Geneeskunde 1C2 HC week 1 - 9-5 Flashcards
Wat is het intermediair metabolisme?
Alle reacties die betrokken zijn bij het opslaan van energie en gebruik van deze energie bij cellulaire processen
- Hormonen spelen een belangrijke rol
Hoe is de gewicht- en energieverdeling van koolhydraten, vetten en eiwitten in het lichaam?
Bij een persoon van 70 kg van grootste naar kleinste energiebron:
- Vet: 12 kg = 108.000 kcal
- Eiwit (spiermassa): 6 kg = 24.000 kcal
- Koolhydraten: 1200 kcal in spieren + 400 kcal in lever
Op een dag heb je dus te weinig aan alleen koolhydraten
Waar gaan de glucose, aminozuren en lipides heen als ze worden opgenomen in de darmen?
- Glucose: gebruikt voor hersenfunctie, ery’s en spierfunctie, alles wat over is wordt opgeslagen als glycogeen in de lever en spieren of als triglyceriden in vetweefsel
- Aminozuren: worden direct voor eiwitsynthese gebruikt omdat het lichaam ze niet in een bepaald molecuul kan opslaan
- Lipides: worden opgeslagen in spieren en vetweefsel
Wanneer is er sprake van een anabole toestand en welke reacties vinden dan plaats?
Direct na de maaltijd, er is dan een opslag van energievoorraden (glycogeen en vet)
- Lean body mass neemt toe
Zie de reacties in de afbeelding
Wanneer is er sprake van een katabole toestand en welke reacties vinden dan plaats?
Effect van de maaltijd is uitgewerkt en het lichaam moet het metabolisme voor andere bronnen gebruiken, energie wordt hier vrijgemaakt uit energievoorraden
- Vetmassa en lean body mass nemen af
- In de vetzuren ook ketogenese waardoor ketonen ontstaan
Zie de reacties in de afbeelding
- Voor gluconeogenese is ook glycerol nodig
Wat doet insuline in het metabolisme?
Belangrijkste anabole hormoon
- Instandhouding energievoorraad en herstel lean tisseu
- Gemaakt door pancreas en werkt op weefsels erbuiten
Functies:
- Stimulatie van anabole processen: glucose opname in vet- en spierweefsel, glycolyse, glycogeen synthese, eiwitsynthese, lipogenese en opname van ionen (K+ en PO4^3-)
- Inhibitie van katabole processen: gluconeogenese, glycogenolyse, lipolyse, ketogenese en proteolyse
Wat doet glucagon in het metabolisme?
Belangrijkste katabole hormoon
- Stimulatie van katabole porcessen: gluconeogenese, glycogenolyse, lipolyse, ketogenese en proteolyse
- Tegenovergestelde van insuline en zijn elkaars tegenhangers
Welke hormonen, naast glucagon, stimuleren het katabolisme?
De counterregulatory hormones (contraregulerende hormonen)
- Adrenaline
- Noradrenaline
- Cortisol (bijnierschorshormoon)
- Groeihormoon
- Schildklierhormoon
Welke delen in de bijnier maken welke hormonen aan voor het metabolisme?
Binnenste deel is medulla, buitenste cortex
Medulla maakt catecholaminen (adrenaline en noradrenaline)
Cortex heeft 3 lagen:
- Zona glomerulosa: buitenste laag, maakt mineralocorticoïden; aldosteron
- Zona fasciculata: middelste laag, maakt glucocorticoïden, cortisol
- Zona reticularis: binnenste laag, maakt sekshormonen, testosteron
Hoe wordt de productie van cortisol gereguleerd?
Wordt gereguleerd door de hypothalamus en hypofyse (zie afbeelding ook):
- Hypothalamus geeft CRF af –> dit gaat naar de voorkwab van de hypofyse –> hier ACTH aanmaak –> dit gaat naar de bijnier –> onder invloed hiervan cortisol aanmaak –> effect op bloedsuiker en bloeddruk + negatieve feedback op hypothalamus
Hoe zorgt cortisol voor je dag- en nachtritme gedurende de dag?
