H1 Flashcards

1
Q

EQ Encefalisatiequotiënt =

A

gewicht brein gedeeld door verwacht hersengewicht op basis van lichaamsgewicht. Homo Sapiens heeft hoogste EQ, ofwel het grootste brein in verhouding tot het lichaamsgewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedragsdefinitie Hersenen&G:

A

elke vorm van observeerbare actie of reactie van organisme in reactie op externe of interne prikkels (stimuli)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het brein is een orgaan, bestaand uit zenuwweefsel met zenuwcellen

A

Yes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neuronen/gliacellen zijn..

A

Zenuwcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leefwijze als verklaring voor groot brein 3 factoren

A
  1. Complexe voeding eten (b.v. fruit, niet gras)
  2. Vuur om te koken (voorverteren) - meer tijd voor sociale interactie
  3. Sociale groepsgrootte (~150) jager-verzamelaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Efficiënte koeling als verklaring voor groot brein =

A
  1. Brein werkt beter als het goed gekoeld wordt. Bloedcirculatie in brein werkt als koelsysteem, waardoor brein hoog metabolisme heeft.
  2. Brein gebruikt 2% van ons lichaamsgewicht, 25% zuurstof, 70% glucose.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neotenie als verklaring voor groot brein =

A

Neotenie is een proces waarbij kenmerken van een juveniel stadium van een soort behouden blijven in het volwassen stadium. Dit fenomeen speelt een belangrijke rol in de verklaring van de ontwikkeling van het grote en complexe brein bij de mens.

  1. Ergens in evolutie zijn bepaalde eigenschappen blijven hangen. Vertraagde ontwikkeling (ten opzichte van eerdere soorten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bedoeld met Neotenie?

  1. Het verschijnsel waarbij juveniele eigenschappen van voorouders zich vertraagd ontwikkeling in nakomelingen en daardoor behouden blijven in het volwassen stadium.
  2. Het fenomeen dat dieren die hoger op de fylogenetische ladder staan meer cognitieve vermogens hebben dan lagere diersoorten.
  3. Het feit dat de moderne mens een relatief jonge diersoort is.
A

Correct = 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Intelligentie draait waarschijnlijk om het aantal verbindingen tussen verschillende hersengebieden. Dus niet alleen de brainpower, maar ook de verbinding.

A

Yes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is een groter brein een beter brein?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zegt het EQ (encefalisatiequotiënt) iets over intelligentie?

A

Nee, want groter brein =/= intelligenter, en een heel groot dier kan een heel groot brein hebben dat kleiner is in verhouding. Ook kan slechte koeling leiden tot minder efficiëntie van een groot brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In ~4 miljoen jaar is het hersengewicht ten opzichte van het lichaamsgewicht…

  1. Gehalveerd
  2. hetzelfde gebleven
    3.verdrievoudigd
  3. verdubbeld.
A
  1. Verdrievoudigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De hersenmassa van onze voorouders was … Lichter/Zwaarder dan die van de mens.

A

Lichter, de massa is toegenomen. (0,4 tot 1,48 kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is “gedrag bestaat uit patronen in de tijd” een niet ideale definitie?

A

Omdat andere dingen, zoals bewegingen, spraak, houding en blozen ook in deze definitie passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe… complexer/simpeler het zenuwstelsel, hoe groter het gedragsrepertoire en invloed van leren op gedrag, dus niet alleen aangeboren gedrag.

A

Complexer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De meeste vormen van gedrag bestaan uit..

A

Een mix van aangeboren en aangeleerde re-acties, zoals zuigreflex dat beïnvloed wordt door cultuur en leren op latere leeftijd.