Deel 1 Flashcards

de ouder
de ouders
child/children
het kind
de kinderen

de vader
de vaders

de moeder
de moeders
the brother
de broer
de broers

de zus
de zussen
the son/s
de zoon
de zonen
the daughter/s
de dochter/de dochters

de schoonfamilie
de schoonfamilies

de schoonouder
de schoonouders

de grootouder
de grootouders
the grandchild
grandchildren
het kleinkind
de kleinkinderen
the great grandparent/s
de overgrootouder
de overgrootouders
the great grandchild/ren
het achterkind
het achterkinderen
great grandfather/s
overgrootvader/s
great grandson
de achterkleinzoon
de achterkleinzonen

de grootvader
de grootvaders
the grandson
de kleinzoon
de kleinzonen

de nonkel
de nonkels

de neef
de neven

de schoonvader/s
son-in-law
de schoonzonen

de schoonbroer/s
the great grandmother
de overgrootmoeder


