Extra questions Flashcards

1
Q

Have you rented a house or have you bought a house?

A

Heb je een woning gekocht of heb je een woning gehuurd?

Wij hebben een appartement gehuurd, maar nu we hebben onze appartement gekocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

How did you find your house?

A

Hoe heb je je woning gevonden?

We hebben onze woning gevonden op internet (op de website immoweb).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Did you first go to the house to see it?

A

Ben je eerst naar de woning gaan kijken?

Ja ik ben eerst naar de woning gaan kijken
Ja wij zijn eerst naar de woning gaan kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In how many houses have you lived?

A

In hoeveel huizen heb je gewoond?

Ik heb gewoond in 8 huizen gewoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In how many countries have you lived?

A

In hoeveel landen heb jij al gewoond?

Ik heb in drie landen gewoond, in België, Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

How often have you moved?

A

Hoe vaak ben jij al verhuisd?

Ik ben 7 keer verhuisd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Have you moved your furniture or have you bought it new?

A

Heb je al jouw meubels verhuisd of heb je nieuwe gekocht?

Soms ik heb al mijn meubels verhuisd, maar wanneer we hebben naar België verhuisd, wij hebben al onze meubels nieuwe gekocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe helped you move?

A

Wie heeft jou met de verhuis geholpen?

De firma coppens verhuizingen heeft geholpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Why have you moved to Belgium?

A

Waarom ben jij naar België verhuisd?

We hebben naar België verhuisd omdat marina hier studeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Have you hung paintings in your house?

A

Heb jij schilderijen in jouw huis gehangen?

Ja, wij hebben schilderijen in onze appartement gehangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Have you a carpet in your house?

A

Heb je een tapijt in jouw huis gelegd?

Nee, we hebben geen tapijt in onze huis gelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Have you a clock in your house?

A

Heb je een klok in jouw huis gezet?

Nee, we hebben een klok in onze huis gezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

When was the last time you have made an appointment?

A

Met wie heb je de laatste keer een afspraak gemaakt?

Ik heb met stad leuven mijn laatste keer een afspraak gemaakt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

How did you make the last appointment?

A

Hoe heb je jouw laatste afspraak gemaakt?

Ik heb op internet mijn laatste afspraak gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Have you ever changed an appointment?

A

Heb je ooit al eens een afspraak verzet?

Ja, ik heb een afspraak verzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Why have you changed your appointment?

A

Waarom heb je jouw afspraak verzet?

Ik heb mijn afspraak verzet omdat ik een Nederlands examen had.