Biologie - 3 Interactie en gedrag (deel 2) Flashcards
Hoe noem je interacties tussen verschillende soorten?
interspecifieke interacties
Hoe noem je interacties tussen soortgenoten?
intraspecifieke interacties
Geef een voorbeeld van negatieve intraspecifieke relaties.
concurrentie (-/-)
Wat leidt tot onderlinge concurrentie bij soortgenoten in dezelfde biotoop?
Ze hebben dezelfde voorkeur voor bepaalde hulpbronnen.
Hoe hoger de populatiedichtheid of hoe minder hulpbronnen er per individu beschikbaar zijn, hoe … de intraspecifieke concurrentie.
intenser
In wat kan je intraspecifieke concurrentie opdelen?
In directe (in elkaars nabijheid) en indirecte concurrentie (zonder elkaar echt fysiek te kampen)
Geef een voorbeeld van positieve intraspecifieke relaties.
Coöperatie (+/+)
Welke 2 relaties heb je binnen het intraspecifieke?
neg: concurrentie
pos: coöperatie
Wat zijn de nadelen van coöperatie?
- De populatie zal sneller toenemen, met meer concurrentie als gevolg.
- Risico op het doorgeven van ziekteverwekkers groter.
- Meer kans op bedrog, bastaards en agressie.
Door wat komt gedrag tot stand lichamelijk?
Door het samenspel van hormonen en zenuwimpulsen.
Wat is aangeboren gedrag? + synoniem
Is al van bij de geboorte aanwezig, maar komt niet per se tot uiting.
= nature
Wat is aangeleerd gedrag? + synoniem
Gedrag dat het resultaat is van verschillende leerprocessen vanuit de omgeving.
= nurture
Door wat ontstaat gedrag?
Door een prikkel of motivatie die van buiten het lichaam kan komen.
Wat is een sleutelprikkel?
De prikkel die het effectiefst een bepaald gedrag veroorzaakt.
bv. hongergevoel waardoor dieren opzoek gaan naar eten.
Wanneer kan gedrag zodanig evolueren dat het een andere functie krijgt?
Als het onderdeel wordt van een ritueel.
Wat is een ritueel?
Een vaste opeenvolging van gedragingen in een specifieke situatie.
Wat is het baltsgedrag?
Aangeboren ritueel dat dient om een potentiële partner ervan te overtuigen te paren en zich voor te planten.
bv. het vierfasige baltsgedrag van futen.
Wat onderscheiden we bij aangeboren gedrag?
instincten en reflexen