massa.

29
Q

De tractus spinothalamicus Ventralis voegt zich bij de …. in hersenstam, daarna door naar thalamus.

A

Mediale lemniscus

30
Q

De Tractus Spinothalamicus (Dorsalis/Ventralis) kruist in de hersenstam.

31
Q

De Tractus Spinothalamicus (Dorsalis/Ventralis) kruist in het ruggenmerg.

A

Ventralis.

32
Q

Alle somatosensorishce tracten gaan uiteindelijk naar de cortex via de …

33
Q

Schade aan de linkerzijde van het ruggenmerg kan leiden tot:

  1. verlies van pijn aan de rechterzijde, verlies van temperatuur aan de linkerzijde
  2. verlies van pijn en temperatuur aan de linkerzijde
  3. verlies van pijn aan de linkerzijde, verlies van temperatuur aan de rechterzijde
  4. verlies van pijn en temperatuur aan de rechterzijde
A

4

Hapsis en proprioceptie:
Blijven ipsilateraal tot de Medulla

Nociceptie (pijn/temperatuur):
Kruisen vrijwel meteen in het ruggenmerg en stijgen dan contralateraal op.

34
Q

Het posterieure deel van de hypofyse (posterior pituitary gland) geeft hormonen af aan de bloedbaan die het:

1 zelf aanmaakt onder invloed van hormonen van de anterieure hypofyse
2 zelf aanmaakt onder invloed van hormonen van de hypothalamus
3 ontvangt van de anterieure hypofyse
4. ontvangt van de hypothalamus