EPI: Prevention Flashcards

1
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van preventie?

A

Vaccinaties/ inentingen
E.g. DKTP, rode hond, etc
Screening
Identificatie asymptomatische ziekte
Levensstijl modificatie
Aanmoedigen matigen alcohol/ snoep verstandig eet een appel, etc
Chemopreventie
Geneesmiddelen ter voorkoming; bv foliumzuur voor zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is primaire preventie?

A

Verwijderen risicofactoren
Onset voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een voorbeeld van uitvoering van primaire preventie?

A

Vaccineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is secondaire preventie?

A

Vroege behandeling + voorkomen klinische diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een voorbeeld van uitvoering van secondaire preventie?

A

Screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is tertiaire preventie?

A

Voorkomen verdere achteruitgang/ slechte uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een voorbeeld van uitvoering van tertiaire preventie?

A

Medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als we kijken naar het ‘beloop’ van ziekte:
normaal -> onset -> diagnose -> outcome

in welk stadium spreken we van risicofactoren

A

tijdens/voor de ‘onset’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer spreken we van prognostische factoren?

A

Tussen diagnose en outcome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Screening is lang niet altijd nuttig, de kosten moeten worden afgewogen tegen de baten. Welke aspecten moet je in je afweging meenemen?

A
  1. Ziektelast
    5 D’s: death, disease, disability, discomfort, dissatisfaction
    zeldzaam, maar het moet wel voorkomen
  2. Kwaliteit screeningstest
    sens/spec, simplicity, kosten, veiligheid
  3. Kwaliteit interventie
    effectiviteit/ veiligheid/ kosteneffectiviteit
    (bij secundaire preventie: vroege behandeling -> betere uitkomst dan latere behandeling?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is lead time bias?

A

screening lijkt levensduur te verlengen, terwijl dat feitelijk niet zo is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is het ‘erg’ als er lead time bias is?

A

Screening levert pas gezondheidswinst op als daadwerkelijk meer levensjaren dan zonder screening.
Anders: alleen meer ziektejaren (niet meer levensjaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is length time bias?

A

screening lijkt effectief doordat vooral trage (=good outcome) tumoren worden gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar leidt length time bias toe?

A

overdiagnostiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is compliance bias?

A

screening lijkt effectief doordat vooral trouwe en verstandige mensen (=good outcome) deelnemen

-> Ook zonder screening hebben zij betere kans

Kan je ook zien als een soort selectiebias!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan je in woorden uitdrukken wat de specificiteit betekent?

A

Proportie niet-zieken die negatief testen

17
Q

Kan je in woorden uitdrukken wat sensitiviteit betekent?

A

Proportie van zieken die positief testen

18
Q

Wat heb je ‘liever’, veel fout-positieve of veel fout-negatieven bij screening?

A

Fout-positieven, want dat zorgt voor hoge kosten en onrust

19
Q

Wat is belangrijker bij screening, een hoge sensitiviteit of een hoge specificiteit?

A

Hoge specificiteit (want dan heb je NIET te veel vals-positieven -> hoge kosten/onrusten)

20
Q

Wat is de negatief voorspellende waarde?

A

Proportie negatieve testers die daadwerkelijk niet ziek is

21
Q

Wat is de positief voorspellende waarde?

A

Proportie positieve testers die daadwerkelijk ziek is

22
Q

Wat moet hoog zijn voor een goede screeningstest, een positief of negatief voorspellende waarde?

A

hoge negatief voorspellende waarde
–> meeste mensen die negatief testen zijn ook niet ziek

lage positief voorspellende waarde
–> Van de mensen die positief testen zijn toch de meesten niet ziek

23
Q

Waar is de positief en negatief voorspellende (naast de test) nog meer afhankelijk van?

A

De prevalentie

24
Q

Om te berekenen hoe goed een screeningstest was heb je een gouden standaard nodig. Wat is deze?

A

De follow-up

25
Q

Wat is het nadeel van ‘follow-up’ gebruiken als gouden standaard voor de beoordeling van een screeningstest?

A
  • hoe lang moet je follow-up zijn?  wat is length time?
  • Wordt wel iedere screen-positieve test daadwerkelijk ziek?
26
Q

D.m.v. de follow-up kan worden berekend hoe effectief een screening was. Welke twee rekenmethodes zijn er om te berekenen hoe veel zieken er in TOTAAL waren?

A

Detectiemethode en incidentiemethode

27
Q

Hoe wordt met de detectiemethode het totaal aantal zieken berekend?

A

alle gescreenden + alle gemiste diagnoses

28
Q

Hoe wordt met de incidentiemethode het totaal aantal zieken berekend?

A

Incidentiemethode gebruikt omweg:
- aparte controlegroep geeft schatting totaal aantal zieken (a+c)
- tel in gescreende groep mensen die gemist zijn (c)
- Maak berekening van proportie gemiste zieken: c/(a+c)
- Sensitiviteit = 1 – gemiste zieken

(DURF TE WEDDEN DAT HIER TENTAMENVRAAG OVER KOMT)

29
Q

In wat opzicht verschilt de incidentiemethode met de detectiemethode?

A

Mensen die “benigne” kanker hebben die tellen zo niet mee
Maar… Niet-benigne, toch hele langzame tumor telt ook niet mee.

30
Q

Stel je voor:
Gescreende groep: 200 tumoren
In het volgende jaar: nog 50 extra (waren niet gevonden met screen).
Losse controlegroep: 150 tumoren in de loop van een jaar.

Hoe ziet de berekening van de detectiemethode eruit en wat is het ‘nadeel’?

A

Detectiemethode: alle gescreenden + alle gemiste diagnoses
200/(200+50) = 0.80

–> overschatting, want vindt ook tumoren die asymptomatisch blijven

31
Q

Stel je voor:
Gescreende groep: 200 tumoren
In het volgende jaar: nog 50 extra (waren niet gevonden met screen).
Losse controlegroep: 150 tumoren in de loop van een jaar.

Hoe ziet de berekening van de incidentiemethode eruit en wat is het ‘nadeel’?

A

controlegroep geeft schatting totaal aantal zieken (a+c): 150
tel in gescreende groep mensen die gemist zijn (c): 50
Maak berekening van proportie gemiste zieken: c/(a+c): 50/150 = 0.33
Sensitiviteit = 1 – gemiste zieken: 1-0.33 = 0.67

–> onderschatting, want vindt niet de tumoren die nog niet symptomatisch zijn

32
Q

Bij welke testeigenschap verwacht je vaak een vals-positief resultaat

(sens/spec/PVW/NVW)

A

lage PVW

(altijd bij screeningstest, door lage prevalentie ziekte).
# tests ↑, kans vals-positief ↑.

33
Q

Wat is het negative labeling effect?

A

psychologisch effect slechte uitslag. Screening leidt tot minder ervaren gezondheid..

34
Q

Wat is het risico van overdiagnose/pseudoziekte?

A

ziekte zou nooit symptomatisch geworden zijn (extreem geval length time bias)

35
Q

Of we wel of niet screenen wordt o.a. berekend a.d.h.v. de kosten-effectiviteit analyse. Welke onderdelen worden meegenomen in deze analyse?

A

Afwegen kosten / baten (vgl met en zonder screening):
Kosten ziekte, behandeling
Kosten preventieve activiteit
Gewonnen gezondheid

36
Q

Wat is gewonnen gezondheid?

Welke vragen kan je stellen om deze vraag te beantwoorden

A

Aantal geleefde jaren?
Aantal jaren zonder ziekte?
Wat is een geleefd jaar waard?
Tot elke prijs?
-> Quality Adjusted Life Years (QALY’s).

37
Q
A