Engels voc Unit 4 Flashcards
1
Q
je land ontvluchten
A
to flee your country
2
Q
achterlaten
A
to leave behind
3
Q
het overleven
A
survival
4
Q
een vluchteling
A
a refugee
5
Q
veranderen in puin
A
to trun into rubble
6
Q
geconfronteerd worden met dreiging
A
to face a threat
7
Q
smeken
A
to beg
8
Q
achtervolgen
A
to chase
9
Q
verkrachten
A
to rape
10
Q
je trots verliezen
A
to lose your pride
11
Q
een belediging slikken
A
to swallow an insult
12
Q
naakt fouilleren
A
to strip-search
13
Q
honger hebben
A
to be hungry
14
Q
politieke (in)stabiliteit
A
political (in)stability
15
Q
veiligheid
A
security
16
Q
vervolging
A
persecution
17
Q
vruchtbaar (land)
A
fertile (land)
18
Q
misoogst
A
crop failure
19
Q
voedselvoorraad
A
food supply
20
Q
hongersnood
A
famine
21
Q
klimaatverandering
A
climate change
22
Q
een aardbeving
A
an earthquake
23
Q
een orkaan
A
a hurricane
24
Q
een gevaar
A
a hazard
25
een overstroming
a flood
26
overheid
government
27
publieke (openbare) diensten
public services
28
openbaar vervoer
public transportation
29
gezondheidszorg
health care
30
onderwijs
education
31
betaalbaar
affordable
32
werkgelegenheid, vacatures
job opportunities
33
welvaart
prosperity
34
levenskwaliteit
quality of life
35
armoede
poverty
36
rijkdom
wealth
37
een religie, godsdienst
a religion
38
huidig(e)
current
39
misdaadcijfers
crime rates
40
een longziekte
a lung disease
41
een hernia
a hernia
42
een migraine-aanval
a migraine attack
43
een verkoudheid
a cold
44
diarree
diarrhoea
45
de griep
the flu
46
hoofdpijn hebben
to have a headache
47
duizelig zijn
to feel dizzy
48
bleek zijn
to be pale
49
lijden aan
to suffer from
50
koorts hebben
to have a fever
51
een loopneus hebben
to have a runny nose
52
niezen
to sneeze
53
hoesten
to cough
54
keelpijn hebben
to have a sore throat
55
pijn doen
to ache
56
zich zwak voelen
to feel weak
57
rugpijn hebben
to have a backache
58
misselijk zijn
to be nauseous / to suffer from nausea
59
overgeven
to vomit
60
je eetlust verliezen
to lose your appetite
61
krampen hebben
to have cramps
62
buikpijn
to have a stomach ache
63
een ziekte
a disease
64
besmettelijk
contagious
65
een medisch onderzoek
a medical examination
66
zwanger zijn
to be pregnant
67
een inspirerend verhaal
an inspiring story
68
een levensveranderende gebeurtenis
a life-changing event
69
een dappere beslissing
a brave decision
70
hoesten
cough
71
astma
athma
72
gezwollen
swollen
73
pillen
pills
74
tandpijn
toothache
75
spuitje krijgen
to get a shot
injection