- Stijgt gedurende de nacht en rond 8 uur ‘s ochtends op zijn hoogst, hierna een daling en om 12 uur ‘s nachts op zijn laagst
- Meting in het bloed dus altijd om 8 uur ‘s ochtends als je denkt dat er te weinig wordt aangemaakt en bij teveel aanmaak juist ‘s nachts
Wat is cortisol?
Glucocorticoïd:
- breekt in vetweefsel triglyceriden af waardoor vrije vetzuren (als brandstof voor spieren en organen) en glycerol ontstaan
- breekt in de spieren eiwitten af naar aminozuren (voor glucosespiegel)
–> hierdoor kan in de lever met aminozuren en glycerol de gluconeogenese worden aangezet tijdens het vasten en wordt de energievoorziening en bloedsuikerspiegel op peil gehouden (meer glucose productie)
Wat is de hypofyse-cortisol bijnieras en hoe kan deze uit balans raken?
Dag- en nachtritme veroorzaakt door cortisol
Raakt verstoord door invloeden van buiten zoals een infectie of stress
–> hierdoor meer ACTH productie en een stijging van de cortisolspiegel –> extra energie om de infectie te bestrijden + activatie van sympathisch zenuwstelsel (door lage bloedsuiker, temperatuur of volumedepletie activatie), wat weer zorgt voor stimulatie van bijnier(merg) en dus afgifte van noradrenaline:
- stimulatie van afgifte van glucose uit de lever door stimulatie afbraak glycogeen
- vrijmaken van glycerol en vetzuren uit vetten
- blokkeren glucoseopname in spieren
Wat wordt er bedoeld met de medische term ‘stress’?
Lichamelijke verandering die de homeostase van het lichaam dreigt te verstoren
- Bijv. verwondingen, infecties, septische shock, hartinfarct, etc.
Welke reactie heeft het lichaam op medische stress (stress response)?
Lichaam gaat stresshormonen als catecholaminen en glucocorticoïden aan het bloed afgeven door stimulatie van het zenuwstelsel, hierdoor:
- Toename adrenaline secretie uit bijniermerg
- Stimulatie afgifte ACTH uit hypofyse voorkwab en hierdoor stimulatie cortisol uit bijnierschors
Dit zorgt ervoor dat energie wordt vrijgemaakt uit depots en kan worden gebruikt voor verhoging van bloeddruk en hartfrequentie –> hierdoor brandstof voor ‘fight or flight’ om de oorzaak van de stress te bestrijden en de stressor te elimineren
Waardoor komen mensen bij medische stress in een katabole toestand terecht en hoe keer je terug naar anabool of blijft het chronisch?
Er moet energie worden vrijgemaakt voor ‘fight or flight’
Dus de insulinespiegel daalt, terwijl die van glucagon, catecholaminen en cortisol stijgen
- Als het lichaam de stress kan elimineren: anabole toestand; stress regulerende hormonen dalen, concentratie insuline stijgt, energievoorraden worden aangevuld en positieve stikstofbalans
- Als het lichaam de stress niet kan elimineren: katabole toestand wordt chronisch; langdurige afbraak van vet en spier, herstel wordt bemoeilijkt hierdoor (kan onmogelijk worden)
Welk effect heeft langdurig vasten op het intermediaire metabolisme?
Langdurig vasten is een stress uitlokkende factor waardoor de spiegel stresshormonen in het bloed verhogen (adrenaline, cortisol, glucagon en groeihormoon), hierdoor:
- vrije vetzuren en ketonlichamen worden hoe langer hoe meer de belangrijkste energiebron
- het lichaam probeert verdere afbraak van spieren (eiwitten) te voorkomen
- Concentratie ureum (afbraakproduct eiwit) neemt af naarmate het vasten langer duurt
- Tijdens het vasten blijft de glucosespiegel op peil (doordat [glucagon] stijgt) en insulinespiegel blijft boven 0 (daalt wel iets) (controleren de ketogenese)
- Uiteindelijk put het alle energiedepots uit en verlies je de goede werking van organen en overlijd je
Welke verschillende stadia heb je tijdens langdurig vasten?
