Deel 4 Flashcards

de broek
de broeken

het badpak/de badpakken

de jeans(broek)
de jeans(broken)

het hemd
de hemden

het vest
de vesten

de onderbroek
de onderbroeken

de zwembroek
de zwembroeken

de kous
de kousen

de muts
de mutsen

de riem
de riemen

de schoen
de schoenen

de sportschoen
de sportschoenen

de trui
de truien

de sandaal
de sandalen

de das
de dassen

de jas
de jassen

de regenjas
de regenjassen

de pet
de petten

de rok
de rokken

de sok
de sokken

de blous
de bloezen

de laars
de laarzen

de panty
de panty’s

de pyjama
de pyjama’s

de short
de shorts

de sjaal
de sjaals

de jurk
de jurken

het pak/het kostuum
de pakken/de kostuums

het T-shirt
de T-shirts

de mouw
de mouwen

de rits
de ritsen

de knoop
de knopen

de spiegel
de spiegels

de paskamer
de paskamers
too big/too small
te groot/te klein
too broad/too small
te breed/te smal
too long/too short
te lang/te kort

gebloemd
solid colour

effen

gestreept

geruit
(white)

wit

geel

groen

bruin

zwart

rood

blauw
to fit
passen
I fit the skirt
The skirt fits
ik pas de rok
de rok past
to shorten
verkorten
I shorten the skirt
Ik verkort de rok
to exchange
ruilen
I exchange the skirt
Ik ruil de rok
to get back
terugkrijgen
I get a refund
Ik krijg geld terug
Can I try on these sweaters?
Kan ik dee truien eens passen?
Where are the fittng rooms?
Waar zijn de paskamers?
I don’t like the colour
Ik vind de kleur niet mooi
Do you have a size smaller / larger?
Hebt u een maat kleiner/groter?
Can I exchange?
Kan ik ruilen?
Can you the….shorten?
Kunt u de/het….korten?
Can I get my money back?
Kan ik mijn geld terugkrijgen?
Do you have a different color?
Heb u een andere kleur?
I’ll take the… (i.e. buying)
Ik neem de/het…
a black jumper
(is jumper de/het? - this will decide the answer)
een zwarte trui
a black skirt
een zwarte rok
a black shirt
een zwart hemd
a black dress
een zwart kleedje
the black jumper
de zwarte trui
the black skirt
de zwarte trui
the black skirt
de zwarte rok
the black shirt
de zwarte hemd
(with ‘the’ there is an e both for het and de)
the black dress
de zwarte kleedje
black jumpers (de word)
black vests (het word)
zwarte truien
zwarte vesten
the black jumpers
the black vests
de zwarte truien
de zwarte vesten
I like a black coat better than a blue coat
Ik vind een zwarte jas mooier dan een blauwe jas
korter dan
shorter than
better buy than
goedkoper dan
more expensive than
duurder dan
I prefer a plain to a striped tie
ik zie een effen das liever dan een gestreepte das
this jacket is better
deze jas zit beter
more in fashion
meer in de mode
Can I try on this coat?
Kan ik deze jas passen?
Can I try on this shirt?
Kan ik dit hemd passen?
(het word)
I must (i.e. a commitment) close the door
Ik moet de deur sluiten
We must turn the light off.
Wij moeten het licht uitdoen
I may park here (to be allowed)
Ik mag hier parkeren
We may smoke in the smoking corner
Wij mogen in der rokershoek roken
I am not allowed to park
Ik mag niet parkeren
We are forbidden from throwing paper on the ground
Wik mogen geen papier op de grond gooien