24th Oct Deel 3 Flashcards
1
Q
A
de kleerkast
2
Q
A
de matras
de matrassen
3
Q
A
het bed/het tweepersoonsbed
de bedden/de tweepersoonsbed
4
Q
A
het eenpersoonsbed
de eenpersoonsbedden
5
Q
A
de lattenbodem
de lattenbodems
6
Q
A
het nachtkastje
de nachtkastjes
7
Q
A
de stoel
de stoelen
8
Q
A
de kast (eetkamer)
de kasten
9
Q
A
de tafel
de tafels
10
Q
A
de tweezit
de tweezitten
11
Q
A
het tapijt
de tapijten
12
Q
A
de driezit
de driezitten
13
Q
A
de zetel
de zetels
14
Q
living room
A
de woonkamer(s)
het salon/de salons
15
Q
dining room
A
de eetkamer(s)
16
Q
bedroom
A
de slaapkamer(s)
17
Q
A
de salontafel
de salontafels
18
Q
the breadth
broad
A
de breedte
breed
19
Q
the height
high
A
de hoogte
hoog
20
Q
the length
long
A
de lengte
lang