Ken de afbeelding!
Hoe is het brandstofgebruik van de belangrijkste organen/weefsels in gevoede toestand?
- Hersenen: glucose vanuit bloed en oxideren dit voor energie (94g per dag nodig)
- Erytrocyten: glucose vanuit het bloed (36g per dag nodig) en bij oxidatie lactaatvorming, dit gaat terug naar hart- of skeletspieren (hier oxidatie)
- Lever: bij een overmaat aan glucose een tijdelijke omzetting naar glycogeen en dit opslaan (max. voorraad voor 17 uur), ontvangt ook aminozuren uit het bloed
- Spieren: ontvangen aminozuren en vetten uit het bloed en slaan dit op/gebruiken dit
- Vetweefsel: ontvangen vetten uit het bloed (via lymfe) en slaan dit op in de vorm van triglyceriden
Hoe is het brandstofgebruik van de belangrijkste organen/weefsels bij 36 uur vasten?
- Hersenen: nog steeds 94g glucose behoefte, niet in het bloed dus lever produceert het
- Ery’s: nog steeds 36g glucose behoefte, niet in het bloed dus lever produceert het, lactaat zal nu direct teruggaan naar de lever (cori-cyclus)
- Lever: glucosevorming vanuit glycogeen, lactaat (cori-cyclus) en andere dingen als glycerol en aminozuren. Als hij teveel vetzuren krijgt als energie, gaat hij hier ketonlichamen van maken
- Spieren: te lage glucose- en insulinespiegel, dus ontvangt geen glucose meer door sparing, dus eiwitten worden afgebroken en aminozuren (75g) naar lever getransporteerd voor gluconeogenese
- Vetweefsel: te lage glucose- en insulinespiegel, dus ontvangt geen glucose meer door sparing, dus er vindt lipolyse plaats (voornamelijk visceraal vet) waarbij de glycerol (16g) naar de lever gaat voor gluconeogenese en vetzuren (160g) voor energie
Hoe ontstaan ketonlichamen?
Bij meer dan 36 uur vasten haalt de lever energie uit de vetzuuroxidatie en zal hij deze half oxideren, waardoor ketonlichamen (60g) ontstaan. Deze kunnen worden verbrand door de hart- en skeletspier en vanaf 36 uur is de ketonspiegel hoog genoeg om ook de hersenen te voorzien
–> ketonlichamen concurreren hier met glucose, waardoor de lever minder glucose hoeft te maken en minder spiereiwitten hoeft af te breken (eiwitsparing)
Wat zijn op tijdstippen 0 uur, 4 uur, 18 uur en 36 uur de belangrijkste brandstoffen voor de spieren en die voor de hersenen en waar komen deze vandaan?
Zie de tabel!
Hoe verloopt de glycogenolyse in de lever?
Zie ook afbeelding!
Gebeurt als de bloedsuikerspiegel laag is:
1. Aan glycogeen een fosfaatgroep toevoegen m.b.v. glycogeen fosforylase –> glucose-6-fosfaat
2. Van glucose-6-fosfaat een fosfaatgroep afhalen m.b.v. G6P-ase –> glucose (–> alleen in de lever omdat hier dit enzym zit)
In de spieren zit geen G6P-ase dus kunnen ze glucose niet vormen of kwijt aan de bloedbaan, dus wordt glucose-6-fosfaat omgezet naar pyruvaat/lactaat (glycolyse)
In lever wel G6P-ase, dus wordt glycolyse inactief bij glycogenolyse, zodat er echt glucose wordt gevormd en geen pyruvaat
Hoe verloopt de gluconeogenese in de lever?
Aminozuren, lactaat en glycerol worden omgezet in glucose-6-fosfaat, daarna: van glucose-6-fosfaat een fosfaatgroep afhalen m.b.v. G6P-ase –> glucose
G6P-ase zit alleen in de lever, dus kan het alleen daar, of bij heel lang vasten een beetje in de nier, plaatsvinden